Nog net op de valreep mijn overzicht van wat ik in maart zoal speelde. Dat was net als februari een matige maand, met slechts 44 potjes verdeeld over 27 verschillende spellen. Dominion kwam met 4 keer het vaakst op tafel, Stenen Tijdperk werd evenzoveel gespeeld op de bank met een tablet.
Twee nieuwe spellen slechts, toevallig allebei (mede) van de hand van Wolfgang Kramer. De leukste van de twee was Artus.
Artus draait vrij letterlijk om de ronde tafel van Koning Arthur. Aan deze tafel zit de koning met een keur aan ridders en (kroon)prinsen. Met je kaarten verplaats je deze figuren om er daarna punten mee te scoren: hoe dichter bij de koning (aan de juiste kant) des te meer punten. Maar verplaats je de koning, of wordt een van de prinsen de nieuwe koning, dan draai je de tafel ook rond. De koning zit natuurlijk altijd op de troon, die blijkbaar met de tafel meedraait. Omdat er veel meer stoelen met strafpunten zijn dan pluspunten leidt dit tot een ingewikkelde stoelendans om de beste plekjes voor jouw ridders. Omdat je ook nog eens al je kaarten uit moet spelen en sommige kaarten fikse strafpunten opleveren als je niet aan hun voorwaarde kunt voldoen kost dat aardig wat hoofdbrekens, zeker als een medespeler je plan zit te frustreren. Ik vond het na twee potjes best een aardig kaartspelletje, dat je waarschijnlijk het beste met z’n tweeën kunt doen. Anders wordt de chaos wel erg groot.
Het andere nieuwe spel was Alcazar, een remake van Big Boss. Dat laatste heb ik nooit gespeeld, maar Alcazar schijnt het concept van Big Boss om zeep geholpen te hebben. Ik vond er in ieder geval vrij weinig aan. Doel is (net als in Torres) om je ridders zo hoog mogelijk in de verschillende kastelen te krijgen, die op Acquire-achtige wijze kunnen samengroeien. Ridders plaatsen en kaarten kopen kost geld, maar dat geld is al heel snel niet schaars meer. Alcazar draait dan uit op een vrij zinloze exercitie, omdat alle ridders met vrij veel gemak het gangbare hoogste niveau van zes kunnen halen en een gelukkige hand bij het kaarten trekken bepaalt of je eentje zelfs nog een hoger kunt plaatsen. Dat, of we hebben de regels helemaal niet begrepen. Ik voel in ieder geval nog weinig behoefte het nog een kans te geven.
Gelukkig kon ik in maart weer wat kastdochters wegwerken en zo braaf bezig zijn met mijn goede voornemens. Deze oudjes kwamen weer eens op tafel:
Schnäppchen Jagd (2006): uit de tijd dat ik nog vaak verschillende slagenspellen deed. Dit viel nu een tikje tegen, maar mijn herinneringen zijn nog goed genoeg om het nog wel eens te willen spelen. En anders kan ik het vast voor grof geld van de hand doen, haha.
Samurai (2007): waarom, waarom, speel ik als echte Kniziafan dit juweeltje niet vaker? Schandalig dat ik het zo lang niet gespeeld heb en dat dit zelfs nog maar mijn derde keer was. Misschien omdat ik er niks van kan? Hoe dan ook, zelfs met twee speelt dit heel goed. Verder is het (uiteraard) kort en toegankelijk, dus heb ik geen enkele smoes over. Of het moeten Knizia-hatende medespelers zonder smaak zijn.
Samurai is idd een mooi spel.
mocht je hem vaker willen spelen?
Download de app en we kunnen van start. :p