Spiel 2022: de spellen deel 2/3 (Dagmar)

Geplaatst door

Op Spiel komen honderden nieuwe spellen uit en zelfs als je alle dagen zou gaan, dan nog kun je maar een fractie van al deze spellen spelen. Mijn teller is dit jaar op 18 (nieuwe) spellen blijven steken en daarbij tel ik stiekem het spel dat ik in het hotel en een aankoop die ik na afloop thuis speelde ook mee. In deze serie blogjes zal ik mijn eerste indrukken met jullie delen. Ik houd daarbij de alfabetische volgorde aan.

Hamlet: The Village Building Game is een spel dat eerder op Kickstarter verscheen en waar ik toen hartstochtelijk over getwijfeld heb. Ik schoof dan ook met enthousiasme aan bij de uitleg van dit spel. Maar dat enthousiasme zakte snel weg doordat de uitlegger nogal slecht verstaanbaar was en nog minder goed te volgen. Tel daar nog bij op dat er op het bord icoontjes stonden die zo klein waren dat ze van de overkant van de tafel niet te lezen waren. En alsof dat nog niet onhandig genoeg was reflecteerden de lampen ook nog op het glimmende bord waardoor het zicht nog verder beperkt werd. Neem mijn beschrijving van dit spel dus met een korrel zout, het zou zo maar kunnen dat ik er geen snars van begrepen heb. Maar voor wat het waard is: hamlet is het Engelse woord voor een gehucht. En in dit geval is het een gehucht waarvan de inwoners graag een kerk willen bouwen. En daarvoor heb je natuurlijk allemaal bouwmaterialen nodig die op hun beurt weer gemaakt moeten worden uit andere materialen die ook niet zo maar uit de lucht komen vallen. Denk aan een kerkdeur waarvoor je hout en ijzer nodig hebt (fictief voorbeeld). Op de verschillende velden van het bord kun je acties uitvoeren (zoals hout hakken of van hout en ijzer een deur maken). Je hebt werkers die je gewoon naar een actieveld kunt sturen om een actie uit te voeren. Maar als ze daarvoor grondstoffen nodig hebben dan moet je dat veld via ezels ook nog verbinden met de velden waar de grondstoffen op liggen. Die grondstoffen hoeven dan weer niet van jezelf te zijn om ze te gebruiken, je mag ze gewoon pakken (al kreeg de producent geloof ik wel iets als bedankje), maar je moet wel je eigen ezels gebruiken. Je kunt het bord ook uitbreiden met nieuwe tegels waar je weer andere dingen mee kunt maken. Het bijzonder is dat de tegels heel onregelmatig gevormd zijn en je dus een beetje moet passen en meten bij het aanleggen. Zodra de kerk af is, is het spel afgelopen en worden de punten opgeteld en wie er de meeste heeft, wint het spel.

Het is altijd gevaarlijk om iets te zeggen over een spel dat je niet goed begrepen hebt, dus neem mijn voorlopige aversie dus ook maar met een korrel zout. Er zitten namelijk best leuke ideeën in dit spel en wellicht zou ik het dus best leuk kunnen vinden als ik het volgens de regels zou spelen. Maar doordat ik het spel én niet begreep en ik het bord niet goed kon zien (dat is wel een euvel dat je zelfs met een goede regeluitleg niet opgelost krijgt) vond ik er vooralsnog weinig aan. Anton heeft nog getwijfeld of hij dit spel zou kopen, maar zijn besluiteloosheid duurde zo lang dat het spel op een gegeven moment uitverkocht was en zijn kans daarmee verkeken. En daarmee is ook de kans dat ik dit spel nog eens ga spelen heel klein geworden.

In de stand van Blue Orange dachten Anton en ik een vrij plekje bij een tweepersoonsspelletje (Lost Seas) te spotten. We bleken het helaas mis te hebben want het was geen twee- maar een vierpersoonsspel dat al door twee anderen werd gespeeld. Ze gaven echter aan bijna klaar te zijn en dus schoven we vast aan om het stokje over te nemen. Toen Anton beter keek, bleek hij het spel te herkennen omdat hij het ooit al eens gespeeld had. Hij had het best leuk gevonden en wilde het nog wel eens doen en dus bleven we zitten. Toen onze buurmannen uitgespeeld waren, legden ze ons het spel voor vertrek uit. Lost Seas is het soort puzzel/optimalisatiespel dat de laatste tijd populair is. Aan de rand van je eigen speelgebied leg je vier bij vier tegels neer met opdrachten waarmee je punten kunt scoren (denk aan: in deze kolom moet dit symbool drie keer voorkomen of in deze rij mag dit symbool juist helemaal niet staan). Vervolgens worden er tegels opengedraaid waarvan de startspeler er één kiest en in zijn speelgebied neerlegt en één kiest om af te leggen. Daarna doet de andere speler dat ook. De laatste tegel blijft liggen voor de volgende ronde (dan worden er nieuwe tegels opengedraaid zodat je weer een volledige bezetting hebt om uit te kiezen). Zodra de spelers hun raster gevuld hebben, wordt gekeken hoe goed ze de opdrachten hebben uitgevoerd. De speler met de meeste punten wint.

