Bonsai

Ik heb al de grootste moeite om mijn kamerplanten in leven te houden (spoiler: dat gaat regelmatig mis) en dus kan ik alleen maar met bewondering kijken naar de perfecte miniboompjes die Japanners kweken. Met veel kunde, geduld en precisie weten ze dit voor elkaar te krijgen. In het spel Bonsai mag je zelf de tuinhandschoen oppakken en je eigen bonsaiboompje gaan creëren.

Als je aan de beurt bent, kan je kiezen uit twee acties: of je kiest een kaart uit of je gaat bouwen aan je boompje. Als je een kaart wil nemen, dan heb je de keuze uit vier kaarten. Er zijn verschillende soorten kaarten, sommige leveren je extra tegels voor je boom op, anderen geven je het recht om meteen een paar tegels te bouwen. Verder zijn er kaarten die er voor zorgen dat je meer tegels mag bouwen, waardoor je een grotere voorraad aan mag houden of die je aan het eind van het spel extra punten opleveren. Onder elke kaart staat nog aangegeven wat je daarnaast krijgt. Bij de eerste kaart is dat niets, maar bij de andere kaarten krijg je er één of twee tegels bij die je later gaat gebruiken om je boom te bouwen.

Als je gaat bouwen, dan kijk je op je starttegel. Daarop staat aangegeven hoeveel tegels je in een bouwbeurt mag neerleggen (aan het begin van het spel een stam, een blad en een tegel naar keuze). Later in het spel heb je meestal wel wat kaarten verzameld waardoor je meer mag bouwen.  Vervolgens pak je de tegels die je mag bouwen uit je persoonlijke voorraad en bouw je daarmee je eigen bonsaiboom. Natuurlijk gelden er (hele logische) bouwregels. Zo leg je een stammetje altijd aan een ander stukje stam, moet blad aan een stam groeien en groeien de bloemen en vruchten aan de bladeren. Maar afgezien van deze regels ben je helemaal vrij om je bonsai zo te vormen als je zelf wilt.

Aan het eind van het spel wordt elke bonsai gewaardeerd. Elk stukje stam, blad, bloemetje en vruchtje levert punten op. Dit puntenaantal kan nog verhoogd worden als je bepaalde kaarten hebt bemachtigd. Verder zijn er tijdens het spel nog punten te halen door tijdens het spel bepaalde doelen na te streven. Elk spel liggen er drie doelen op tafel (zoals bomen met veel blad bouwen of juist bomen die in een bepaalde vorm zijn gegroeid) en als je een doel haalt, dan mag je de tegel pakken. Wie aan het eind van het spel de meeste punten heeft, wint natuurlijk.

…en de waardering

De charme van Bonsai zit hem in het bouwen van je eigen bonsai en de vrijheid die je daarbij hebt. Het is leuk om iedere keer net een andere boom te bouwen. De ene keer ga je lekker de hoogte in, de andere keer de breedte of misschien maak je wel veel aftakkingen. Alles mag. En de eerste potjes was dat ook wat ik vooral aan het doen was: de perfecte bonsai maken.

Maar na een paar potjes begon ik meer te focussen op de punten en was ik bereid daarvoor genoegen te nemen met een net wat minder mooie boom. En als je wat meer op de punten gaat spelen, ontstaat er ook meer interactie. Je wilt dan de doelen als eerste halen en gaat op de bonuspuntenkaarten letten. Als je competitiever gaat spelen, wordt het spel ook uitdagender. Je moet met meer dingen rekening gaan houden en vaker opties tegen elkaar afwegen.

Bonsai kan je dus zowel heel relaxed spelen, maar ook wat fanatieker. En daarmee is het een heel geslaagd familiespelletje dat ook voor wat fanatiekere spelers nog genoeg te bieden heeft om af en toe met plezier te spelen.