Mijn ouders zijn op vakantie geweest naar Amerika en hebben voor mij een prachtig boek meegenomen over “The Golden Age of Board & Table Games”, of te wel over Amerikaanse spellen van circa 1840 tot 1920. Het boek staat vol met prachtige platen van spellen afgewisseld met korte introducties op verschillende spellengenres. Het boek hoort bij een tentoonstelling die in 2002/2003 is georganiseerd door de New York Historical Society. De basis voor boek en tentoonstelling is de spellenverzameling van een Amerikaans echtpaar die jarenlang stad en land hebben afgezocht naar bijzondere spellen.
Het eerste hoofdstuk gaat over wat de auteurs “parlor games” noemen. Het enige Nederlandse voorbeeld van dit type spel dat ik ken is het Advertentiespel. Hierbij trek je drie stukjes zin om bizarre advertenties te maken. Op de basisschool heb ik hier samen met mijn klasgenoten veel lol in gehad. Het is alleen meer een leuke bezigheid dan een spel. In deze categorie vallen ook allemaal “toekomstvoorspel-spellen” (handlezen, kaartjes trekken). Je kan hier best een leuke avond mee beleven, maar ook dit zijn nauwelijks spellen te noemen.
Het tweede hoofdstuk gaat over trivia-spellen. Spellen werden door de spelfabrikanten gepromoot als goed middel om kinderen te helpen leren en dus was er een keur aan trivia-achtige spellen op de markt die op speelse wijze hielpen om de hoofdsteden van de verschillende staten, historische gebeurtenissen of het spellen van moeilijke woorden te leren.
Het derde hoofdstuk laat zien dat vanaf 1880 spellen ontstonden die financieel succes promoten (van krantenjongen tot miljonair). In het boek staat zelfs een spel dat ik in mijn spellenkast heb staan, namelijk Pit. Het meest bekende spel uit deze category is Monopoly.
Natuurlijk gaat er ook een hoofdstuk over oorlogsspellen. Allerhande oorlogen en conflicten werden aan de keukentafel nagespeeld. Dit was niet alleen leuk, maar stimuleerde ook patriottische gevoelens en trots op het leger en hun prestaties.
Een ander gebied waar de Amerikaanse trots in tot uiting komt, is in de sport. Het is dan ook niet gek dat er ook flink wat sportspellen zijn gemaakt over typisch Amerikaanse sporten als baseball, basketbal, (American) footbal en golf. Binnen dit genre werden ook veel race-spellen gemaakt (racen met boten, fietsen of paarden). Soms werden de spelers zelfs uitgedaagd om actief te worden door middel van behendigheidsspelletjes, zoals het bekende hengelspel (hengel met een miniatuur hengeltje vissen uit een aquarium) of het vlooienspel (dat in Amerika Tiddledy Winks heet).
Een ander thema dat de Amerikanen flink bezig hield en dus zijn weg vond naar het spelbord was de ontwikkeling van steden. Dit leverde vooral veel spellen op die terug vallen op het “Parlor Game” principe. Spelers moeten dan bijvoorbeeld een verhaal lezen waar op bepaalde plaatsen woorden missen, die aangevuld moeten worden door ze te trekken uit een zakje. Je krijgt dan “hilarische” zinnen als: On the tribune building he could see a sea of turtle soup above a policeman.
Het laatste hoofdstuk in het boek gaat over spellen waarin gereisd moet worden. In dit soort spellen stond een reis om de wereld of door Amerika centraal.
Ik heb dit boek met veel plezier gelezen en vooral bekeken. De spellen die er in staan zijn prachtig om te zien en het is leuk om wat te lezen over de ontwikkeling van spellen door de tijd heen. Ik heb niet de indruk dat veel titels uit die tijd nu nog een doorslaand succes zouden zijn, maar wie weet vinden ze dat over honderd jaar ook wel van de spellen die wij nu met veel plezier spelen. Spellen en spelen zijn duidelijk van alle tijden! De spellenverzameling waarop dit boek is gebaseerd is online toegankelijk. Als je meer wilt weten en of zien, neem hier dan eens een kijkje!