Maart was een heerlijke spellenmaand. Er kwam 44 keer een spel op tafel, waarvan er vijf nieuw waren. De hit van deze maand was voor mij Wingspan (lees hier de recensie als je dit spel nog niet kent). Dit spel overvleugelde vanaf zijn komst in mijn spellenkast alle andere spelen en stond sindsdien 8 keer op tafel. Tip voor de mensen die het leuk vinden om hun bordspellen een beetje te pimpen: je kan nu overal schattige kleine paaskuikentjes kopen die heel goed de saaie (maar functionele) vierkante blokjes uit Wingspan kunnen vervangen om Wingspan op zijn paasbest uit de verf te laten komen.
Het tweede spel dat ik voor het eerst speelde was Azul: Stained Glass of Sintra. Dit is de opvolger van het super populaire spel Azul. In Stained Glass of Sintra moet je nou eens geen muurtje tegelen maar glas in lood ramen maken. De beurten gaan hetzelfde als in gewoon Azul, je legt de tegels nu alleen niet op horizontale rijtjes van verschillende lengte, maar op verticale kolommen. Je mag alleen tegels leggen in de kolom waar een meeple bij staat en de meeple mag gratis alleen naar rechts verplaatst worden. Als je een beurt past mag de meeple weer helemaal terug naar links geplaatst worden. Op de kolommen staat aangegeven welke kleuren waar moeten komen. Als je een kolom gevuld hebt, dan scoor je meteen de punten voor die kolom én scoor je punten voor alle kolommen die je eerder al afgemaakt heb die rechts liggen van de kolom die je net heb afgemaakt. Daarnaast is er elke ronde een kleur die bonuspunten oplevert als je in die ronde ramen afmaakt waar die kleur in zit. Alle tegels die je pakt, maar die je niet kwijt kan komen op een eigen strafpunten bordje. De eerste tegels leveren nog niet zo veel strafpunten op, maar latere wel. Het bordje wordt niet tussen de ronden geleegd en dus is het veel lastiger om flinke straffen te ontlopen. Stained Glass of Azul is best een aardige variant van Azul. Veel is hetzelfde gebleven, maar er zijn wat elementen aan toegevoegd waardoor je, als je goed oplet en puzzelt, nog meer punten kan scoren. Het leuke van Azul vind ik alleen dat het zo. elegant simpel spel is. Voor mij voegen de extra regels daardoor vooral extra complexiteit toe, maar geen extra speelplezier. Ik zal het zeker niet afslaan om dit spel nog eens te spelen, maar ik ben er volstrekt tevreden mee dat in mijn spellenkast alleen het gewone Azul staat.
Het derde nieuwe spel dat ik speelde was Gentes. Lody had na heel lang wachten zijn gedeluxefied Kickstarter binnen en wilde hem graag spelen. Het spel zag er echt geweldig mooi uit met vooral hele mooie grote houten speelfiguren. Vanzelfsprekend wilde Lody zijn nieuwe aanwinst graag spelen op Spellenpret en ik mocht meedelen in de spellenvreugde. Gentes is een abstracte civ-builder (civ van civilization). Of te wel: je begint met één van ieder van de zes soorten poppetjes (die staan voor verschillende beroepen, dus een boer, een priester, een bouwer, etc.) en tijdens het spel wordt je volk groter en bouwen ze mooie dingen voor je. Het spel wordt gespeeld over verschillende rondes en in iedere ronde heb je een bepaalde hoeveel tijd en geld tot je beschikking staan. Met deze tijd en het geld kan je gebouwen (kaartjes) bouwen waarmee je meer mogelijkheden krijgt. Op de gebouwen staat vaak (altijd?) een voorwaarde waar je aan moet voldoen, voor je het gebouw mag maken, bijvoorbeeld dat je twee boeren en een priester moet hebben. Je moet je dus een beetje slim ontwikkelen om verder te komen. Een grappige vondst in dit spel is dat je de mannetjes niet echt krijgt, maar dat ze afgebeeld staan op drie rijen op je bordje. Aan elk uiteinde van de rij staat een popje en dat beweeg je naar het midden van de rij als je er meer van krijgt. Maar dat betekent dus ook dat je (als de mannetjes elkaar ontmoeten) niet meer van de een kan krijgen zonder dat je er één van de andere soort opgeeft (noem het omscholen). Wij speelden het spel met de volle bezetting (vijf spelers) en daardoor duurde het best lang. Gentes is best pittig en eigenlijk een spel dat je vaker moet doen voor je er echt iets over kan zeggen. Het spel is redelijk abstract, best complex, duurt zeker niet kort maar (als dit je allemaal niet afschrikt) zeker geen slecht spel. Ik snap wel dat veel mensen dit spel met veel plezier spelen.
Het vierde nieuwe spel dat ik speelde was Gùgõng. In dit spel moet je door de juiste cadeautjes te geven aan Chineze overheidsfunctionarissen waardevolle gunsten zien los te weken om de overwinning binnen te slepen. Iedere speler begint met een starthand met cadeautjes en in je beurt geef je op één van de actielocaties een cadeautje af om de betreffende actie uit te mogen voeren. Maar dat mag alleen als jouw cadeautje waardevoller was dan het cadeautje dat je er voor terug krijgt (je pakt de kaart die op de actielocatie ligt en legt er jouw kaart voor terug). Je zou dus kunnen zeggen dat dit geen werkverschaffingsspel is, maar een cadeauverschaffingsspel. Dit mechanisme vond ik een leuke variant op het bekende werkverschaffen dat we al zo vaak hebben gezien. Ik vond alleen de acties die je vervolgens uit kon voeren niet zo interessant. Het bleef allemaal een beetje abstract en je hebt zo weinig acties in verhouding tot wat er te doen is, dat je vooral heel veel niet doet en dat vond ik jammer. Ik loop daardoor niet echt warm voor dit spel.
Het laatste nieuwe spel dat ik deed was Qwantum. Deze opvolger van Qwixx en Qwinto kocht ik afgelopen oktober op Spiel. In het al het roll and write geweld dat op Spiel was uitgekomen bleef dit spel een beetje onopgemerkt. Ik moet toegeven dat het er ook een stuk minder aantrekkelijk uitziet als toppers Welcome to en Railroad Ink. In dit spel gooit de actieve speler de zeven dobbelstenen die dit spel rijk is. Op zes hiervan staan gekleurde vakjes met waardes en op de zevende alleen getallen. De actieve speler mag vervolgen nog zo veel dobbelstenen als hij wil een tweede keer gooien om het resultaat te verbeteren. Vervolgens leg je de dobbelstenen op kleur bij elkaar. De actieve speler kiest als eerste zo’n groepje en telt bij de som van de gegooide getallen de waarde van de getallen-dobbelsteen op. Dit getal zet je dan in het juiste rijtje (met dezelfde kleur als de gegooide dobbelstenen) op een scorebriefje. Daarna mogen alle spelers (en dus ook de actieve) van de resterende groepjes ééntje uitzoeken. Ook hier tel je de waardes van deze dobbelstenen weer op en tel je daarbij de waarde van de getallen-dobbelsteen op en schrijf je dit op de juiste plek op je blaadje. Op deze manier probeer je rijtjes te maken die eerst vier getallen lang oplopen en daarna nog twee keer aflopen. Vervolgens scoor je per kolommetje dat je gevuld hebt de waarde van het op één na laagste getal dat in dat kolommetje staat. Qwixx en Qwinto vind ik beide erg leuke spellen en dus hoopte ik dat dit ook weer een voltreffer zou zijn, maar dat viel helaas een beetje tegen. Ons ene potje was wel aardig, maar we voelden beide geen enkele behoefte om het spel nog eens te doen. Waarom zou je een matig spel doen als je ook een roll and write spel op tafel kan zetten dat echt leuk is. Ik vrees dat we van dit spel dus niet veel meer gaan horen.Behalve nieuwe spellen, stonden er deze maand (vooral voordat Wingspan ons huis binnenvloog) ook een aantal golden oldies op tafel die ik nog even een eervolle vermelding wil geven.
Allereerst speelden we weer eens Carcassonne Overzee. Ik had dit spel heel lang niet gespeeld, maar wist dat ik er heel enthousiast over was. Recent hadden Niek en ik een aantal keer Carcassonne Safari gedaan en dat spel vonden we met twee eigenlijk net te lang duren. Voor de zekerheid besloten we daarom bij Overzee een huisregel in te voeren om de speelduur te beperken. In plaats van één tegel trokken we er twee in iedere beurt en dan mocht je kiezen welke je wilde gebruiken en de ander ging uit het spel. Hierdoor halveert de speelduur van het spel en nam het speelplezier wat mij betreft alleen maar toe omdat het veel spannender was of het zou lukken om iets af te bouwen (je hebt per slot van rekening minder beurten). De twist in deze Carcassonne variant is dat er net op een andere manier gescoord wordt en dat mannetjes niet automatisch gewaardeerd worden. Je bouwt in dit spel een ruig landschap met bergen, weides en zeeën waar her en der een stadje liggen. In je beurt mag je (nadat je een tegel geplaatst hebt) kiezen of je een mannetje plaatst of terug neemt. Als je een mannetje terugneemt wordt hij gewaardeerd. Hoeveel punten je krijgt hangt af van het landschap waar hij op stond én van de vraag of het gebied afgebouwd was (meer punten tenzij het een gebied is van twee) of niet (minder punten). Ik vind deze variant nog steeds net zo leuk als ik het vond toen het in 2005 uitkwam. Als je er dus een tegen komt (straks op de rommelmarkt op koningsdag ofzo) dan is het zeker de moeite waard om hem mee te nemen.
Niek en speelden verder ook Cartagena weer eens. Dit is een spel uit 2000 wat (net als veel spellen uit die periode) uitblinkt in simpele regels die samen toch een heel interessant spel opleveren. In dit spel ben je een groepje piraten die proberen te ontsnappen uit een gangenstelsel. In het gangenstelsel staan symbolen afgebeeld op iedere stap die je moet zetten. Als je een handkaart afspeelt dan mag je één van je piraten naar het eerstvolgende lege vakje waar dit symbool op staat verplaatsen. Als je dus een beetje geluk hebt staan er al piraten voor je op dit symbool en kan je dus hele stukken overslaan. Nieuwe handkaarten zijn “helaas” niet gratis. Je krijgt ze door een piraat weer terug de tunnel in te sturen. Hij loopt net zo lang achter uit tot hij een andere piraat of een groepje van twee piraten tegenkomt (groepjes van drie piraten worden overgeslagen). Je krijgt dan net zo veel kaarten als er piraten stonden waar je bij kwam staan. Je probeert in dit spel dus naar voren te sprinten afgewisseld door kleine stukjes terug. Je moet daarbij goed in de gaten houden dat geen van je piraten te ver achterop raakt want dan kan die én geen gebruik maken van ketens van al bezetten symbolen, maar ook niet achter uit lopen om aan nieuwe kaarten te komen. Ik heb dit spel weer met veel plezier gespeeld. Nog een spel dat je aan het eind van deze maand niet op de rommelmarkt moet laten liggen als spellenliefhebber!
De laatste gouden oude die deze maand op tafel kwam was De Legenden van Andor. Vorige maand ben ik met het groepje collega’s waar ik regelmatig mee speel aan dit spel begonnen. In Legenden van Andor speel je een groepje avonturiers die de koning en inwoners van het land Andor verdedigen tegen het kwaad dat bestaat uit Ghors, Skrallen en Wardrags. Het spel lijkt in de eerste instantie op een dungeon crawler doordat je karakters hebt die je sterker moet maken om steeds sterkere bad guys te verslaan. Maar als je het spel gaat spelen kom je er achter dat het spel vooral een puzzel is waarin samen moet werken om op de juiste momenten de juiste bad guys te verslaan. Iedere keer dat je een monster verslaat gaat een pion op een tijdspoor namelijk vooruit en als de pion aan het eind van het spoor komt voor je al je doelen hebt bereikt, dan heb je verloren. Het is daarom niet handig om elk monster dat je pad kruist aan te vallen omdat je je tijd voor andere dingen nodig hebt. Je speelt verschillende scenario’s die samen een verhaal vertellen. Het beginnersscenario wonnen we redelijk makkelijk, maar het tweede scenario kostte ons al best wat moeite, maar inmiddels hebben we dat ook gewonnen. Natuurlijk is het af en toe vervelend dat je in dit spel vecht met dobbelstenen en dobbelstenen erg ongewenste uitkomsten kunnen opleveren. Maar door beter te plannen wanneer je aanvalt en door samen aan te vallen, maak je de kans daarop al snel kleiner. Binnenkort beginnen we aan het derde scenario, ik ben benieuwd of het ons gaat lukken!
Je hebt me nog nieuwsgieriger gemaakt, Geert! Legende 1 en 2 waren al zo leuk om te doen.
Legende 3 van Andor… Heerlijk. Vond ik een genot om te spelen. Dan begint het spel pas echt!
Gugong moet je leren spelen. We spelen het nu anders dan in het begin bij de kennismaking. Voor mij een bescheiden topper. Evenals Gentes bijvoorbeeld. Maar het zijn beide spellen die ik niet graag in de volle bezetting speel.