Gespeeld in januari

Geplaatst door

Januari staat natuurlijk in het teken van de goede voornemens. Mijn belangrijkste goede voornemen op spellengebied dit jaar is om vaker spellen te spelen die al in de kast staan, met de nadruk op spellen die ik al lang niet gespeeld heb of nog maar erg weinig. Wat dat betreft begon het jaar goed, want ik speelde acht keer zo’n spel. Gelukkig ging dat niet helemaal ten koste van nieuwe spellen. Maar van de drie die ik er speelde was de leukste er wel een die nog ongespeeld in de kast stond: Glen More.

Dit is een interessant tegellegspel dat het tijdmechanisme uit Thebes gebruikt. De spelers zetten een pion op een spoor waar ook de tegels komen te liggen. De achterste speler mag naar een tegel naar keuze springen en die nemen. Is hij dan nog steeds de achterste speler, dan is hij weer aan de beurt. Je kunt dus ver naar voren springen om een interessante tegel op te rapen, maar dan sla je er ook een heleboel over en ben je bovendien lange tijd niet aan de beurt. Verder heeft het spel wel interessante topologische aspecten (hoe organiseer je de tegels) een leuk combinatiespel. Met twee vond ik het al erg leuk, dus ik kijk wel uit naar het volgende potje.

Verder waren nieuw, van leuk naar minder leuk:

De Mol: een teamspel met verborgen rollen, waarbij de infiltranten (die elkaar kennen) proberen de missies van het verzet te dwarsbomen. Best een aardig psychologisch spelletje, maar het zit erg dicht tegen Kutschfahrt aan, dat toch echt een stuk leuker is (al komt dat met een oneven aantal spelers minder tot zijn recht).

Through the Ages: eindelijk mocht ik dan een keer de nummer 2 van Boardgamegeek spelen. Ja beste mensen, Puerto Rico is inmiddels naar een vierde plek gedegradeerd. Voor sommige mensen vast iets om schande van te spreken (en daar heb ik wel sympathie voor), maar het is vooral een weergave van een trend dat de doorsnee gebruiker van die site nu eenmaal een voorkeur heeft voor lange en complexe spelen met als het even kan een krijgshaftig thema. Dat laatste heeft TtA niet echt, maar lang en complex is het wel. Hoewel complex: het is vooral erg veel gedoe en administratie, zelfs in de introductieversie die ik speelde (dus nog zonder het door velen verguisde militaire systeem). Over de volledige regels kan ik dus geen oordeel vellen, maar na dit ene potje voel ik wel aan waar dat naar toe gaat: steeds langere beurten met steeds meer gereken om te kijken hoe je je mannetjes en grondstoffen nu weer het beste kunt inzetten. En oh ja, voor anderen is er in jouw beurt welgeteld niets te doen. Ik zie wat de fans er leuk aan vinden, voor mij is dit het type spel dat je het beste in je eentje op een computer of tablet kunt doen. Aan de andere kant zou ik hiervan de volledige versie nog wel eens willen proberen (zij het niet met de volle bezetting) en dat wil ik van het sterk verwante Roads & Boats niet zeggen.

Dan kwamen er natuurlijk gelukkig nog veel kastdochters op tafel, in volgorde van wanneer ik ze het laatst gedaan had:

Leeuwenhart: de familieversie van Löwenherz. Het biedproces is vervangen door een eenvoudig systeem van het kopen en verkopen van kaarten. Een stuk gestroomlijnder en daardoor de helft korter. Duidelijk meer gericht op families dan fijnproevers, maar er zijn genoeg fijnproevers die deze versie prefereren. Ik zie wel waarom en begin me af te vragen of het origineel dat extra uur speeltijd wel waard is. Eerst nog maar eens spelen 🙂

Reef Encounter: nog steeds aardig, toch minder leuk dan ik me van de eerste keer herinnerde. Het opbouwen en daarna afbreken van de koralen is nog best een leuke puzzel, maar lieve heer, wat een gekunsteld spelsysteem is daarvoor nodig met larvenblokjes, algenblokjes, koraalkrachttegels en hoe die dingen allemaal ook mogen heten. Het spel wordt vaak vergeleken met Eufraat en Tigris. Dat moet ik maar niet doen, want dan valt Reef Encounter ernstig door de mand. Ik vond het leuk genoeg om nog eens te spelen, maar vrees toch wel voor het langetermijnspeelplezier.

Blue Moon City: Knizia in het genre waarin hij een meester is: stevige familiespellen waar de liefhebber ook nog wel wat uit kan halen. Dit heeft wel raakvlakken met Het achtste wereldwonder, waar je ook met z’n allen aan verschillende gebouwen werkt. Ook hier zit de winst weer in het oog voor detail en de juiste timing. Dit mag nog veel vaker op tafel komen.

Cathedral: in mijn studietijd deed ik regelmatig een snel potje Cathedral, maar erg diepgaand is het natuurlijk niet. Nu vind ik het vooral een mooi spel dat geschikt is om mijn kinderen kennis te laten maken met abstracte spellen. Als ze dit een beetje onder de knie hebben wordt het tijd voor Yinsh en consorten. Of wie weet wel go!

Rasende Roboter: dit is natuurlijk meer een puzzel dan een spel, maar wat voor één! Dit is wel het soort puzzel waar ik van houd. Je weet dat er een oplossing is, dat die ook bijna altijd minder dan twintig zetten bevat en toch kost het soms best moeite om die te vinden. Zelfs solo kan dat nog best aardig zijn, maar dan mis je natuurlijk de tijdsdruk van het spelen om de winst. Nog steeds een bijzonder origineel spel. Zie je wel dat er van het programmeren van robots in een fabriekshal best een leuk spel te maken is?

Wallenstein: Wallenstein is een lang spel. Vaak betekent ‘lang’ dat je een groeimotor moet opbouwen: eerst je positie uitbouwen, daarna punten pakken. Als je dat in Wallenstein probeert kun je het wel vergeten. Hier moet je vanaf het begin punten gaan pakken, maar natuurlijk wel zo dat je ze niet makkelijk kwijtraakt. Een gebied voorzien van meer dan twintig legers is natuurlijk best intimiderend, maar je kunt daarmee maar een paar keer een aanval uitvoeren voor het spel ten einde is. Opportunistisch spelen is het devies, en hopen dat de toren een beetje meewerkt. Nog steeds een leuke mix van El Grande en Risk.

2 reacties

  1. Glen More is écht een leuk spel.

    En als je de Kutschfahrt met 3 niet zo vind, moet je die echt eens met de uitbreiding proberen. Dan werkt het in ieder geval beter voor onevenaantallen. (alhoewel 3 wel weinig is trouwens :S)

  2. Glenmore: dat is pas JASE. Oftewel een dry cube pusher, droge kubusduwer etc. Maar verder best een aardige in zijn soort vond ik.

    TtA: inderdaad fiddly, een boel gedoe vond ik in 2006, toen ik het een paar keer deed. Maar toen vond ik AoS ook nog niks, dus ik was er misschien nog niet aan toe. Moet ik nog eens doen.

    Leeuwenhart: ik ben er zo een die aan de familieversie de voorkeur geeft vanwege de tijdsduur, gestroomlijnd ontwerp. Maar geweldig istie ook niet. Ik bewaar 'm vanwege het thema voor als mijn zoontje er aan toe is.

    Reef Encounter is wél een topper. Niet een spel om zo weinig te doen. Het duurde bij mij ook een paar potjes voor ik het soepel speelde en het spel goed doorgrondde. Mooi systeem. De moeite waard om vaker te spelen, want alleen met ervaren spelers is het leuk. Optimaal met drie, vanwege de downtime.

Laat een antwoord achter aan Rober Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *