2 spelers, vanaf 8 jaar
15-30 minuten
Auteur: José Antonio Abascal
Uitgever: 999 games (2020)
Het spel…
In 1889 werd de wereldtentoonstelling in Parijs gehouden. De Parijzenaars hadden grootste plannen om hun gasten te imponeren met….straatlantaarns! Wij vinden het tegenwoordig heel normaal dat ’s avonds overal de lantaarns aangaan als het donker wordt, maar aan het eind van de 19e eeuw was dan nog niet zo vanzelfsprekend. Als er al straatlantaarns waren, dan werkten die op gas en moesten ze handmatig worden aangestoken. Ik kan me zo voorstellen dat de eerste lantaarn al weer uit was (opgebrand of uitgewaaid) tegen de tijd dat de laatste was aangestoken. Hoe indrukwekkend moet het wel niet geweest zijn voor de bezoekers van de wereldtentoonstelling dat in Parijs de straatlantaarns met een druk op de knop aangingen met dank aan elektriciteit! In Parijs, de lichtstad, het nieuwste tweepersoonsspel van 999 games, wordt deze uitvinding in de spotlight gezet.
Het spel bestaat uit twee fasen. In de eerste fasen bouwen de spelers samen het stratenplan van Parijs op en claimen ze gebouwen. In de tweede fase worden de gebouwen in de stad gezet en speciale acties uitgevoerd. Doel van dit alles is om de meeste punten te scoren doordat jouw gebouwen ’s nachts goed uitgelicht worden door strategisch geplaatste straatlantaarns.
Beide spelers krijgen aan het begin van het spel een stapel tegels. Iedere tegel bestaat uit vier vakken in de kleuren rood (daar mag de rode spelers bouwen), blauw (daar mag de blauwe speler bouwen), paars (daar mogen beide spelers bouwen) en grijs (daar staat een straatlantaarn waar natuurlijk niet overheen gebouwd mag worden). Verder liggen er op tafel tetris-vormige gebouw tegels. Als je aan de beurt bent dan mag je óf een tegel aanleggen aan de stadsplattegrond die in de doos afgebeeld staat (en dus vierkant wordt) óf een gebouw claimen dat je de volgende fase wil gaan bouwen. Je kan alleen bouwen op je eigen kleur en op de paarse vakken. Het liefst wil je dus eerst de plattegrond zo maken dat het gebouw dat jij pakt er op gaat passen. Maar als je te voorzichtig bent heb je kans dat alle wat makkelijker modelletjes al door de andere speler zijn geclaimd en je zelf met de onmogelijke vormen blijft zitten.
In de tweede fase mogen de spelers om de beurt een gebouw gaan bouwen. Je moet daarbij goed opletten dat de paarse velden door beide spellers gebruikt mogen worden, maar natuurlijk maar één keer bebouwd mogen worden. Het komt dan ook regelmatig voor dat een speler een geclaimd gebouw niet meer kan bouwen doordat de andere een cruciaal paars vakje in gebruik heeft genomen.
Naast het bouwen van gebouwen, mogen de spelers in plaats daarvan ook één van de acht speciale acties claimen. De speciale acties staan afgebeeld achterop postkaarten zie rechtstreeks uit het Parijs van de 19e eeuw afkomstig lijken te zijn. Er zijn speciale acties waarmee extra punten kan scoren of regels even mag breken. Elke speciale actie mag maar één keer gebruikt worden en beide spelers mogen maximaal 4 van deze acties uitvoeren. Ook voor deze acties loop je dus het risico dat de ander ze net voor je neus wegkaapt. En als je dat combineert moet je dus continue afwegen welke zet je nu echt moet doen en welke nog wel even kan wachten omdat je inschat dat de ander je daar niet in de weg gaat zitten.
Als beide spelers klaar zijn met de tweede fase, worden de punten geteld. Je waardeert allereest elk gebouw gebaseerd op hoeveel lantaarns er direct aan het gebouw grenzen (hoe meer, hoe beter). Daarna scoor je nog voor de grootste oppervlak van aan elkaar grenzende gebouwen. Vervolgens scoor je nog punten gebaseerd op de door jou geclaimde actiekaarten. En daarna krijg je nog aftrek voor gebouwen die je wel geclaimd hebt, maar niet gebouwd. Wie de meeste punten heeft, wint het spel en de harten van de Parijzenaars.
….en de waardering
Parijs, de lichtstad is een verrassend spelletje dat er bovendien heel sfeervol uitziet. Het lijkt op het eerste gezicht vrij licht en luchtig, maar zit toch vol interessante keuzes en verrassende wendingen waar je slim op in moet spelen.
Ik vind het vooral heel leuk bedacht dat je in de eerste fase de stadplattegrond moet leggen en de juiste gebouwen moet claimen en dat je die dan in de tweede fase gaat bouwen. Alleen al dit idee is genoeg om een interessant spel te maken, al had ik dan graag een nog wat groter speelvlak en nog meer gebouwen gehad.
De acties die er in de tweede fase bij komen zijn misschien net wat te veel van het goede, vooral omdat je elk potje acht verschillende gebruikt waarvan je dan moet overzien wat ze allemaal doen en hoe je ze handig inzet. Voor zo’n kort en vlot spelletje als Parijs is, is dat wat veel.
In de tweede fase verandert het spel vervolgens een beetje in een spannende race om de beste plekjes en acties te claimen. Je staat daarbij voor lastige keuzes waarbij je goed in de gaten moet houden wat de andere speler kan en wil doen. Het komt regelmatig vol dat al je mooie plannen in de prullenbak kunnen doordat de andere speler net op dat ene plekje gaat staan of net die ene cruciale actie pakt. Het is dus goed om een plan B, C en zelfs soms nog D te hebben.