2-4 spelers
45 minuten
Auteur: Leo Colovini
Uitgever:
999 games
(2006)
Het spel …
In Castello is de hoofdactiviteit niet zoals de titel doet vermoeden, kastelen bouwen, maar is de architect ingehuurd om steden uit de grond te stampen. Iedere beurt moet je ergens op het bord een muur plaatsen en aan de daaraan grenzende gebieden een huis in een kleur die door de dobbelstenen bepaald wordt. Ook moet je aan de muur een toren plaatsen (als daar ruimte voor is) waarvan de kleur weer niet een keuze van jezelf is.
In je hand heb je een aantal opdrachtkaartjes (de gildekaarten). Zodra een gebied compleet ommuurd is, hebben we te maken met een nieuwe stad. Te beginnen met de actieve speler mag iedereen één of twee van deze opdrachtkaartjes spelen. Er kan bijvoorbeeld op staan dat je punten krijgt als de stad precies een bepaald aantal vlakken groot is, of voor alle huisjes die nog niet in een stad liggen, of voor alle witte torens. Grofweg kun je de kaarten onderscheiden in de plattelandskaarten, geldend voor alles buiten de stad en de stadskaarten waarbij je punten krijgt voor de zojuist afgebouwde stad. Een nieuwe stad die al aan één of meerdere steden grenst mag met één van zijn buren worden samengesmolten, de actieve speler bepaalt dit en de opdrachtkaartjes gelden dan voor de grotere stad.
Na deze actie mag je slechts één nieuw opdrachtkaartje pakken. Als je geen kaart wilt spelen mag dit ook, je kunt dan één kaart omwisselen en er eentje extra pakken. In de spelregels staat dat de speler die achteraan ligt aan het eind van zo’n ronde zoveel kaartjes mag ruilen als hij wil.
Bij het samenvoegen van steden komen de muren en pilaren weer terug in de voorraad. Het spel is afgelopen als een voorraad op is (niet van één kleur maar van alle huisjes, paleizen, torens enz). Hiermee gaat de vaart behoorlijk uit het spelen kan het einde tergend lang getraineerd worden. Geen goed teken, maar al snel zijn er bij ons een aantal huisregels ingevoerd: 1. bij samenvoeging gaat het overtollige spelmateriaal in de doos en uit het spel. 2. De laatste speler mag één kaart extra ruilen aan het eind van een telronde. Hiermee beperk je het voordeel van achteraan lopen en houd je het spel spannender omdat de duur verkort is.
… en de waardering
Het spel schiep bij mij in eerste instantie hoge verwachtingen. De eerste keer dat ik het speelde kregen we de foutieve huisregels uitgelegd en was ik redelijk enthousiast. Bij de echte regels duurde het spel veel te lang en zakte de waardering met het kwartier. Hoe langer het spel duurt, hoe erger de urbanisatie op het bord voortschrijdt, en hoe minder je plattelandskaartjes waard zijn. Het lijkt alsof het spel iets te snel in de doos gegoten is. Het voelt alsof er meer in had gezeten. Met de huisregels is Castello leuk om te spelen, maar helemaal de bedoeling is dat natuurlijk niet.