Gespeeld in oktober

Geplaatst door
Oktober is de maand van Spiel, wat betekent dat ik in die maand doorgaans de meeste nieuwe spellen speel. Doordat dit jaar ook de doorstart van het Spellenspektakel in oktober viel, kwamen daar wat extra nieuwtjes bij. De teller bleef steken op 18 nieuwe spellen. Daar zaten veel aardige spellen bij, maar op het eerste gezicht nog geen toppers. Wel een paar met potentie, waarvan de leukste Homesteaders was

Homesteaders speelt zich af in de tweede helft van de negentiende eeuw, toen pionierende boeren het westen van Amerika gingen koloniseren. De spelers stichten eenvoudige nederzettingen, die uitgroeien tot dorpen en uiteindelijk steden. Het spel kent tien rondes, waarin spelers bieden op het recht om gebouwen te mogen maken. Gebouwen leveren verschillende inkomsten op (geld, grondstoffen en punten) en hebben soms nog extra eigenschappen. Op die manier probeert iedereen zijn eigen ‘sneeuwbal’ te creëren om aan het einde de meeste punten te verzamelen. Homesteaders is een klassieke euro waarin je je eigen groeimotor bouwt en de verschillende gebouwen veel manieren geven om dat te bereiken. Met twee spelers is het best OK, maar met meer is er een stuk meer concurrentie en komt het spel nog meer tot leven. Ik zie ernaar uit om het vaker te spelen en de verschillende strategieën te verkennen.

De andere nieuwe spellen, met de leukste voorop:

Seasons: grondstoffen verzamelen, kaarten spelen en proberen mooie combo’s te maken. Viel me niks tegen en ik vond een proefpotje op het Spellenspektakel leuk genoeg om het te kopen. Met alleen de basiskaarten kan ik me voorstellen dat de wederspeelbaarheid beperkt is; gelukkig zitten er extra kaarten in. Ik ben benieuwd hoe het draften werkt met meer spelers. Daar wordt het waarschijnlijk leuker van, maar ook trager (en Seasons wil niet te lang zijn). Met de volle bezetting spelen zou ik alleen aandurven met vier zeer ervaren spelers.

Hanabi: een wonderbaarlijk samenwerkings- en deductiespelletje dat ik nergens mee kan vergelijken. De lol van het spel zit in de conventies die je stilzwijgend afspreekt. Voor het speelplezier is het wel belangrijk dat je behalve de hints niet met elkaar communiceert. Anders is de uitdaging er snel af. Ik wacht nog steeds op een perfecte score van 25.

Hawaii: de laatste tijd toon ik verschijnselen van het JASE-syndroom (Just Another Soulless Euro, met dank aan Brian Bankler): bij het zoveelste blokjes-verzamelen-mannetjes-plaatsen-punten-scoren-spel moet ik al snel een geeuw onderdrukken. Ik was daarom verrast hoe leuk ik Hawaii toch nog vond. Want ook hier moet je weer met een mannetje op pad, grondstoffen uitgeven om verschillende tegeltjes te kopen en daarmee op honderdenéén manieren punten scoren. Focus of een betekenisvol thema vind je dus niet echt in dit spel, maar gelukkig wel vaak lastige keuzes, stress of anderen niet een cruciale actie inpikken, aan een strategie werken maar toch flexibel zijn, enzovoort. Ik ben benieuwd hoe leuk het met twee is, want daar heb ik het vooral voor gekocht.

Morels: ik speel regelmatig een spel met twee en ben dus altijd in voor een leuk nieuw ‘stellenspel’. Morels staat hoog aangeschreven en zodoende plaatste ik een bestelling in de VS. In Morels maak je setjes paddenstoelen om die te koken voor punten. Met extra ingrediënten als boter of appelcider wordt het extra lekker, naar het schijnt. Het speelt lekker weg, maar ik krijg er nog niet dezelfde warme gevoelens bij als bij Lost Cities. Tegelijkertijd vermoed ik dat het spel nog verrassend veel subtiliteit kent in de keuze van de paddenstoelen die je probeert te verzamelen. Plukken wat je plukken kunt lijkt niet de handigste tactiek.

Die Paläste von Carrara: op Spiel was alleen de basisversie van dit spel te spelen. Omdat de regels (en ook Kramer zelf) ten sterkte aanraden eerst die een paar keer te proberen voor je overgaat op de gevorderde versie heb ik dat maar braaf gedaan. In die incarnatie is PvC een aardig bouwspel, waar je telkens moet kiezen tussen grondstoffen kopen, gebouwen maken met die grondstoffen of gebouwen waarderen om weer aan geld (en/of punten) te komen. Timing is waar het om draait, vooral om de bonussen van het scoren niet te missen. Het spel zelf miste nog wel iets (‘bite’), dus de volgende keer ga ik gewoon voluit.

Vegas: een lollig dobbelspel waar leedvermaak een belangrijke rol kan spelen. Lekker vlot en luchtig, goed voor enig denkwerk maar ook weer niet al te serieus. Aanbevolen als vlot tussendoortje.

Spectaculum: Knizia doet 18xx, maar dan als familiespel. Fanatieke treinenspelers zullen hier niks van hun gading vinden, als vlot familiespel met een geluks- en naaifactor is dit zeker geslaagd. Iedereen moet wel doorspelen, want als dit een uur duurt is de lol er snel af.

Mogel Motte: het winnende kinderspel in Duitsland van de telgen brand. Dit is vooral leuk om de lol die je er om hebt: proberen vals te spelen zonder dat de opzichter het zien (of jezelf de slappe lach krijgt). Ik vrees dat de jongste kinderen het valsspelen nog niet voldoende onder de knie hebben, dus ouderlijk toezicht komt het speelplezier vast ten goede.

Kairo: zie mijn Spielverslag

Rondo: zie mijn Spielverslag

Escape: The Curse of the Temple: dit was een van de hits van Spiel, maar na een potje is het voor mij moeilijk om te zien waarom. Je dobbelt tien minuten lang met z’n allen als een gek en dat is het dan. Ik vond het wel een grappige gimmick, maar om dit nou vaker te spelen: nee. Laat staan er veertig euro voor uit te geven (en nog een paar tientjes voor de uitbreidingen).

Völuspá: dit is gewoon Qwirkle met meer toeters en bellen. Net als Qwirkle is het een vrij opportunistisch spel, waarbij je iedere beurt zit te tellen wat nu weer de meeste punten oplevert. Een klein beetje plannen kan nog wel, maar niet meer dan een beurt vooruit. Leuk om een keer gedaan te hebben, maar doe mij maar gewoon Genius.

Andermans Veren: Friese scheen zich te ergeren aan het feit dat bepaalde spelideeën tot vervelens toe hergebruikt werden en nam zich voor een spel te maken dat al die ideeën combineert. Andermans Veren is dus eerder een statement (of parodie, zo je wilt) dan een op zichzelf staand spel. Ik met zeggen, ik vind het knap hoe hij erin geslaagd is om er een werkend spel van te maken dat voldoende weet te boeien. Maar de elementen die ik leuk vond komen in andere spellen veel beter tot hun recht. Blijft over de parodie, maar daar speel ik geen spellen voor. Is dat ironisch? Hij heeft het vast zo bedoeld.

Kolejka: boodschappen doen in het Polen van de jaren tachtig betekende jezelf overleveren aan de grillen van het lot en hopen dat je met iets naar huis gaat (doet er niet toe wat). Kolejka probeert dat gevoel op te doen leven en slaagt daar wonderwel in. Je kunt wel een mooi plekje in de rij hebben, maar anderen hebben altijd wel slinkse trucs om voor te dringen. Thematisch dus erg geslaagd en een goede les over het morele failliet van het communisme, maar in een spel heb ik graag iets meer controle.

Skip-Bo: behoort met Uno (pesten) tot de internationale kaartklassiekers. Dit was een onbedoelde bijvangst van de Spiel Math Trade, maar als kinder- dan wel familiespel blijkt het best aardig. Maar ook echt alleen dan en niet te vaak.

Boom Boom Balloon: zie mijn Spielverslag

Star Wars: Angriff der Rebellen: dobbelen, tegeltjes omdraaien en onthouden wat er ligt. Saai.

Ondanks het geweld van de nieuwe spellen slaagde ik er toch weer in vier kastdochters op tafel te krijgen. Dat bleek over het algemeen een genoegen.

Where’s Bob’s Hat (2004): misschien niet de beste boerenbridgevariant, maar nog steeds erg leuk. Ik krijg alleen niet goed grip op het spel.

Medina (2004): het spel dat het begrip ‘zetdwang’ extra betekenis geeft. Je moet bij je zetten goed opletten dat je het niet te mooi neerzet voor je buurman en soms niet aarzelen een niet zo’n groot paleis te claimen. Voor je het weet worden ze niet meer zo goed en locatie is soms meer waard dan omvang (zoals iedere makelaar je kan vertellen).

Andromeda (2004): het was al te lang geleden dat de galactische asbak op tafel verscheen. Andromeda kent een stevige geluksfactor, maar het spel is nog steeds met weinig andere te vergelijken. In de Gouden Eeuw van de eenheidsworst is dat wel een pre.

Manhattan (2004): ook dit oudje kan nog steeds goed meekomen. Simpel genoeg als familiespel en uitdagend genoeg voor veelspelers. Geen wonder dat dit ooit de Spiel des Jahres won.

4 reacties

  1. Met Medina (en Tyros) begon mijn spellencollectie, dus ik heb daar nog altijd warme gevoelens voor. En het eindresultaat is ook zo mooi. Andromeda kocht ik ooit voor 1 euro. Bijzonder bijzonder spel.

  2. Was ik soms te streng voor je Star Wars spel? Verder geven mijn beoordelingen exact mijn gevoelens bij de spellen weer…

  3. Ik kan me niet herinneren dat je er ooit bij zoveel spellen zo erg naast gezeten hebt met je beoordelingen, PH…

Laat een antwoord achter aan Eugene van der Pijll Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *