Spelauteur onder het vergrootglas: Corné van Moorsel

Geplaatst door

(dit artikel is eerder gepaatst op de website van het spellenspektakel)

De spelauteur die in deze editie van deze rubriek geïnterviewd is, is Corné van Moorsel. Corné is al langer bekend bij de echte die-hard spelfanaten, maar begint nu langzaam maar zeker ook bij andere groepen spelers bekend te raken. Spellen van zijn hand zijn bijvoorbeeld het tweepersoonsspel Streetsoccer, het familiespel ZooSim (ook wel O Zoo le Mio) en het recente letterspel Typo. Deze spellen worden door Corné zelf uitgegeven via zijn bedrijf Cwali.

Wie is Corné?

Je bent nu werkzaam als spelauteur en –uitgever. Wat voor een opleiding heb je gedaan en heb je ook nog een ander beroep gehad voor je je op het maken en uitgeven van spellen ging richten?

Hoe kan ik dat kort samenvatten? Ik heb heel wat opleidingen en beroepen gedaan … het interview wordt te lang als ik daarover begin.

Wat doe je als je niet bezig bent met je werk? Heb je hobby’s?

Ik ben altijd van plan geweest verschillende banen part-time te doen, maar werk nu full-time als speluitgever. Heb ‘overal’ interesse in, dus geen specifieke hobby.

Je bezoekt vast veel spellenbeurzen (het spellenspektakel, ducosim beurzen, spiel, etc). Wat vind je de leukste beurs en waarom?

Naar “Spiel” in Essen komen spellenliefhebbers uit de hele wereld en is het aanbod het breedst. Daar hebben we een ‘grote’ Cwali-stand, wat leuk is voor de release van spellen. Maar dit jaar is er een nog grotere Cwali-stand op het “Spellenspektakel”, dus misschien vind ik het “Spellenspektakel” nu net zo leuk.

Het maken van spellen

Op welk moment besloot je om van spellen ontwerpen en uitgeven je beroep te maken en waarom?

Dat ging niet van het ene op het andere moment. Spellen maken was aanvankelijk alleen een hobby. Ik ben er wat meer gaan maken om te verkopen, in eerste instantie voor de lol. Ik had niet gedacht dat je er serieus iets mee kunt verdienen. Van de auteursspellencultuur (voornamelijk in Duitsland) wist ik nog helemaal niets af.

Het leuke vind ik om een project van idee tot eindverkoop te managen. Het hele proces van idee tot verkoop is heel veelzijdig. Er wordt me wel eens geadviseerd om alleen maar spellen te bedenken en dat aan andere uitgevers te verkopen, maar dat lijkt me niet leuk. Spellen van anderen vervolmaken tot een eindproduct lijkt me wel leuk, maar is er nog niet veel van gekomen. Ik kan namelijk maar een paar Cwali-spellen per jaar doen voor de verkoop aan winkels. Voor een ander bedrijf als product-ontwikkelaar aan meer spellen werken zou wel kunnen, naast de Cwali-spellen.

Kun je iets vertellen over hoe je op het idee voor een nieuw spel komt en wat er allemaal bij komt kijken voor dit idee resulteert in een spel in de winkels, bijvoorbeeld aan de hand van een recent spel?

Dat is moeilijk kort te beantwoorden. En een compleet antwoord wordt wel lang maar niet spectaculair. Van het idee voor een spel denkt men wel eens dat zoiets op een bepaald moment in een fractie van een seconde komt. Soms hoor ik dat een auteur plotsklaps op het idee voor een spel kwam, of het spel ‘s nachts zelfs gedroomd heeft. Maar zo werkt het niet echt. Hoe het dan wel werkt? Dat is moeilijk te beantwoorden. Vraag een schrijver hoe je een boek schrijft, of een cabaretier hoe je een theatervoorstelling maakt, of een schilder hoe je een schilderij maakt en je wordt van de antwoorden niet veel wijzer. Wat mij misschien het meest onderscheidt bij het bedenken van spellen is dat ik erg naar de psychologie tijdens het spelen van een spel kijk … maar dat is helemaal moeilijk uit te leggen.

Naast het bedenken van het spel gaat het om de productie, promotie en verkoop voordat een spel in de winkel ligt. Aan al die 4 onderdelen besteed ik ongeveer evenveel tijd.

Werk je wel eens samen met andere spelauteurs en zo ja op welke manier dan?

Met collega’s, meest buitenlandse, speel ik graag spellen. Dan spreken we over alles van spelregels tot tekenwerk tot productie tot verkoopstrategie. Samenwerking bestaat het meest uit brainstormen en contacten voor productie en verkoop.

Hoe zou je je eigen spellen omschrijven? (familiespel, spel voor liefhebbers, thematisch, abstract)

Ik verkoop nu alleen thematische spellen, uitgezonderd “Typo”. Sommige spellen zijn wat abstracter, zoals “Isi” (is niet meer te koop) en “Subulata”. Bij sommige is de thema/spel-combinatie erg bijzonder, zoals bij “Smart” (is niet meer te koop), “StreetSoccer” en “SeaSim”. “SeaSim” met het virus en de orka en de stroming is een bijzondere thematische spel-ervaring. Maar ik ken geen spel wat thematisch sterker is dan “StreetSoccer”. Sommigen vinden dat ook zo, maar er zijn natuurlijk ook spelers die daar niets in zien.

De spellen zitten vaak tussen familie-spellen en gamers-spellen in. Zulke spellen vind ik zelf het leukst en het is mijn specialiteit geworden. Zulke spellen kan ik als Cwali-spellen het best verkopen. Opvallend is dat de spellen die het meest richting gamers-spellen gaan (bijvoorbeeld “Titicaca” en “Logistico”), het snelst goed in beeld komen bij gamers die mijn spellen snel weten te vinden. Bij de spellen die meer richting familie-spel gaan (bijvoorbeeld “StreetSoccer”, “ZooSim”, “Typo”) leek de interesse in eerste instantie niet groot maar op langere termijn gaat het met die familie-spellen goed. De 2 nieuwe spellen dit jaar zijn meest familie-spellen.

Op welk spel dat je gemaakt hebt, ben je het meest trots en waarom?

Dat verschilt per dag. Ik ben trots op wat de spellen bereiken. Er zijn al meer dan 100.000 Cwali-spellen verkocht. De spellen zijn te vinden van Finland tot Zuid-Afrika tot Singapore tot Canada. En op internet zijn al 160.000 partijen StreetSoccer gespeeld. Dat is toch leuk allemaal. Helaas zegt het niets over winstgevendheid…

Lees je de recensies die in bladen en op internet over je spellen worden geschreven? En zo ja, neem je eventuele op- en aanmerkingen dan ook mee bij het ontwikkelen van volgende spellen?

Ik lees ze. En ongetwijfeld beïnvloedt het mijn volgende spellen, al is het onbewust. Een politicus zou na kritiek van kiezers zeggen “ik heb mijn standpunt kennelijk niet goed overgebracht”, maar wordt toch ook echt wel beïnvloed.

Wat is de beste tip die iemand je ooit gegeven heeft over het ontwerpen en/of uitgeven van spellen?

“Nooit aan beginnen.”

Stel, iemand heeft nog nooit een van je spellen gespeeld, maar is wel geïnteresseerd. Welk spel zou je dan aanraden om te kopen?

Dat ligt eraan wat voor spel die persoon zoekt. En voor hoeveel spelers, voor welke leeftijden, welke moeilijkheidsgraad, welke speeltijd, etcetera. Als je iets zoekt wat erg uniek is, dan denk ik dat ik de 2-spelers-serie (“SeaSim”, “Subulata”, “StreetSoccer”) het meest moet aanbevelen. Dat zijn 2-persoons-spellen van een ‘soort’ dat ik nergens anders zie.

De toekomst

Wat mij opvalt is dat je wat oudere spellen altijd in een ronde koker zaten en je nieuwe in gewone doosjes. Waarom heb je voor deze overstap gekozen en gaat dit zo blijven?

Dat hangt grotendeels af van het spelmateriaal en in welke serie het past. “Logistico” ging heel moeilijk in een koker passen …

Van de drie 2-persoonsspellen had er 1 in een brede koker gekund, maar die serie in brede dozen staat nu erg leuk als trilogie in de spellenkast.

De spellen in 2005 zitten in dozen.

ZooSim is bij de Duitse uitgever Zoch uitgegeven als O Zoo le mio en Typo wordt binnenkort uitgeven door University Games. Betekent dit dat je wilt concentreren op het ontwikkelen van spellen en dat je het uitgeven van spellen liever aan anderen wilt overlaten?

Een spel eerst zelf uitgeven blijft het leukst, maar spannend is dan vooral de eerste productie. Daarom wil ik, in tegenstelling tot voorgaande jaren, liefst alleen de eerste productie zelf verkopen. Bij uitverkochte spellen is de kans groot dat ik zelf geen herdruk meer doe.

Kan je in het kort iets vertellen over je nieuwste spellen?

De 2 spellen voor dit jaar zijn eenvoudig, wat leuk is om op een spellenbeurs zoals het “Spellenspektakel” te laten spelen. Eén nieuw spel (Aloha) speelt op een vakantie-eiland in 1960 (rond die tijd groeide het toerisme naar tropische eilanden explosief). Je onderneemt voor je reisbureau zakenreisjes naar het eiland om het eiland te verkennen en de meeste locaties op de belangrijkste stranden vast te leggen. Het spel is voor 2 tot 5 spelers en duurt ongeveer 45 minuten.

Het andere spel (Ahoy) is ook voor 2 tot 5 spelers en duurt ongeveer 30 minuten. Dit is een spel voor de leeftijd van 5 tot 105. Dat is iets heel nieuws. Daar zal misschien vreemd tegenaan gekeken worden in eerste instantie. Het is een race over zee en bestaat uit 1 figuur per speler, 4 zeedieren op 12 kaarten, 1 boot en 25 reddingsboeien. Moet je spelen!!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *