Jaaroverzicht Peter Hein

Geplaatst door

Ik weet niet hoe het voor jou was, beste lezer, maar voor mij was 2014 maar een matig spellenjaar. Ik speelde voor mijn doen relatief weinig en ook was ik nier erg onder de indruk van de nieuwe spellen van dit jaar. Ik geef direct toe dat ik natuurlijk maar een fractie gespeeld heb van wat er het afgelopen jaar is verschenen. Ik laat me komend jaar graag overtuigen van het tegendeel. Per slot van rekening waren enkele van de leukste spellen die ik in 2014 voor het eerst deed al eerder verschenen. Het kan dus zijn dat ik gewoon wat later ben met het ontdekken van leuke nieuwe spellen. Ik kom daarmee direct direct uit bij mijn persoonlijke top-5 van het afgelopen jaar:

Tzolk’in
Het leukste spel uit dit rijtje is tevens het oudste: uit 2012 alweer. Ik speelde dit al een keer in 2013, maar pas in 2014 kwam het vaker op tafel. En ook direct redelijk vaak, vijf keer in korte tijd, Dat zegt iets over hoe leuk ik het vind. Ik zat niet echt te wachten op weer een nieuwe werkverschaffer, maar Tzolk’in is een goede toevoeging aan het genre die echt iets nieuws brengt.

Koryô/Chosôn
Misschien een beetje valsspelen om hier twee spellen neer te zetten, maar het is met een reden. Beide spellen maken gebruik van hetzelfde principe, maar hebben verschillende kaarten. Het verschil is vergelijkbaar met bijvoorbeeld die tussen twee varianten van Ticket to Ride, Dominion of Ascension. Dit zijn twee lekker korte en scherpe kaartspellen waar je het einddoel telkens moet afwegen tegen wat nu belangrijk en mogelijk is. Een mix van strategie en opportunisme, allemaal in minder dan een halfuur.

Splendor
Dit had wat mij betreft de Spiel des Jahres mogen winnen, Niet omdat het een spectaculair spel is, maar het is wel goed en toegankelijk en een stuk leuker dan het wat suffe Camel Up, dat de prijs wel won. Splendor is eigenlijk nog best ingewikkeld veel een spel met zulke simpele regels. Je moet niet als een blind paar maar fiches en kaarten pakken die toevallig beschikbaar. Een beetje nadenken waar je voor gaat en af en toe een beurt ‘opofferen’ door een kaart op handen te nemen is vaak echt nodig voor de winst.

Istanbul
Ik heb een zwak voor Rüdiger Dorn. Hij kan zich in productiviteit niet meten met bijvoorbeeld Wofgang Kramer, Reiner Knizia of Stefan Feld, maar wat hij doet, doet hij doorgaans goed. Istanbul is weer zo’n echt Dorn-spel en voelt weldadig ouderwets. Geen Feldiaanse puntenbrij of Rosenberggeneuzel, maar een strak en doeltreffend ontwerp met de nodige variatie. Het spelverloop doet me wel een beetje denken aan zijn Il Vecchio, dat net als Istanbul een aangenaam hoog tempo heeft. Ik heb het alleen nog met de standaard opstelling gespeeld en wil daar graag wat aan doen.

Ascension
De laatste plaats is meer een extra eervolle vermelding. Ik speel Ascension vrijwel uitsluitend online (gebruikersnaam spellengek als je in bent voor een potje), maar af en toe komt het ook in fysieke gedaante op tafel. Ik vind het al langer een leuk spelsysteem, maar de laatste uitbreidingen tillen het spel echt naar een bijzonder hoog niveau. Zo zelfs, dat ik Ascension inmiddels een leukere deckbouwer vind dan Dominion. Waar het bij Dominion vooral gaat om het identificeren van de goede combo’s (of het spotten van een gebrek daaraan), draait in Ascension alles om tactiek, risicomanagement en veel opportunisme. Een groot nadeel van de fysieke versie is wel de administratie, die bij sommige sets echt voor hoofdpijn zorgt. Maar daarvoor is de online versie, Dit staat dus met stip in mijn persoonlijke top-10.

Tegenvallers waren er natuurlijk ook. Tijdens Spiel heb ik me dankzij het goede gezelschap twee dagen bijzonder goed vermaakt, maar de kwaliteit van de nieuwe spellen die ik daar speelde viel me wat tegen. De leukste spellen die ik deed ontstijgen maar net het niveau ‘best OK’. Een nieuwe topper heb ik nog niet gezien. Individuele tegenvallers waren er niet echt, misschien op Spike na. Dat leek me op grond van de beschrijving een leuke mix van Ticket to Ride en Age of Steam, maar was in de praktijk een slap aftreksel van de spellen die Alan Moon ontwerpt. Verder weet ik steeds beter welke spellen en auteurs niks voor mij zijn, dus tegenvallen kunnen die moeilijk. De Glasstraat van Uwe Rosenberg was nog niet eens zo beroerd, maar het al wat oudere Wie Verhext doet iets vergelijkbaars op een veel betere en elegantere manier.

Ik sluit af met de goede voornemens. Net als de vorige jaren wil ik me concentreren op de spellen die ik al heb. Die zal verder moeten krimpen en daarnaast wil ik minstens de helft ervan dit jaar spelen (in 2014 bleef ik op 48,6 procent steken) en wil ik alle spellen in mijn verzameling minstens vier keer gespeeld hebben. In het geval van Monopoly blijft dat altijd een stevige uitdaging. In tegenstelling tot mijn medeblogger is mijn (enige) potje Monopoly van dit jaar me goed bevallen. Eens zien wie ik dit jaar zo gek kan krijgen,

Eén reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *