Spiel 2017: De toppers (Dagmar)

Geplaatst door

En na mijn lijstje met floppers, middelmatigheid en Aziatische spellenpret, ben ik dan nu aanbeland bij de laatste en beste spellen die ik op Spiel gespeeld heb. Hier zitten zo wel spellen tussen die ik van te voren al gespot had en waarvan mijn verwachtingen waar gemaakt werden, als spellen die nog helemaal niet op mijn radar stonden maar waar ik toeval bij aanschoof of die een van mijn spellenvrienden mee naar het Natuurvriendenhuis had genomen en die we daar hebben gespeeld.

Bummelbahn (Isle of Trains)

Nadat ik op vrijdagmorgen er in was geslaagd het laatste exemplaar van Pandemic Legacy Season 2 in de Asmodee-verkoopstand te bemachtigen, gingen Anton en ik op zoek naar een plekje om een spelletje te doen. We zagen de stand van Mayfair en besloten daar ons geluk eens te beproeven. Er was nog één tafeltje vrij waar een vrij kinderlijk uitziend kaartspelletje klaarlag. Op de doos stond dat het een spelletje was waar je toch al 10 voor moet zijn en dan is het toch geen kinderspel meer te noemen. We besloten het spel dus te gaan proberen. Er schoven nog twee vriendinnen aan zodat we het spel uiteindelijk met zijn vieren hebben gespeeld.

Bummelbahn is een kaartspelletje in de traditie van het Puerto Rico Kaartspel, Glory to Rome en Race for the Galaxy. Je kan de kaarten namelijk op verschillende manieren gebruiken. De kaarten zijn te gebruiken als geld, als treinstel of als grondstof die je met een trein kan laten vervoeren. Tijdens het spel bouw je een steeds langere trein waar verschillende grondstoffen mee vervoerd kunnen worden. Wat ik een leuke vondst vond was dat je de grondstoffen in je eigen trein kan stoppen, maar dat je ze ook bij een ander in de trein kan laden. Als je dit doet dan wordt je met extra handkaarten beloond. Maar de andere speler heeft dan wel weer de beschikking over een grondstof die gebruikt kan worden om één van de openliggende opdrachten (het afleggen van verschillende combinaties van grondstoffen) te vervullen en daarmee flink punten te verdienen.

Ik vond Bummelbahn verrassend leuk. Als je bekend bent met het systeem waarin kaarten op verschillende manieren gebruikt kunnen worden dan pik je de regels snel op. Ik vond het ook een leuke twist dat je heel veel kaarten verdient door een grondstof bij een ander in de trein te stoppen, maar dat diegene daar vervolgens wel weer mooie opdrachten mee kan vervullen. Ik heb nog even getwijfeld of ik dit spel zou kopen. Ik heb het uiteindelijk niet gedaan omdat Anton het spel al kocht en hij het vast wel nog een keer met mij wil spelen.

Pandemic: Rising Tide

In december wordt in Amsterdam het Pandemic Survival International Tournament georganiseerd. En om dit tournooi extra glans te geven wordt dan de nieuwe loot aan de Pandemie-familie geïntroduceerd: Pandemic Rising Tide. In dit spel moet je nou eens geen ziektes bestrijden, maar de strijd met het water aan gaan om er voor te zorgen dat we in Nederland droge voeten houden. Tot mijn aangename verrassing waren er al een paar demo-spellen van dit spel op Spiel aanwezig en tot mijn nog aangenamere verrassing wisten Anton en ik een plekje aan een van deze tafels te bemachtigen. We schoven aan met een groepje van 3 Duitse vrienden zodat we uiteindelijk met zijn vijven dit spel hebben gedaan.

In Pandemic Rising Tides ga je dus oud Hollands worstelen met het water in de hoop daarna weer boven te komen. Dit doe je door dijken te bouwen, water weg te pompen en uiteindelijk vier grote bouwwerken te voltooien (waaronder de Deltawerken). Het spel verloopt via de gebruikelijke Pandemie structuur. In je beurt voer je eerst vier acties uit, trek je vervolgens twee handkaarten en moet je daarna een steeds groter aantal kaarten trekken die aangeven in welke regio nu weer de dijken doorbreken. Als de dijken tussen de zee en het land doorbreken, dan stroomt het water het land binnen. Dit gebeurt door een slim mechanisme. In de zee is het water drie hoog. Als een dijk doorbreekt tussen het land en zee dan stroomt daar het water tot één lager dan het niveau in de zee (dus je moet 2 blokjes neerleggen). Als er vervolgens dijken ontbreken tussen dit gebied en aangrenzende gebieden dan stroom daar het water ook naar toe maar dan weer tot één niveau lager (of te wel daar leg je 1 blokje neer). Ook als in een gebied alle dijken zijn verdwenen, loopt het langzaam aan onder water. Door vijf kaarten in dezelfde kleur te sparen kan je het bijbehorende grote bouwwerk maken. Als alle vijf de grote bouwwerken zijn gebouwd voor het spel is afgelopen (bijvoorbeeld doordat de trekstapel op is), dan heb je gewonnen.

