TIP
2-4 spelers
60-120 minuten
Auteur: Jonathan Gilmour, Brian Lewis
Uitgever: Pandasaurus Games (2017)
Het spel…
Binnen de spellenwereld worden spellen vaak in twee hoofdgroepen gedeeld: Ameritrash en Eurogames. Het verschil tussen deze twee groepen zit vooral in de complexiteit (Ameritrash is complexer), de uitvoering (Eurogames zijn simpeler en bevatten minder plastic), de geluksfactor (meer aanwezig in Ameritrash) en hoe thematisch een spel is (in Ameritrash staat het thema central, in Eurogames het spelmechanisme). Dinosaur Island is een dappere poging van een stel Amerikanen om een Eurogame te ontwerpen, waarbij ze het toch niet konden laten om er her en der een snufje Ameritrash aan toe te voegen.
Dinosaur Island is eigenlijk Jurassic Park, the boardgame. In dit spel gaan de spelers de strijd met elkaar aan om het beste dino-park te ontwikkelen. Iedere ronde bestaat uit 5 fases. In de eerste drie daarvan bouw je je park langzaam uit, in de vierde fase komen de bezoekers en in de vijfde fase zet je het spel klaar voor de nieuwe ronde. Iedere fase speel je op een ander bord en in iedere fase gelden andere regels. Dat klinkt gelukkig ingewikkelder dan het is.
Aan het begin van het spel zijn een aantal doelen neergelegd. Je kan daarbij kiezen of je met doelen voor een kort, middel of lang speelt. Je trekt uit de gekozen stapel één doel meer dan het aantal spelers. De doelen gaan bijvoorbeeld over het aantal bezoekers dat je in één ronde trekt of het aantal DNA’s dat je verzameld hebt. Als je als eerste een doel realiseert, dan scoor je daarvoor punten. Zodra er net zo veel doelen gehaald zijn als er spelers zijn, is het spel afgelopen. Je krijgt dan nog wat punten voor sommige attracties, specialisten en het geld dat je over hebt. En wie dan de meeste punten heeft, wint het spel.
… en de waardering
Dinosaur Island is een heerlijk spel, waarbij het DNA voor 75% bestaat uit Eurogame-DNA en 25% uit Ameritrash-DNA. Dit vleugje Ameritrash uit zich bijvoorbeeld doordat her en der uitzonderingsregels de kop op steken die in een Eurogame nooit waren geaccepteerd omdat ze het spel nodeloos complex maken. In mijn eerste potjes moest ik dan ook regelmatig nog even iets checken in de spelregels. Het spel is ook wat minder gebalanceerd als een standaard Euro-game. Zo krijgt alleen de speler die als eerste een doel haalt de punten, maar krijgen spelers die in volgende rondes hetzelfde doel halen niets. In een pure Euro-game zou je ongetwijfeld nog wel iets hebben gekregen voor de moeite. Ook het blind trekken van brave, betalende bezoekers (leveren geld en punten op) en hooligans (leveren niets op) uit een zakje is een gelukselement dat nooit in een pure Eurogame terecht zou zijn gekomen. Wát je doet is in Dinosaur Island gelukkig nog steeds belangrijker dan deze geluksfactoren, maar als iedereen het precies even slim speelt dan kan het best zijn dat de winnaar bepaald wordt door wie de minste hooligans heeft getrokken.
Maar het Ameritrash-DNA zorgt er ook voor dat dit een heerlijke thematisch spel is over een aansprekend onderwerp. Het is echt leuk om je Dino-park te zien groeien en soms de afweging te maken om toch die gevaarlijke dino vast te klonen terwijl je weet dat je beveiliging niet op orde is waardoor er helaas een bezoeker door een dino te grazen wordt genomen… Het spelmateriaal ziet er ook super gelikt uit, met grappige roze plastic dino’s als kers op de taart. Ik vermaak me dan ook kostelijk met dit spel en neem daarbij de scherpe Ameritrash-randjes op de koop toe.