Ik vond Lost Seas een aangenaam spelletje om even mee op adem te komen. Het speelt lekker vlot weg en ziet er nog leuk uit ook met al die nautische afbeeldingen. Het lijkt me een prima familiespel voor met wat jongere kinderen. Maar voor mij was het een beetje te licht en weinig origineel om een aanschaf te overwegen. Dit spel zou te weinig toevoegen aan mijn toch al te volle spellenkast waar al genoeg van dit soort spelletjes in staan.

Tien jaar geleden kocht ik Tokaido op Spiel. Dat spel viel nogal tegen en heb ik redelijk snel weer van de hand gedaan. Dit jaar bleek er een vervolg op Tokaido te zijn verschenen, Namiji genaamd (en daarnaast was er nog een tweepersoons spel dat gebaseerd is op Tokaido maar dat heb ik niet gespeeld). Namiji speelt zich af op en rond het water van Japan en zag er prachtig uit. Ik wilde het spel nog wel eens een herkansing geven. Ook in dit spel beweeg je je (net als in Tokaido) over een spoor waar je op verschillende plekken verschillende acties kan uitvoeren. Zo kun je vissen en daarmee vissen verzamelen die je op een bordje legt en waarmee je punten kunt scoren als je vissen van dezelfde soort in rijen of kolommen hebt liggen. Of je kunt gaan whalewatchen (panorama-sparen). Net als bij Tokaido is bij dit spel de laatste speler op het spoor altijd aan de beurt en kan die soms zelfs meerdere beurten achter elkaar uitvoeren (als de anderen gaten hebben laten vallen). Als iedereen het hele traject heeft afgelegd, worden de punten geteld en de spelers met de meeste punten wint.

Ik vond Namiji leuker dan Tokaido omdat ik het gevoel heb dat er meer kansen zijn om het verschil te maken met de acties die je kiest. Bij Tokaido had ik het gevoel dat wat je ook deed, je altijd een paar punten scoorde en dat het dus weinig uitmaakte. Nu had ik wel het gevoel dat ik relevante keuzes maakte. Tegelijkertijd bleef het een relaxed spelletje waar je langzaam een parcours afloopt. Ik zou dit best nog wel eens willen spelen, maar vond het niet interessant genoeg om het mee naar huis te willen nemen.

In mijn final shopping spree had ik op zaterdag Rainforest ongespeeld aangeschaft. Op zondag kwam spellenvriendin Saskia op bezoek en samen namen we de regels door. Die waren gelukkig niet al te ingewikkeld. Beide spelers bouwen een eigen stukje regenwoud van drie bij drie tegels. In je beurt mag je uit vier tegels een tegel kiezen om te gaan bouwen (of afleggen als je de tegel niet wilt) en daarna van het groepje dierenfiches dat onder de tegel ligt alle dieren van één soort of alle dieren van één kleur pakken. Op de tegels die je pakt staat aangegeven welke dieren je nodig hebt om de tegel af te bouwen. Soms staat er op welke kleur de dieren moeten zijn, soms welke dieren het moeten zijn en soms is alles goed. Als een tegel vol is dan gaat hij naar je eigen stukje regenwoud. Je probeert verder de tegels zo te leggen dat tegels in dezelfde kleur bij elkaar komen te liggen zodat je daar bonussen voor probeert te scoren, jouw totemdier lekker vaak te plaatsen én je probeert als eerste alle vijf de kleuren tegels in je regenwoud te hebben.

Rainforest doet een beetje aan Cascadia denken, maar dan anders. Ook hier mag je weer uit een combi tegel+fiches kiezen, met als verschil dat je de tegel mag afleggen als je die niet wilt (en dat doe je ook af en toe, al is het maar omdat je maximaal aan drie tegels tegelijkertijd mag bouwen en je soms dus geen ruimte hebt). Er zit een zekere gelaagdheid in dit spel doordat je én tegels eigenlijk lekker snel wilt afbouwen (elke tegel levert punten op) maar je er ook op moet letten in welke volgorde je ze afbouwt zodat ze in groepjes van dezelfde kleur bij elkaar komen te liggen. En dan hoop je ook nog dat je totemdier lekker vaak in je regenwoud zit, voor nog extra punten. Er is dus genoeg om op te letten, maar tegelijkertijd speelt het spel lekker snel en licht weg. Prima familiespel dus. Ik heb geen spijt van mijn aankoop.

Een de spellen waar ik erg benieuwd naar was, was Splendor Duel. Met zo’n opvolger van een super populair spel bestaat altijd het risico dat het geliefde thema op een zwak spel wordt geplakt om de verkoop te boosten. Gelukkig kon ik het spel op de beurs spelen om te kijken of dit the real deal was of een misbruik-zaak. Heel veel elementen van Splendor komen terug in Splendor Duel: zo kun je in je beurt fiches pakken, een kaart kopen (die je betaalt met de fiches en die je korting oplevert op toekomstige kaarten) of een kaart reserveren (en daar een goudstuk voor krijgen). Maar er zijn ook verschillen. Zo pak je de fiches niet gewoon van een stapeltje, maar van een bordje waarbij je een rij van maximaal drie fiches mag pakken. Het bordje waar je van af pakt is vrij klein dus het komt al snel voor dat je er geen drie op een rij meer kan pakken en het met minder moet doen. Op het moment dat je kaarten koopt, gaan de fiches die je daarvoor gebruikt in een zakje. Aan het begin van je beurt kun je er voor kiezen om alle fiches uit het zakje terug op het bordje te leggen om zo weer meer keus te hebben. Maar als je dat doet (nog een verandering ten opzichte van het origineel) dan krijgt de andere speler een oorkonde waarmee hij voorafgaand aan zijn beurt een extra fiche mag pakken (er zijn ook nog andere manieren om aan oorkondes te komen, maar die sla ik in deze korte beschrijving even over). Dat geef je dus liever niet te vaak weg. En het laatste verschil dat ik hier wil benoemen is dat er drie manieren zijn om het spel te winnen (20 punten, 10 punten in één kleur of 10 kroontjes verzamelen).

Splendor Duel is mijn spel van de beurs. Ik vond het echt super leuk. Het voelt als een wat zwaardere en complexere variant van Splendor. Je moet echt weer even nadenken over de extra mogelijkheden om daar een goede weg in te zoeken. Splendor heb ik grijs gespeeld en speel ik daardoor nu nauwelijks meer. Maar van deze variant kreeg ik er meteen weer zin in. Ik ben dan ook heel blij dat het me gelukt is om een van de 400 exemplaren die op Spiel verkocht werden te bemachtigen.

Aan het eind van de donderdag zochten we eigenlijk nog een spel dat we met zijn vijven konden doen. Dat was even niet beschikbaar, maar er was wel een vrij plekje bij St. Patrick. Anton offerde zich op en besloot nog een rondje over de beurs te gaan lopen terwijl de rest van ons groepje zich ging verdiepen in de Ierse heilige. St. Patrick is een slagenspel waar je vooral bepaalde kaarten niet wilt halen, namelijk de zwarte kaarten en de kaarten met nummer zeven (deze kaarten leveren minpunten in de vorm van slangen op). Voor het spel begint mag iedereen uit de pot met relieken graaien om zich te beschermen tegen slangenbeten. Zolang de pot niet leeg gaat, is er niets aan de hand. Maar als hij wel leeg is, dan krijgen alle spelers net zo veel minpunten als ze relieken hebben gepakt. Je wilt dus liever niet heel veel relieken meer pakken dan een andere speler omdat die dan wel eens een reden zou kunnen hebben om de laatste reliek te pakken. Verder geef je voor je begint nog één kaart door aan je buurman. En daarna is het een recht toe recht aan slagenspel zonder troef. Er is nog een speciale regel dat als één speler alle slangen heeft, de andere spelers strafpunten krijgen. Wie als eerste een bepaald aantal minpunten heeft verliest het spel en de speler die dan de minste strafpunten heeft, wint.

De eerste rondjes vond ik St. Patrick een tikje saai. Ik kon zonder veel moeite de slangen vermijden of afkopen met relieken. Maar na een paar rondjes begon ik steeds meer door te krijgen hoe je het spel kan sturen en welke mogelijkheden je hebt om een ander een slangetje aan te naaien. Dit spel is listiger dan je op het eerste oog ziet. Het was ook nog eens een heel budget vriendelijk spel. Ik heb het echter niet mee naar huis genomen omdat dit een spel is dat pas tot zijn recht komt als je met drie of vier spelers bent en me dat niet zo vaak overkomt en de kans dus groot zou zijn geweest dat het spel vooral in mijn kast stof zou liggen happen.

Eén reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *