2-4 spelers (vanaf 10 jaar)
30 minuten
Auteur: Frank Crittin, Grégoire Largey, Sébastien Pauchon
Uitgever: Space Cowboys (2019)
Het spel…
Het oude Egypte doet het altijd goed in spellen. Ik denk dat dat voor een belangrijk deel komt doordat deze cultuur zo veel afbeeldingen in mooie strakke lijnen en voorzien van mooie felle kleuren heeft nagelaten. Die beeldtaal doet het gewoon nog steeds heel goed. Het spelletje Ank’hor maakt er in ieder geval ook weer dankbaar gebruik van.
Onder het prachtige Egyptische uiterlijk zit een abstract spelletje waarin je in een razend tempo punten moet gaan verzamelen. Dit doe je door tegels te kopen uit een centrale voorraad. Je betaalt ze met kleine pokerfiches waarop verschillende symbolen staan.
In je beurt mag je kiezen uit twee acties: drie pokerfiches pakken (met een handlimiet van vijf) óf je pokerfiches uitgeven aan een tegel door de gevraagde combinatie van fiches in te leveren. De tegels die je koopt leg je vervolgens voor je neer. Zodra je vier tegels hebt liggen, dan kan je ook een niveautje hoger gaan bouwen. Je legt dan een tegel in een kleur van een van de vier ondersteunende tegels neer. Als je dat doet, dan hoef je een pokerfiche minder te betalen.
Je probeert de tegels zo neer te leggen dat tegels van dezelfde kleur en tegels met dezelfde symbolen aan elkaar grenzen. Het liefst maak je groepjes van vijf of meer, want dat levert je meteen een bonusfiche dat drie punten waard is op. Maar je wilt er in ieder geval voor zorgen dat er groepjes van twee ontstaan want alleen dan scoren de kleuren en symbolen punten. Behalve tegels met symbolen zijn er ook nog een speciale tegels waarmee je bijvoorbeeld een extra beurt krijgt, je een extra fiche mag bewaren of waar alleen een lege woestijn op staat.
Naast je gewone actie, mag je ook ankh-fiches inzetten (als je ze hebt). Deze kan je op twee manieren inzetten. De eerste is dat je de tegelvoorraad aanvult. De andere manier is dat je een tegel in je eigen speelgebied op een andere plek neer mag leggen. Als je daardoor groepen van vijf opbreekt, moet je wel weer je bonusfiche inleveren.
En zo bouw je tegel voor tegel je eigen speelgebied op. Het spel is afgelopen aan het eind van de ronde waarin de eerste speler zijn of haar dertiende tegel neerlegt. Wie daarna de meeste punten heeft, wint het spel.
…en de waardering
Het grootste bezwaar dat ik tegen Ankh’or heb, is dat het altijd zo verschrikkelijk snel is afgelopen. Ik houd er van om lekker iets op te bouwen, maar in dit spel komt het einde lang voor ik mijn masterplannen heb ik kunnen verwezenlijken. Het is al echt een behoorlijke prestatie om twee bonusfiches te scoren, meestal kom ik niet verder dan één (en zelfs dat haal ik echt niet altijd). Maar je leert snel genoeg dat het doek vroeg valt in dit spel en dan kan je er rekening mee houden. Je weet dat je maar weinig kan doen en dus valt er geen beurt te verspillen. En dat zorgt voor wat prettige pit in dit compacte spelletje.
Ankh’or is daardoor een prima familiespelletje dat ook lekker speelt met twee. Door de korte speelduur lever je wel wat in op herspeelbaarheid (de potjes lijken wel erg op elkaar), maar voor een tussendoortje vind ik dat niet heel erg.