Cabanga

Het spel…

Kaartspelletjes hebben het voordeel boven bordspellen dat er meestal meer mensen kunnen meedoen en dat het vlotter speelt. Vaak gaat het om slagenspellen. Al enige tijd zijn er kaartspellen die inzetten op het zo snel mogelijk leegspelen van je hand. Cabanga valt binnen deze categorie.

Er is geen thema verbonden aan dit kaartspelletje. Cabanga is de fraaie kreet waarmee je medespelers, met het nodige leedvermaak, wat van je eigen kaarten toeschuift. In Cabanga start je het spel met een hand van 8 kaarten. Deze kaarten komen in vier kleuren en hebben waarden van 1 tot en met 18. Je wilt deze kaarten zo snel mogelijk kwijt. Dat kan op de acht aflegstapels die centraal op tafel liggen. Deze stapels zijn verbonden aan de vier gekleurde ‘rijkaarten’. Ter weerszijden van elke rijkaart ligt een grijze startkaart als basis voor de aflegstapel.

In je beurt speel je één van je handkaarten op één van de aflegstapels. De enige voorwaarde is dat je de juiste kleur speelt naast de gekleurde rijkaart. Het is daarnaast erg handig als de waarde van je kaart zoveel mogelijk aansluit bij de waarde van de kaart op de tegenoverliggende aflegstapel van dezelfde kleur. Laat je daar ruimte tussen, bijvoorbeeld een gele 8 naast een gele (of grijze) 12, dan kunnen alle andere spelers “Cabanga” roepen als zij een gele 9, 10 of 11 hebben. Die mogen zij vervolgens afleggen. Jij krijgt dan evenveel nieuwe kaarten als dat er kaarten afgelegd zijn. Dat heb je uiteraard liever niet, maar soms is daar niet aan te ontkomen. Maar al te vaak is het hopen dat niemand de tussenliggende getallen heeft.

Op het moment dat een speler alle handkaarten kwijt is, tellen de andere spelers de minpunten (1, 2 of 3) die op hun handkaarten staan bij elkaar op. Vervolgens speel je een nieuwe ronde tot het moment dat iemand 18 of meer minpunten heeft. De speler(s) met de minste minpunten wint.