Einstein vs Monroe

Geplaatst door

Spellenspelers kan je op veel verschillende manieren indelen (veelspelers, gelegenheidsspelers, wargamespelers, etc.), maar als er een onderscheid is dat alle indelingen overschaduwt is het wel de indeling in snelheid/denktijd. In dit blog zal ik de twee uitersten de Einsteins (denken graag lang en diep na) en de Monroe’s (blonds just wanna have fun) noemen.

Of je een Einstein of Monroe bent, zegt natuurlijk niets over of je een leuk, aangenaam, vriendelijk persoon bent. Maar het zegt wel heel veel over het plezier waarmee mensen van het andere kamp met je spelen.

Laat ik met mijn eigen soort beginnen, de Monroe’s. Monroe’s spelen voor de lol en de gezelligheid. Het spelplezier van een Monroe wordt flink verhoogd als er tijdens het spel veel gelachen wordt. Een Monroe neemt het ook niet zo nauw met de regels, die zijn ondergeschikt aan het plezier. Als de regels niet helemaal duidelijk zijn, dan los je dat samen wel op en als iemand een keer per ongeluk iets verkeerd doet, ach, dat kan iedereen overkomen dus daar doen we niet moeilijk over. Dit wil niet zeggen dat Monroe’s niet van pittige spellen houden of helemaal niet nadenken. Ze houden van spellen en een spel is niet leuk als niet iedereen probeert te winnen.

Einsteins houden ook van spellen, maar dan vooral van de mentale uitdaging. Elk spel is een puzzel die gekraakt moet worden. Degene die hier het best in slaagt wint en dus zullen Einsteins alles op alles zetten om het spel te kraken. Lang en diep denken zal hierbij niet geschuwd worden en de andere Einsteins snappen dat je dit soort denkprocessen niet moet verstoren met luchtig gekakel. Omdat het heel belangrijk is dat iedereen dezelfde uitgangspositie heeft, zullen Einsteins dan ook veel aandacht besteden aan de spelregels en zal een onduidelijkheid aanleiding geven voor discussies waar rechtsgeleerden met respect naar zouden luisteren.

Het spreekt voor zich dat Einsteins en Monroe’s niet altijd leuk samen kunnen spelen. De Einsteins zullen zich ergeren aan het gekakel van de Monroe’s en irriteren zich aan de (veelvuldige) verzoeken om een beetje door te spelen. De Monroe’s worden helemaal onrustig van het lange wachten op hun beurt en op de ellenlange discussies over de spelregels. De mate waarin de twee uitersten leuk samen kunnen spelen hangt erg van het type spel dat op tafel ligt.

Actiepuntenspellen als Java, Tikal en Torres worden in het Engels vaak Analysis Paralysis spellen genoemd omdat de Einsteins in de ogen van de Monroe’s deze spellen tot in het onaangename kunnen lamleggen door de tijd die ze nemen om te beslissen wat ze in hun beurt gaan doen. De Einsteins worden tijdens zo’n spel omgekeerd gek van het gezeur van de Monroe’s om een beetje tempo te maken.

Een tijdje geleden heeft er op boardgamegeek een stuk gestaan van een echte Einstein die aangaf waarom Monroe’s niet zo moeten zeuren. Ik vond het een heel grappig stuk (zo herkenbaar), maar ben er ook over na gaan denken. Ik ben een echte Monroe (inclusief haarkleur) en het kan mijn spelplezier echt verpesten als ik met een groepje Einsteins speel. Maar ik had er nooit zo over nagedacht dat omgekeerd het ook vervelend is als je gedwongen wordt om sneller te spelen dan je wilt. Er is dus geen waarheid over wat de beste, sociaalste speelstijl is, beide soorten spelers hebben lol in het spelen, ze hebben alleen niet bij alle spellen lol als ze met elkaar spelen.

Spel aan de Maas is de laatste tijd wat betreft spelersaantallen flink gekrompen. Vroeger kregen we vaker aanloop van nieuwe mensen, maar dat is een beetje opgedroogd. Toen we nog met een grotere groep speelden, was er een mix tussen Einsteins en Monroe’s maar in het clubje wat nu speelt hebben de Einsteins de overhand gekregen. En als ik eerlijk ben voel ik me daar steeds minder thuis. Nogmaals, ik vind het heel aardige mensen, maar het speltempo ligt me gewoon te laag. Bovendien heb ik de laatste tijd nogal wat kansen om ook buiten Spel aan de Maas te spelen, bijvoorbeeld met (oud en huidige) collega’s en in die groepen zitten weer meer Monroe’s en dat vind ik gewoon leuker spelen. De conclusie is dan ook dat ik denk dat ik niet alleen mezelf er een plezier mee doe als ik minder vaak naar Spel aan de Maas ga, maar het voor de huidige spelers wellicht ook leuker wordt zonder mijn “gezeur”om wat meer tempo te maken. Spelen moet per slot van rekening vooral leuk blijven, wat je definitie van leuk ook is. Als die gaat verschillen wordt het tijd om de wegen te laten scheiden.

3 reacties

  1. Als ik de analogie goed begrijp, kun jij (Peter Hein) net zo goed een lelijke Einstein zijn, of een domme Monroe. Maar dat terzijde (en slechts bedoeld om je een beetje op te n…en).
    Goed stuk Dagmar. Heel herkenbaar. Ik ben blijkbaar een Monroe, al heb ik (net als die rare vogel hierboven) absoluut een voorkeur voor spellen waarbij nadenken een plus is. Zolang het maar gezellig blijft. 🙂

  2. Hmm, ben ik nu een lelijke Monroe of een domme Einstein? Spelen voor de gezelligheid vind ik belangrijker dan winnen, en ik kan heel slecht tegen trage medespelers. Aan de andere kant houd ik ook van het puzzelelement van spellen en kan ik ook erg genieten van spellen waarbij je hersens aardig op de proef worden gesteld. Helaas combineert dat laatste slecht met mijn AP-allergie, dus speel ik ze maar weinig 🙁

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *