TIP
2-4 spelers (vanaf 8 jaar)
30-45 minuten
Auteur: Asger Harding Granerud
Uitgever: Lautapelit (2016)
Het spel…


In het midden van de tafel wordt met losse stukken een parcours neergelegd. Je kan een van de standaard opstellingen uit het spel gebruiken, maar je mag ook je fantasie de vrije loop laten. Iedere speler krijgt vervolgens twee wielrenners en voor iedere wielrenner een deck met kaarten waarop staat hoe hard ze gaan (de Sprinteur gaat 2-9 vakken per keer en de Rouleur 3 tot 7). De wielrenners worden aan de start gezet en daarna kan het spel beginnen!
Iedere beurt trekt iedere speler voor iedere wielrenner vier kaarten van het deck en kiest daar één van uit om aan te geven hoe hard de wielrenner gaat. Je mag zelf kiezen in welke volgorde je de kaarten kiest voor de Rouleur en Sprinteur, maar je mag pas kijken welke kaarten je trekt voor de tweede nadat je de keus voor de eerste wielrenner hebt gemaakt.


Vervolgens ga je kijken welke wielrenners aan kop fietsen en de wind vol van voren krijgen. Elke wielrenner die een leeg vakje voor zich heeft staan, trapt zich het apelazerus en wordt moe. Deze wielrenner krijgt een vermoeidheidskaart die hij aan zijn deck moet toevoegen (snelheid van 2). Als je te vaak op kop fietst vervuilt dus je deck en voor je het weet trek je een hand met alleen maar 2-en en kom je dus niet meer vooruit.
Er wordt net zo lang gespeeld tot tenminste één wielrenner over de finish komt. De wielrenner die als eerste over de finish fietst (of het verste als er meerdere wielrenners finishen in dezelfde ronde), wint het spel.

Het spel adviseert om met een vlakke etappe te beginnen om de basisregels te leren. Daarna kan je bergen toevoegen met speciale regels. Zo kan je berg-op geen gebruik maken van de slipstream en ga je niet harder dan maximaal 5, terwijl je berg-af weer wel mag slipstreamen en juist minimaal 5 snel gaat (dit is dus het moment om vermoeidheidskaarten te dumpen). En als je nog meer variatie wilt, dan kan je nog de Peleton-uitbreiding kopen voor nog meer verschillende soorten wegen (waaronder de gevreesde kasseien) en de mogelijkheid om het spel ook met vijf of zes spelers te spelen.
…en de waardering
Flamme Rouge is een ontzettend leuk racespel. Het lijkt zo simpel, maar in de praktijk is het een leuke en lastige uitdaging om te bepalen welke kaarten je wanneer speelt. Het lijkt ideaal om aan het begin van de race splipstreamend mee te liften op de hogere kaarten van de andere spelers maar voor je het weet trekken zij een sprint naar voren waardoor er een te groot gat valt en je vol in de wind fietst waardoor de ene vermoeidheidskaart na de andere je deck insluipt waardoor je wielrenners niet meer vooruit te branden zijn.
Het spel is prima speelbaar met twee spelers, maar het spel is leuker met drie of vier spelers. De regels van Flamme Rouge zijn lekker simpel, maar dit gaat niet ten koste van het speelplezier. Hierdoor is Flamme Rouge een spel dat geschikt is voor zowel verwende veelspelers als voor families. Het spel is erg thematisch en daardoor zullen spelers al snel wielrenjargon uitslaan over pap in de benen, over hoe ver Parijs nog is en het hard maken van de koers. Dit komt het speelplezier zeer ten goede. Misschien is het spel zelfs wel zo leuk dat het lukt om verstokte wielrenfanaten in de zomer achter de tv vandaan te trekken omdat zelf meedoen leuker is dan kijken!

*4
Ik ben dol op racespellen, maar dacht het wel zo’n beetje allemaal wel gespeeld te hebben de afgelopen jaren. Flamme Rouge heb ik een tijd lang genegeerd. De doos en het wielrenthema spraken mij niet echt aan. Toen kwam het alsnog op tafel en was ik verkocht. Een fantastisch racespel waarin de meeleeffactor en de onderlinge strijd tot grote hoogten stijgt.