Wat nieuwe spellen betreft was april een graatmagere maand. Ik speelde slechts een spel voor het eerst, dus dat is dan automatisch het beste. Dankzij een bootvakantie met Roger en onze beide gezinnen kwamen er wel veel spellen op tafel. De meeste daarvan speelden we met z’n zessen, dus dan kom je al snel uit op snelle kaartspelletjes als Flip 7 en Zeeën van Strijd, de twee favorieten van de reis. Zoals altijd met vakanties neem ik veel meer spellen mee dan noodzakelijk, maar tot mijn genoegen is zelfs Carpe Diem nog op tafel gekomen.
Verder moest ik vooral veel aan Brass: Birmingham denken, want de plaatsen die ik tot nu toe alleen van een speelbord kende kon ik nu met eigen ogen aanschouwen. Het kanaal tussen Stoke-on-Trent en Leek kent geen geheimen meer voor me.


En dat nieuwe spel? King of Tokyo Duel is een geslaagde overzetting van het dobbelspel naar een tweepersoonsvariant. Het beviel me zelfs beter dan het origineel. Daarvan vind ik het teleurstellend dat de punten er eigenlijk nauwelijks toe doen, je moet gewoon zorgen dat je in leven blijft en de anderen elkaar klappen laten uitdelen. Hier heb je maar een tegenstander om je zorgen over te maken, dus je blijft constant aan de bak. De verschillende overwinningsvoorwaarden maken dit ook nog wel een uitdagende puzzel.
Het statistiekenoverzicht bevestigt dat het vooral de snelle kaartspelletjes waren die op tafel verschenen. Verder beleefde ik weer mooie momenten met Underwater Cities en Ticket to Ride Legacy. De campagne sleept zich met een uitwonende dochter wat voort, maar we zijn nu bijna halverwege.