Dit paasweekend was met een spellenavond, spellendag en beursdag rustig spelrijk te noemen. Ik heb in tijden niet zo veel spellen gedaan. Het was een leuke mix van oude en nieuwe spellen (wat betreft jaar van uitgave) en spellen die ik al kende en spellen die ik voor het eerst deed.
Ik heb drie abstracte spellen gedaan: Pente, Tamsk en Zèrtz. Van deze spellen was Zèrtz een oude bekende die ik al een tijdje niet meer gespeeld had. Ik vond dit veruit de leukste van deze drie abstracte spellen. Het spel ziet er allereerst het mooiste uit met zijn knikkers. Het begin van het spel loopt altijd een beetje vaag, pas zodra het bord wat gevuld begint te worden, wordt het spel leuk. Pente vond ik ook best grappig, maar wil ik eerst nog een paar keer doen voor ik er echt iets van ga vinden. Het zou wel eens een beetje last kunnen hebben van het “wie wint, begint”-kwaaltje, maar dat weet ik nog niet zeker. Tamsk, tenslotte vond ik maar matig. Het idee is leuk (je speelt met zandlopers die je moet omdraaien en je moet voorkomen dat er één leeg raakt), maar ergens werkte het toch niet lekker en bovendien liep één van de zandlopers niet goed door doordat er een klontje in het zand zat.
Het lijkt op dit moment hot te zijn om van bekende spellen een dobbeleditie te maken. Ik heb dit weekend vier dobbelspellen gespeeld, waarvan twee nieuw voor mij zijn. Allereerst speelde ik het Bonanza dobbelspel. Ik vond het een beetje tegenvallen. Je krijgt een doel en dat probeer je bij elkaar te dobbelen. Er valt niet heel veel te kiezen of sturen. Verder speelde ik het Keltis dobbelspel. Deze vond ik de leukste van de vier dobbelspellen. Je mag je dobbelstenen één keer overgooien, maar vervolgens maar in één kleur gebruiken om op een keltis-scorespoor naar voren te lopen met de bekende keltis-bonussen (geluksstenen, extra stap op een ander spoor of een extra beurt). Daarnaast speelde ik nog het Zooloretto dobbelspel. Dit ziet er echt super mooi uit, maar het spelverloop is redelijk tam. Het is geen straf om te spelen, maar echt wild word ik er niet van. Het laatste dobbelspel dat ik deed was het Carcassonne dobbelspel. Het meest positieve wat ik hier over kan zeggen, is dat het snel afgelopen was. Laten we het daar maar bij houden.
Ik heb dit weekend twee Star Trek spellen gedaan. Allereerst een coöpje (Star Trek expeditions) van Knizia die in de verte een beetje aan In de Ban van de Ring doet denken (doelen halen in bepaalde kleuren). De uitvoering is super en ik vind het ook echt een leuk spel. Ik geloof alleen dat mijn medespelers net wat minder enthousiast zijn. En daarnaast heb ik (haleluja!) Star Trek Catan gespeeld, of te wel: to boldly go where no kolonist of Catan has gone before. Afgezien van de uitvoering is het enige verschil ten opzichte van het basisspel dat je een soort actiekaarten hebt die je één keer in je beurt in mag zetten. Je mag een kaart maximaal twee keer gebruiken en daarna ruil je hem voor een andere actiekaart waardoor je telkens andere actiekaarten hebt. Dit is een leuk extraatje, maar niets wereldschokkends. Neemt niet weg dat ik dit spel absoluut ga kopen zodra de Nederlandse versie in de winkels ligt (999 games, hartelijk dank dat jullie dit spel naar Nederland halen).
In de categorie Golden Oldy kwamen zelfs zes spellen op tafel. Ik speelde voor het eerst Land in Zicht! en Friesematenten. Land in Zicht vond ik een leuk familiespel. Het speelt lekker vlot, er zit een vleugje geluk in, maar wel van het ingecalculeerde soort. Friesematenten vond ik iets te chaotisch. Misschien als je het spel vaker doet, dat het dan leuker wordt omdat beter in te schatten wat je met kaarten kan. Ik vond het spel wel heel mooi om te zien. Verder speelde ik na kortere of meestal langere tijd weer eens de Bruggen van Shangri-La, Flowerpower, Hoogspanning (maar wel voor het eerst met de Robot-uitbreiding), King of Tokyo, Glen More en Ra (op de iPad). Ik vond het, ondanks dat ik nauwelijks meer kon nadenken omdat ik zo moe was, vooral leuk om Hoogspanning met de Robot te doen. Leuke uitbreiding, die wil ik nog wel eens proberen.
De spellen die ik dit weekend voor het eerst speelde (en die niet onder de bovenstaande categorieën vielen) waren Takenoko, Tournay, en Village. Takenoko is een prachtig spel over tuinieren en het verzorgen van een panda. Nou heb ik een zwak voor panda’s (ik spaarde vroeger alles over pandaberen) dus een spel met een miniatuur panda moet wel heel erg tegenvallen wil ik het niet kopen. Takenoko viel me zeker niet tegen, ik vond het zelfs echt leuk en dus is hij mee naar huis gegaan. Tournay vond ik best lastig om te spelen omdat je van alles kan bouwen, maar het erg lastig is wat nou handig is om te doen. Het lijkt me best een leuk spel, maar je moet het wel een paar keer doen om goed door te hebben hoe alles in elkaar grijpt. Van village heb ik maar een paar rondes gespeeld om een indruk te krijgen. Ik vond dit spel een beetje tegenvallen. Het is zo’n spel als er de laatste tijd te veel van uitkomen: kies uit veel te veel verschillende acties en door eerst blokjes in fiches om te zetten kan je ze daarna in punten omzetten op tig verschillende manieren. Daar kwam nog bij dat je speelpoppetjes ook nog dood gingen en begraven moesten worden. Dit vind ik niet zo’n aansprekend thema voor een gezellig middagje. Laat mij maar tuinieren en voor een panda zorgen.