Juli was een hele fijne spellenmaand. Er kwam 59 keer een spel op tafel, waaronder twaalf keer een spel dat ik voor het eerst deed. Over Regenboog Piraten, Mantis, Ticket to Ride: Iberia en Korea, Dice Hospital: Emergency Roll en Pixies schreef ik deze maand al een recensie, dus die spellen sla ik in dit overzicht verder over. Maar dan blijft er dus nog genoeg nieuws over om hier een lekker lang blogje van te maken.
De octopus (ook wel “The Great Inky One) uit Cosmoctopus was me al een paar keer opgevallen op foto’s van bijvoorbeeld Spiel. Dit speelstuk ziet er te schattig uit. Maar verder had ik me nooit verdiept in dit spel. Jeroen had het meegenomen toen hij, Det en Saskia een dagje spellen kwamen doen bij mij. Cosmoctopus is een spel waarbij je moet proberen als eerste acht tentakels te maken die samen een portal vormen waardoor The Great Inky One kan komen. Dit doe je door acties uit te voeren waarmee je grondstoffen verzamelt, kaarten verzamelt en de kaarten vervolgens bouwt. De kaarten geven je voordeeltje en soms dus ook de begeerde tentakels. Wat ik een leuke vondst vond aan dit spel was dat je aan het eind van je beurt altijd het octopus-speelstuk zo moest draaien dat hij de volgende speler aankijkt. Dat is toch een mooi passief-agressieve wijze om duidelijk te maken wie er aan de beurt is.
De vormgeving van Cosmoctopus vond ik heel leuk. Het is een parodie op alle Cthulhu-spellen. Het spel zelf vond ik ook best leuk. Maar ik vond het ook best een lastig spel om controle over te krijgen. Je probeert te engine-builden en hoe beter dat gaat hoe meer het spel gaat versnellen. Het lukte mij alleen niet om het spel in een hogere versnelling te krijgen en daardoor had ik het gevoel dat ik maar wat zat te klooien. Dit is dus echt een spel dat je eigenlijk een paar keer moet doen om het tot zijn recht te laten komen.
Det had Faraway meegenomen naar ons spellendagje. Dit is de spellenversie van “het leven wordt voorwaarts geleefd en achterwaarts begrepen”. In dit spel bouw je rij van kaarten. Op de kaarten staan symbolen en opdrachten. Om een opdracht te vervullen moet je een bepaalde combinatie van symbolen verzamelen. De catch is alleen dat de kaarten van achter naar voren worden gewaardeerd. En dit klinkt heel simpel, maar zorgt toch voor een behoorlijke uitdaging voor je grijze massa.
Ik vond Faraway een erg leuk spelletje. Het klinkt zo simpel, maar regelmatig moest ik echt heel hard nadenken over wat nou de juiste move was en hoe ik er voor kon zorgen dat ik punten ging scoren. Het spelletje ziet er ook nog eens erg mooi uit. Ik sluit niet uit dat deze een keer in mijn kast terecht gaat komen.
Saskia had The Great City of Rome meegenomen. In dit kaartspel ga je Rome bouwen met kaarten. Er zijn verschillende soorten kaarten die allemaal op een andere manier punten opleveren. Een ronde bestaat uit twee fases. In de eerste fase plaatsen de spelers hun poppetjes op een spoor. Hoe verder naar voren je staat, hoe minder grondstoffen je krijgt maar hoe eerder je aan de beurt bent in het tweede deel van de ronde. In dat deel kiezen de spelers een kaart waarop een gebouw staat dat je in Rome kan bouwen. Als je dus heel graag een bepaalde kaart wil hebben, dan kan je maar beter genoegen nemen met weinig grondstoffen. Maar dat kan je niet iedere keer doen, want dan verzamel je niet genoeg grondstoffen om al die lekkerere kaarten vervolgens ook te kunnen bouwen.
Ik vond het een interessant mechanisme dat je bij het bepalen van je plek in de beurtvolgorde moet kiezen tussen lekker veel krijgen of lekker vroeg aan de beurt zijn. Je wilt beide, maar dat kan dus niet. De rest van het spelletje is leuk, maar weinig vernieuwend. Ik houd wel van spellen waar je moet proberen op een bepaalde manier een zo waardevol mogelijk landschap te bouwen, dus ik heb me prima met dit spel vermaakt.
Ook Kōhaku is een tegellegspel, maar dit keer is je opdracht wat minder ambitieus dan Rome. Je hoeft namelijk alleen maar een vijver te bouwen. Er zijn twee soorten tegels in deze vijver. Op de ene staan opdrachten (scoor punten voor alle rode vissen om deze tegel of scoor punten voor elke baby vis op een aangrenzende tegel) en op de andere staan de vissen. Je moet de tegels als om en om leggen zodat er een soort dambordje ontstaat.
Ik vond dit een heel leuk legspelletje. Je bent lekker aan het puzzelen om de tegels zo te leggen dat ze maximaal scoren. En ondertussen staat er een mooie vijver voor je neus waarin kleurrijke vissen rondjes zwemmen. Dit spel zou ik best zelf willen hebben, maar het is de vraag of dat gaat gebeuren. Het is namelijk niet of nauwelijks verkrijgbaar. Ik zal mijn ogen eens open houden op Spiel, dat is misschien nog de meest kansrijke plek om het te gaan vinden.
Schrödingers Kat is een nieuw kaartspelletje van 999 Games. In dit kaartje is het de vraag of de doos leeg is of dat er dode of levende katten in zitten. Alle spelers krijgen een aantal kaarten waarop kaarten met een lege doos, dozen met een dode kat, dozen met een levende kat en jokers (dozen die zowel leeg zijn als dat er een levende en een dode kat inzit). Als je aan de beurt bent dan kies je of je gaat voorspellen hoeveel lege dozen, dode katten of levende katten er in de handen van alle spelers zitten. De volgende speler mag vervolgens kiezen of hij of zij je wil geloven of dat hij een hoger getal gaat voorspellen. Dit gaat net zo lang door totdat iemand niet geloofd wordt. Als dat gebeurt, leggen alle spelers hun kaarten open neer. De verliezer van deze weddenschap levert een fiche in en wie als eerste door zijn fiches heen is, verliest daarmee het spel. Tel hierbij nog op dat je aan het eind van je beurt altijd wat kaarten uit je hand mag afleggen en er nieuwe voor in de plaats mag trekken en dat je met speciale kaarten kan spelen die de eigenaar een bepaald voordeeltje geven.
Schrödingers kat doet mij denken aan Perudo. Maar dan met katten-kaarten in plaats van dobbelstenen. Ik speelde het met twee spelers en daarmee komt dit spel niet echt tot zijn recht. Het idee is leuk en ik kan me goed voorstellen dat dit een plezierig blufspelletje is als je met een wat grotere groep speelt. Helaas zijn al mijn vaste medespelers op vakantie, dus ik moet nog even geduld hebben voor ik dat kan uitproberen.
Gelukkig is het volgende spel in dit lijstje (Catan Kosmonauten: Het Duel) een onvervalste tweepersoons en laat dat nou precies het aantal mensen zijn dat er in mijn huis woont. Dit spel is een doorontwikkelde versie van het tweepersoonsspelletje De Ruimteschepen van Catan. In de Kosmonauten Duel ga je met je ruimteschip (dat je maakt door vier puzzelstukken in elkaar te klikken) de ruimte verkennen om daar handelsposten en kolonies te stichten. Ook hier begint je beurt met het gooien van een dobbelsteen die bepaald welke kolonies grondstoffen opleveren. Wat ik een goede vondst vind is dat als je in dit spel meerdere kolonies hebt met hetzelfde getal, dat je dan moet kiezen welke daarvan produceert. Je mag per keer namelijk maar van één planeet “oogsten”. Vervolgens bepaalt de worp ook meteen hoe ver je mag vliegen. Je telt bij de worp namelijk de waarde van je aandrijfsystemen op. Vervolgens kies je één van de vier stapels met kaarten en de andere spelers gaat deze één voor één opendraaien waarna jij moet bepalen of je gebruik wil maken van wat er voorbij komt. Zo kan je op sommige planeten grondstoffen kopen of verkopen of kan je planeten vinden waar je een kolonie of handelspost op kan starten. Maar als je pech hebt, dan kom je piraten tegen en moet je kiezen of je ze betaalt (ze willen geld zien) of dat je met ze vecht (en dan bepaalt een dobbelsteenworp in combinatie met het aantal wapens dat je hebt wie er wint). En zo vlieg je door de ruimte, net zo lang tot iemand tien punten heeft.
Ik heb deze Catan-variant inmiddels twee keer gespeeld. Ons eerste potje kwam wat langzaam op gang, het spel voelde daardoor stroperig en het duurde (te) lang. Het tweede potje wisten we beter hoe we de kaarten optimaal kunnen benutten en toen speelde het spel vlotter door. Doordat we meer grip op het spel hadden, zagen we ook steeds meer mogelijkheden om het naar onze had te zetten. En dat maakte weer dat we met veel meer plezier aan het spelen waren. Het gaat dan vast ook niet lang duren voor het spel voor een derde keer op tafel komt.
Op mijn shelf of shame (of opportunities) staat al een jaartje Escape Tales: Kinderen van Wyrmwoods op me te wachten. Dit is een escaperoom-spel dat met hetzelfde systeem werkt als voorganger Escape Tales: het Ritueel. Ik vind dat soort spellen heel leuk om te doen, maar in mijn omgeving zijn er niet zo veel liefhebbers. En dus speelde ik dit spel uiteindelijk in mijn eentje. Kinderen van Wyrmwoods speelt zich af in een soort magisch middeleeuws dorpje. Rondom het dorp groeien allemaal rare planten. De bewoners moeten goed oppassen dat ze die niet aanraken, want dan ga je dood. Ik ga natuurlijk niets van het verhaal verklappen, maar natuurlijk raak je ergens in opgesloten en moet je een uitweg gaan zoeken. Dat doe je door op een kaart te kiezen welk deel je beter wilt bekijken en dan het bijbehorende stukje tekst uit een boekje te lezen. Dit geeft je informatie en soms ook extra kaarten waar je weer nieuwe dingen mee kan.
Ik vind escaperoom-spellen heel leuk, maar ik ben er ook heel slecht in. Gelukkig kan je in deze variant ook tips krijgen. Die had ik hard nodig want anders was ik al vroeg vastgelopen. Ik ben verder ook een beetje lui, dus soms snap ik de puzzel wel, maar heb ik geen zin om hem uit te voeren. En dan kan je zelfs het goede antwoord meteen opzoeken (mijn dank is groot). Ik heb me al een paar uur vermaakt met dit spel en ben nog niet eens door het eerste hoofdstuk (van de drie) heen. Ik ben benieuwd hoe het verhaal verder gaat en dat is een goed teken.