Flamme Rouge

Geplaatst door

TIP
2-4 spelers (vanaf 8 jaar)
30-45 minuten
Auteur: Asger Harding Granerud
Uitgever: Lautapelit (2016)

Wat geef jij dit spel?
[Aantal: 3 Gemiddelde: 4.3]

Het spel…

Wielrennen is een van de populairste sporten in ons landje. Hele volksstammen plakken in de zomer vast aan hun tv voor de Tour de France en andere wielrenfestijnen. Ik snap daar weinig van. Fietsen is voor mij vooral een handige manier om van A naar B te komen als de afstand niet te groot is, maar fietsende mensen bekijken vind ik echt heel saai en veel van die ritten duren ook nog eens uren. Ik liep dan ook niet echt warm voor een spel over wielrennen. Tot Shut up and Sit Down aandacht besteedde aan Flamme Rouge en zo mijn interesse wekte. En zo kon het gebeuren dat er op mijn tafel toch een spel over wielrennen kwam te staan.   

Flamme Rouge is een spel waarin spelers een team van twee wielrenners aansturen in de jaren ’30 van de vorige eeuw. Het doel is natuurlijk om één van jouw renners als eerste over de finish te krijgen. Je ene renner is een Rouleur, of te wel een wielrenner die de hele tijd in een flink tempo door kan trappen, maar die echte topsnelheid mist. De andere wielrenner is een Sprinteur, die het grootste deel van de rit het net wat rustiger aan doet om af en toe met een stevige krachtexplosie een flinke sprint naar voren te nemen.

In het midden van de tafel wordt met losse stukken een parcours neergelegd. Je kan een van de standaard opstellingen uit het spel gebruiken, maar je mag ook je fantasie de vrije loop laten. Iedere speler krijgt vervolgens twee wielrenners en voor iedere wielrenner een deck met kaarten waarop staat hoe hard ze gaan (de Sprinteur gaat 2-9 vakken per keer en de Rouleur 3 tot 7). De wielrenners worden aan de start gezet en daarna kan het spel beginnen!

Iedere beurt trekt iedere speler voor iedere wielrenner vier kaarten van het deck en kiest daar één van uit om aan te geven hoe hard de wielrenner gaat. Je mag zelf kiezen in welke volgorde je de kaarten kiest voor de Rouleur en Sprinteur, maar je mag pas kijken welke kaarten je trekt voor de tweede nadat je de keus voor de eerste wielrenner hebt gemaakt.

Daarna worden de wielrenners op het bord net zo veel stapjes vooruit gezet als de kaarten die voor hen zijn gespeeld. De voorste wielrenner gaat altijd als eerste en zo wordt het hele peloton wielrenner na wielrenner bewogen. Als je met je wielrenner zou eindigen op een plek waar al een ander staat, dan blijf je helaas achter deze wielrenner hangen. De kaarten die gebruikt zijn, worden nu afgelegd (zijn uit het spel). Iedere keer als je trekstapel leeg is, schud je je aflegstapel om zo een nieuwe stapel te maken om van te trekken.

Nadat alle spelers hebben bewogen, wordt er van achter naar voren in het peloton gekeken of er wielrenners zijn die gebruik kunnen maken van de slipstream. Als er maar één leeg vakje tussen een (groepje) wielrenner(s) en de voorganger(s) is, dan mag je de achterste groep dat ene vakje naar voren schuiven. En als je een beetje geluk hebt, zijn ze dan onderdeel van een groep die ook weer maar één vakje achter hun voorganger fietsen en kunnen ze nog een keer slipstreamen.

Vervolgens ga je kijken welke wielrenners aan kop fietsen en de wind vol van voren krijgen. Elke wielrenner die een leeg vakje voor zich heeft staan, trapt zich het apelazerus en wordt moe. Deze wielrenner krijgt een vermoeidheidskaart die hij aan zijn deck moet toevoegen (snelheid van 2). Als je te vaak op kop fietst vervuilt dus je deck en voor je het weet trek je een hand met alleen maar 2-en en kom je dus niet meer vooruit.

Er wordt net zo lang gespeeld tot tenminste één wielrenner over de finish komt. De wielrenner die als eerste over de finish fietst (of het verste als er meerdere wielrenners finishen in dezelfde ronde), wint het spel.

Het spel adviseert om met een vlakke etappe te beginnen om de basisregels te leren. Daarna kan je bergen toevoegen met speciale regels. Zo kan je berg-op geen gebruik maken van de slipstream en ga je niet harder dan maximaal 5, terwijl je berg-af weer wel mag slipstreamen en juist minimaal 5 snel gaat (dit is dus het moment om vermoeidheidskaarten te dumpen). En als je nog meer variatie wilt, dan kan je nog de Peleton-uitbreiding kopen voor nog meer verschillende soorten wegen (waaronder de gevreesde kasseien) en de mogelijkheid om het spel ook met vijf of zes spelers te spelen.

…en de waardering

Flamme Rouge is een ontzettend leuk racespel. Het lijkt zo simpel, maar in de praktijk is het een leuke en lastige uitdaging om te bepalen welke kaarten je wanneer speelt. Het lijkt ideaal om aan het begin van de race splipstreamend mee te liften op de hogere kaarten van de andere spelers maar voor je het weet trekken zij een sprint naar voren waardoor er een te groot gat valt en je vol in de wind fietst waardoor de ene vermoeidheidskaart na de andere je deck insluipt waardoor je wielrenners niet meer vooruit te branden zijn.

Het spel is prima speelbaar met twee spelers, maar het spel is leuker met drie of vier spelers. De regels van Flamme Rouge zijn lekker simpel, maar dit gaat niet ten koste van het speelplezier. Hierdoor is Flamme Rouge een spel dat geschikt is voor zowel verwende veelspelers als voor families. Het spel is erg thematisch en daardoor zullen spelers al snel wielrenjargon uitslaan over pap in de benen, over hoe ver Parijs nog is en het hard maken van de koers. Dit komt het speelplezier zeer ten goede. Misschien is het spel zelfs wel zo leuk dat het lukt om verstokte wielrenfanaten in de zomer achter de tv vandaan te trekken omdat zelf meedoen leuker is dan kijken!

 
 
 
 
 

 

Eén reactie

  1. *4
    Ik ben dol op racespellen, maar dacht het wel zo’n beetje allemaal wel gespeeld te hebben de afgelopen jaren. Flamme Rouge heb ik een tijd lang genegeerd. De doos en het wielrenthema spraken mij niet echt aan. Toen kwam het alsnog op tafel en was ik verkocht. Een fantastisch racespel waarin de meeleeffactor en de onderlinge strijd tot grote hoogten stijgt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *