2-5 spelers
30 minuten
Auteur: Stefan Dorra
Uitgever:
Hans im Glück
(2010)
Het spel …
Het gaat niet om het uiterlijk maar om het innerlijk gaat het de eerste kennismaking nooit. Het innerlijk toont zich pas bij nadere kennismaking, terwijl het uiterlijk meteen open en bloot waarneembaar is. Het uiterlijk van Schweinebande sprak mij erg aan (ah, gossie, lieve boerderijbeestjes) en dus was ik van mijn kant bereid om me te verdiepen in het innerlijk van Schweinebande.
Onder het schattige uiterlijk van Schweinebande bleek een toegankelijk abstract spel verstopt te zitten. Op een raster van vijf bij vijf vakjes worden de dierenfiches gesloten neergelegd. Er zijn zes verschillende soorten dieren die allemaal even veel voorkomen. Verder zijn er nog een zeer beperkt aantal voederzakken. De spelers mogen vervolgens omstebeurt een vakje omdraaien en beslissen of ze hier één van hun boeren op willen zetten. Afhankelijk van het aantal spelers heb je twee of drie boeren.
Nadat alle spelers hun boeren hebben geplaatst worden de resterende tegels opengedraaid en mag de speler die als eerste al zijn boeren had geplaatst een rijtje oppakken. Je doet dit door de tegel onder de voeten van de boer te pakken en vervolgens in één richting alle tegels te pakken totdat je aan de rand van het speelbord komt of tegen een andere boer aanloopt. De eerste speler kan doorgaans een lekker lange rij pakken, maar het bord wordt al snel leeg waardoor een boer soms niet meer oplevert dan de tegel waar hij op staat.
Vervolgens mag de buit worden verdeeld. Per vier dezelfde dieren mag je er één in de schuur zetten (de dieren in de schuur leveren aan het eind van het spel punten op). De andere drie gaan uit het spel. Als je zes verschillende dieren hebt mag je de duurste (de koe) in je schuur doen en de anderen afleggen. Vervolgens moet je de dieren nog over zijn te eten geven. Ieder dier eet één voer. In een voederzak zit genoeg om alle beesten één keer eten te geven en anders moet je dieren inleveren voor voedsel.
Vervolgens leg je weer 25 nieuwe tegels op het bord voor de tweede ronde. Na vier rondes is het spel afgelopen. In deze laatste ronde mag je per vier varkens zelfs 2 in je schuur zetten, het kan dus verstandig zijn om een varkenskwartetje niet meteen naar je schuur te verplaatsen maar ze nog een paar rondes buiten te laten staan (nadeel: ze eten de oren van je hoofd). En na het voederen mag je in de laatste ronde van elke vier willekeurige dieren die je over hebt de goedkoopste nog in je schuur zetten. Daarna worden de punten geteld (staan op de fiches vermeld). De speler met de meeste punten wint.
… en de waardering
Schweinebande is een echt familiespel: de regels zijn zo uitgelegd en het duurt niet lang voor de spelers het klappen van de zweep kennen. Mijn grootste bedenking bij het spel is dat je eigenlijk altijd het beste af bent als je als eerste speler de rijtjes mag oprapen omdat je dan meer fiches krijgt. Hoe langer je moet wachten, hoe minder er ligt. De speler die als eerste mag oprapen is bovendien ook de startspeler van de volgende ronde en als je dan iedere keer maar snel je boeren plaatst kan je dus startspeler blijven. Al met al is Schweinebande een aardig familliespelletje, maar mist het de X-factor om het boven de massa uit te laten steken. Een goed uiterlijk is helaas ook in het spellenschap niet genoeg om de balans definitief in je voordeel te laten doorslaan.