Ik heb dit spel met heel veel plezier gespeeld. Aan het begin van het spel lijkt het allemaal zo makkelijk (je begint met een goed aangelegd dijkenstelsel), maar als de dijken eenmaal beginnen door te breken dan moet je toch wel even je best gaan doen om de voetjes droog te houden. Dit lukt natuurlijk alleen als je goed samenwerkt. Het spel ziet er prachtig uit, met onder andere in Delfts blauwe stijl uitgevoerde actiekaarten. Dit spel speelt zich af in de 19e eeuw, maar desondanks staat de Flevopolder al gewoon op de kaart en moet je aan de slag om onder andere deDeltawerken en de Afsluitdijk te bouwen. Op dat punt is het spel niet helemaal historisch correct, maar een kniesoor die daar op let.

The Palace of Mad King Ludwig

The Palace of Mad King Ludwig is het vervolg op het succesvolle spel The Castles of Mad King Ludwig. Een paleis is per slot van rekening heel iets anders dan een kasteel, niet waar. Ik heb The Castles of Mad King Ludwig nooit gespeeld omdat ik de doos er vreselijk onaantrekkelijk vind uitzien. Op Spellenpret zijn er echter meerdere mensen die dit spel met veel plezier spelen dat maakt dat ik inmiddels toch wel nieuwsgierig was geworden. Toen Anton en ik langs de stand van Bezier liepen was er net een plaatsje vrij bij The Palace of Mad King Ludwig en schoven we snel aan. We speelden met twee Duitse vrienden.

In The Palace of Mad King Ludwig bouw je samen aan (je raadt het al) het nieuwe paleis van de gekke koning. Je bouwt om de beurt een kamertje aan. Als je bij het bouwen van een kamer er voor zorgt dat de deuren netjes op elkaar aansluiten (beide kanten zijn in dezelfde kleur geverfd) dan levert dat bonusfiches op (in de vorm van zwanen) die je in het spel kan gebruiken om duurdere kamers te kopen. Als een kamer afgebouwd wordt (alle deuren sluiten aan op andere deuren, al dan niet van de juiste kleur), dan wordt een kamer gewaardeerd en levert het punten of voordeeltjes op. Iedere keer als een kamer wordt gebouwd, dan worden er ook één of (later in het spel) meerdere grachttegels om het paleis heen gelegd. Als het paleis helemaal omsingeld is door een gracht is het spel afgelopen en zijn er nog punten te verdienen voor wie de meeste bonusfiches in een kleur heeft verzameld en voor sommige kamers die gebouwd zijn. Wie de meeste punten heeft, wint natuurlijk het spel.

Zoals gezegd heb ik Castles of Mad King Ludwig nooit gespeeld, dus ik kan de twee spellen niet met elkaar vergelijken. The Palace of Mad King Ludwig beviel me echter heel goed. De eerste rondes waren we nog een beetje zoekende over hoe we het spel moesten spelen en wat de verschillende kamers deden, maar dat werd al snel duidelijk. Hoe beter we begrepen wat er gebeurde, hoe leuker het spel werd. We speelden nu nog heel vriendelijk, maar tijdens het spel werd steeds duidelijker dat je elkaar in dit spel flink in de weg kan zitten door bijvoorbeeld deuren van anderen uit te laten komen op een blinde muur of een gracht. Ik zou het spel graag nog eens willen doen. Helaas was het spel erg duur (50 euro voor een spel dat puur uit wat kaartjes, een bord en kartonnen fiches bestaat). Ik heb er om puur alleen die reden geen moment serieus over nagedacht om het spel te kopen.

Majesty: For the Realm

Marc André is dankzij Splendor toegetreden tot het rijtje spellenauteurs dat een superhit op spellengebied op zijn naam heeft staan. Nou is dat al knap genoeg, maar het zou pas echt knap zijn als hij nog een keer een topspel weet af te leveren. Na Splendor heeft Marc André nog Barony uitgebracht, maar dit spel is redelijk geruisloos al weer van het toneel verdwenen. Op Spiel werd dit jaar het volgende spel van Marc André gepresenteerd: Majesty. En dit spel verscheen dan ook nog eens bij een van de grote Duitse en succesvolle uitgevers (Hans im Glück). Bij mij laaide de hoop daardoor op dat dit spel misschien wel weer in de voetsporen van Splendor zou kunnen treden. Het spel werd op meerdere plekken op de beurs gedemonstreerd en het is me gelukt om het spel twee keer te spelen. Een keer met Roger en een Zweeds echtpaar en een keer met Anton en een Belgisch echtpaar.

In Majesty begint elke speler met negen voor zich liggende locatiekaarten. In het midden van de tafel ligt een rij met zes openliggende karakterkaarten. Elk karakter hoort bij een locatie. Elke ronde pak je één van deze karakters en voer je de bijbehorende actie uit. De eerste kaart van de rij is gratis, maar als je een andere kaart wil dan kan dat ook, je moet dan alleen een meeple neerleggen op elke kaart die je niet pakt (vanaf het begin van de rij af gezien). De kaarten leveren allemaal op verschillende manieren punten op. Soms krijg je een bepaald aantal punten per kaart die je van de betreffende soort hebt en soms krijg je juist punten voor andere soorten kaarten. Soms krijg je ook punten als een ander een bepaalde kaart kiest. Er zitten ook twee soorten ridderkaarten in het spel. Met de ene soort verdedig je en met de andere val je aan. Als je aangevallen wordt door een speler die meer aanvalsridders heeft dan jij verdedigingsridders hebt, dan gaat één van je kaarten naar het ziekenhuis. Maar wees gerust, als je een heks speelt dan mag je weer een kaart uit het ziekenhuis ontslaan. Als de stapel kaarten opgespeeld is, eindigt het spel. Er zijn dan nog extra punten te verdienen voor het aantal verschillende soorten kaarten dat je verzameld hebt en voor de meerderheden per soort. Wie dan de meeste punten verzameld heeft, wint het spel. De punten worden overigens bijgehouden met mooie ronde fiches. De fiches zijn weliswaar kleiner dan die uit Splendor, maar ze zijn nog steeds verzwaard waardoor ze lekker in de hand liggen.

Ik weet niet of ik dit spel net zo goed vind als Splendor, maar het komt zeker een eind in de buurt. In je beurt doe je niet meer dan een kaartje kiezen en de bijbehorende actie uitvoeren. De symbolen op de karakters zijn zo duidelijk dat iedereen al snel door heeft welke actie bij welk karakter hoort. Het spel speelde heerlijk snel weg en had een hoog nog een keer gehalte. Dat het spel niet alleen bij mij in de smaak viel blijkt wel uit het feitdat het spel op vrijdag al bij Hans im Glück was uitverkocht. Gelukkig vond ik op zondag nog een Engels exemplaar op de beurs zodat ik het toch nog mee naar huis kon nemen. Het spel is misschien niet bijster origineel, maar het werkt gewoon zo soepel dat ik denk dat het een perfecte spellensnack is voor de hardcore spellenliefhebber en een prima gateway-game voor mensen die maar af en toe eens een spelletje doen.

Azul

Azul had ik voor Spiel al gespot door haar mooie looks. Ik was duidelijk niet de enige want ik zag de titel van dit spel op wel heel veel lijstjes voorbij komen. Ook Frank en Roger waren geïnteresseerd in dit spel. Zij slaagden er in om op donderdag een demo-potje te spelen op Spiel. Dat potje beviel Frank zo goed dat hij het spel onmiddellijk kocht. Dit gaf mij en Anton de kans om het spel op donderdagavond in het Natuurvriendenhuis te spelen.

Azul is een prachtig uitgevoerd, licht abstract spel. Iedere speler heeft een eigen bordje voor zich liggen met daarop een puntenspoor, een plek om tegels te verzamelen en een raster waar de tegels geplaatst moeten worden. In het midden van de tafel liggen een aantal rondjes waar aan het begin van het spel vier willekeurige tegels op worden gelegd (deze trek je blind uit een zak). In je beurt mag je van één zo’n groepje alle tegels van een soort pakken en op één van de verzamelrijtjes leggen. De overige tegels van dit rondje worden in het midden van de tafel gelegd. In plaats van alle tegels van één soort van een rondje pakken, mag je ook alle tegels van één soort uit het midden van de tafel plaatsen. Als je meer tegels pakt dan er in het rijtje op je bord passen, dan moet je de extra tegels op een strafpuntenrijtje leggen. Een ronde is afgelopen als alle tegels verdeeld zijn. De spelers mogen dan vervolgens van elk rijtje dat dan vol is één tegel op het bijbehorende vakje in de bijbehorende rij leggen en deze tegel wordt dan meteen gewaardeerd. Rijtjes die niet vol zijn laat je gewoon liggen zodat je er de volgende ronde aan verder kan bouwen. Je krijgt er net zo veel punten voor als de som van het aantal aaneengesloten horizontale en verticale tegels die grenzen aan deze tegel. Je probeert dus aaneengesloten gebieden te bouwen, maar dit lukt niet altijd omdat soms bijvoorbeeld gewoon niet de kleur tegels die je nodig hebt uit de zak komt. Het spel is afgelopen als iemand een hele rij vol heeft. Wie dan de meeste punten heeft wint het spel.

