2-4 spelers
15 minuten
Auteur: Harald Bilz
Uitgever:
Heidelberger Spieleverlag (2001)
Het spel …
Het doosje van Ein Arsch kommt selten allein zal in een schap onmiddellijk de aandacht naar zich toe trekken. Er staat namelijk de achterkant van een man op die zijn broek laat zakken, zodat zijn kont zichtbaar wordt. Op zijn kont staat nog het stempel “Vorsicht Gemein!”. Ik houd wel van grappige kaartspelletjes dus ik besloot de gok te wagen.
Ein Arsch kommt selten allein wordt gespeeld met een kaarten waarop konten en nummers staan. Er zijn vijf mensen die hun broek laten zakken (zodoende kan je de konten herkennen aan de kleur van de kleren). Daarnaast staat op alle kaarten een nummer. Aan het begin van het spel krijgt iedereen tien kaarten die je zo snel mogelijk moet zien kwijt te raken. De eerste speler speelt een willekeurige kaart. De volgende speler mag dan kiezen of een enkele kaart met een hoger nummer opgooien (de kleur maakt niet uit), of meerdere kaarten waarvan de som van de getallen onder het vorige nummer blijft maar tenminste twee kaarten dezelfde kleur hebben. De hoogste kaart van deze stapel wordt de nieuwe bovenste kaart. Als je geen kaarten kan uitspelen moet je kaarten bijtrekken. Je moet net zo lang kaarten blijven pakken totdat je zowel een mannenkont als een vrouwenkont hebt.
… en de waardering
Om in de sfeer van het spel te blijven: er is geen kont aan Ein Arsch kommt selten allein. Ik snap niet waarom op het doosje staat dat het een gemeen spelletje is, want dat is het zeker niet. In de potjes die ik heb gespeeld kon iedereen altijd opgooien en was het dus een kwestie van afwachten wie de laagste kaarten had (want je kan lekker veel lage kaarten op één hoge gooien) en dus als eerste uit zou gaan.