Anton en ik snapten wel dat Frank dit spel had gekocht. Na één potje waren ook wij om en wij hebben het spel dan ook beide gekocht. Azul levert een beetje hetzelfde soort spellenpret op als Splendor (daar hebben we hem weer). Dat komt natuurlijk allereerst doordat het spel er fantastisch uitziet en de kunststof tegels heerlijk in de hand liggen. Tel daarbij op dat Azul een heerlijk toegankelijk en vlot spelletje is. De beurten gaan lekker snel, maar je moet wel goed opletten dat je de juiste dingen doet. Vooral als er veel tegels van een kleur in het midden van het bord liggen dan moet je op je tellen passen dat jij niet de pineut bent die deze tegels moet gaan pakken en daarmee flink veel minpunten moet gaan incasseren. Ik verwacht dat Azul een breed publiek zal aanspreken doordat aan de ene kant spellenliefhebbers het als tussendoortje zullen spelen, maar dat aan de andere kant het ook toegankelijk genoeg is om in de smaak te vallen bij gelegenheidsspelers.

Muse

Muse was mij in de berg spellen die op Spiel uitkwam niet opgevallen, maar Peter Hein gelukkig wel. Het was een van de spellen die hij en Wendy op zaterdag met hun kinderen speelden op de beurs en die Peter Hein onmiddellijk kocht. Hij nam het ’s avonds ook mee naar het Natuurvriendenhuis. De kinderen smeekten of we nog een potje Muse konden doen met zijn allen (en dan bij voorkeur de volwassenen tegen de kinderen). Dat verzoek hebben we natuurlijk gehonoreerd (ik neem voor het gemak aan dat ze het spel echt graag wilden doen en dat het niets te maken had met het nog even uitstellen van het naar bed gaan).

Muse is een soort Dixit voor teams. Om de beurt geven de teams een opdracht aan een van de leden van het andere team. Als dit teamlid de opdracht goed uitvoert, dan scoort hij een punt. Als het niet lukt dan gaat het punt naar het andere team. De opdracht bestaat uit het moeten omschrijven van een Dixit-achtige kaart met een omschrijving uit een bepaalde categorie (bijvoorbeeld met een kledingstuk, een kleur of door een gezichtsuitdrukking of door een liedje te hummen). Aan het begin van elke ronde trekt het team dat aan de beurt is om de opdracht te geven zes kaarten met prachtige plaatjes en twee kaarten met een categorie opdracht. Het team kiest vervolgens een combinatie van een plaatjes-kaart met een categorie-kaart en geeft dit aan de speler van het andere team die de opdracht moet uitvoeren. Deze speler bedenkt vervolgens de omschrijving en geeft deze aan de rest van zijn team. Vervolgens wordt de plaatjes-kaart door de andere vijf kaarten geschud en op tafel neergelegd en moeten de teamleden van de omschrijver proberen te raden welke kaart bedoeld werd. Het team dat als eerste 5 punten weet te scoren, wint het spel.

Muse was voor mij een van de grote, aangename verrassingen van de beurs. Het spel ziet er prachtig uit en we hebben echt heel veel lol gehad in ons ene potje. Het is op een leuke manier lastig om te bepalen welke opdracht je aan het andere team geeft. Je moet daarbij inschatten welke omschrijvingen zij bij de kaarten zouden kunnen verzinnen. Het grote voordeel is wel dat het opdrachtgevende team weet welke andere vijf kaarten opgedraaid gaan worden om voor verwarring te zorgen. En het blijft natuurlijk genieten als het je lukt om met een rake omschrijving je team op het juiste spoor weet te zetten. Het was dat dit spel helaas op zondag al uitverkocht was, anders had ik ook een doosje mee naar huis genomen.

3 reacties

  1. Ik was ook aangenaam verrast door Azul. Nathalie en ik spelen graag abstracte spellen dus Azul ging in de smaak vallen. Ik had niet verwacht dat Azul bij mijn andere spelvrienden, die minder enthousiast zijn bij abstracte spellen, het toch zo graag spelen. Ik vermoed dat het komt door de spanning die gecreerd wordt. Goed opletten dat die grote hoop zwarte stenen in het midden niet bij jou terecht komt of ervoor zorgen dat er geen grote stapel in het midden ontstaat.

  2. Azul stond ook hoog op mijn lijstje, met name vanwege het Portugese thema en de relatieve lichtheid van het spel. Nu tweemaal gespeeld en het maakt de verwachting helemaal waar. Wat een heerlijk spel.

  3. "Pandemic: Rising Tide" gaat vast in mijn spellenkast opduiken. Maar eerlijk gezegd vind ik het – afgaande op de foto's – er niet fraai uitzien. Rare kleuren en rare lettertypes. Het artwork op de kaarten maakt me ook al niet enthousiast. Afijn, we zullen het zien.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *