Normaal maak ik maandoverzichten, maar de afgelopen week heb ik zo ontzettend veel gespeeld en ik verwacht deze maand nog zo veel te gaan spelen, dat het me beter lijkt om mijn bevindingen een beetje te verspreiden. Niek was de eerste dagen van oktober naar het buitenland voor zijn werk en dus had ik aan verschillende mensen gevraagd of ze zin hadden om spellen te doen. En iedereen zei ja (nogmaals dank daarvoor). Dus op zaterdag en zondag schoven mensen aan voor spellen, maandagavond speelde ik met collega’s en op woensdag kwamen Peter Hein en Anton langs voor een spellendag. Ik heb in de eerste week van oktober dus al net zo veel spellen gedaan als in heel september. En het waren ook nog heel veel verschillende spellen. In dit blogje zal ik met jullie mijn indrukken delen van de spellen die ik voor het eerst deed.
Het eerste nieuwe spel dat op tafel kwam was Deception: Murder in Hong Kong. Dit is een cluedo/mysterium achtig spel waar spelers moeten achterhalen waar een moord heeft plaatsgevonden. Eén speler is de moordenaar, één speler is de forensic investigator en de rest van de spelers zijn onderzoekers. Alle spelers (behalve de forensic investigator) hebben kaarten voor zich liggen met daarop voorwerpen en moordmethodes. De forensic investigator weet wie de moord gepleegd heeft en probeert dat de onderzoekers duidelijk te maken. Dit doet hij door op kaartjes het woord aan te wijzen dat het beste past bij de kaarten die voor de moordenaar liggen. Ik vond het wel een aardig spel, maar was er niet kapot van. Ik vind het denk ik minder leuk om uit de woorden te kiezen dan plaatjes (zoals in Mysterium) en bovendien was de keus zo beperkt dat de woorden soms echt als een tang op een varken sloegen.
Het volgende nieuwe spel was Endeavor. Dit spel zit in een saaie bruine doos met een afbeelding van een zeilschip en dat was genoeg voor mij om dit spel tot nu toe te negeren. Doe mij maar iets met kleur en ik heb een lichte aversie tegen handelen rondom de middellandse zee spellen. En daarmee heb ik mezelf misschien wel te kort gedaan, want ik bleek het een leuk spel te vinden. Het is een ontwikkelspel waar je van alles wilt doen, maar helaas maar een paar dingen kan doen. Je moet dus de hele tijd keuzes maken. Het deed me ergens zelfs een beetje aan Puerto Rico denken doordat je gebouwen kiest die bepaalde voordelen hebben, maar daarvoor wel geactiviteerd moeten worden. En dan moet je dus wel genoeg mannekes hebben en die heb je niet. Maar ja, als je meer mannetjes gaat verzamelen dan kan je andere dingen weer niet kiezen. Enzovoort. Leuke keuzestress dus.
Het derde nieuwe spel was Crazy Derby (of te wel: Trendy). Ik denk dat ik deze lang, lang geleden wel eens eerder heb gedaan, maar wel zo lang geleden dat ik er niets meer van wist. Het bleek een leuk kaartspelletje te zijn waar je setjes moet verzamelen van dezelfde beesten. Omstebeurt leg je een kaart neer en zodra een setje compleet is, mag je die kaarten op je puntenstapel leggen en moeten alle andere beesten worden weggelegd. Je moet dus een beetje hopen dat de andere spelers ook kiezen voor jouw dier. Het was een lekker vlot tussendoortje. Perfect dus om nog net even te spelen voordat ik ging koken.
Het vierde nieuwe spel was geen nieuw spel maar een nieuwe uitbreiding, namelijk de Salsa (zout) uitbreiding voor Concordia. Concordia vind ik een erg leuk spel, maar ik doe het niet vaak genoeg om er uitbreidingen voor te willen hebben. Maar ik ben wel nieuwsgierig naar de uitbreidingen dus ik vond het erg leuk om deze te proberen. De uitbreiding voegt een nieuw product toe (zout) dat je als joker kan gebruiken voor alle andere handelswaren. En daarnaast voegt het een soort actiekaarten toe waarvan je er één mag uitzoeken op het moment dat je je kaarten weer terug op handen neemt. Sommige actiekaarten geven een eenmalig voordeeltje (bijvoorbeeld punten), terwijl andere kaarten het hele spel voordelen blijven opleveren (bijvoorbeeld goedkoper grondstoffen kunnen kopen). Ik vond het een erg leuke toevoeging en heb het spel met veel plezier gedaan.
Het vijfde nieuwe spel was de nieuwe Ticket to Ride variant Rails & Sails. Dit is een zelfstandig speelbaar spel (dus geen uitbreiding). Iedere keer als ik denk dat ik wel genoeg Ticket to Rides heb en er echt niets uit kan komen dat de moeite van een aanschaf waard is, weet Days of Wonder me weer te verrassen. Deze variant is een XL-variant, of te wel het bord is gigantisch groot. Aan de ene kant staat de wereldkaart en aan de andere kant het grote meren gebied van Amerika en Canada. Nieuw in deze variant is, dat je niet alleen treinen (trains) moet bouwen maar ook boten (sails). En hiervoor heb je verschillende kaartendeks en speelstukken. Dit betekent nog meer kaarten op handen (wij gebruikten de kaarthouders uit de Azië uitbreiding van Ticket to Ride om het overzichtelijk te bewaren) én vooral dat je bij het plannen van je routes er rekening mee moet houden met de mix van bootjes en treintjes in je voorraad. Je kan weliswaar best bootjes en treintjes ruilen, maar dat kost een actie én levert strafpunten op en dat wil je niet. Verder voegt de uitbreiding havens toe. Die moet je ook met een bepaalde (lastig te krijgen) combinatie van kaarten kopen (nog iets om op te letten dus). Deze havens leveren 10 punten per kaart op waar deze plaats begin- of eindpunten van een van je routes is (dat kan dus lekker aantikken). Maar ze leveren ook weer strafpunten op als je ze ze niet bouwt. Het spel zelf is dus hetzelfde gebleven (je bent vooral bezig met kaarten verzamelen en bouwen), maar je moet op veel meer factoren letten. Ik vond dit echt een fantastisch leuk spel en het kost me dus de grootste moeite om mezelf er van te overtuigen dat ik hem niet hoef te hebben (want (i) ik heb al heel veel Ticket to Ride in de kast staan die ik te weinig speel, (ii) het is een heel duur spel en voor dat geld kan je ook twee echt nieuwe spellen kopen en (iii) Peter Hein heeft het spel en wil het vast nog wel eens met me spelen).
Het volgende nieuwe spel was eigenlijk een heel oud spel dat al jaren ongespeeld in mijn kast staat, namelijk The Starfarers of Catan. Let wel, ik heb het over het bordspel niet over het tweepersoons kaartspel met min of meer dezelfde titel. Dit spel heb ik jaren geleden op Spiel voor een habbekrats gekocht (ik meen 20 euro) en ik heb het ooit gespeeld met Niek, Peter Hein en Helen (met het exemplaar van Peter Hein). Van dat vorige potje kon ik me herinneren dat ik het toen best complex vond en dat het eindeloos duurde (de dobbelsteen was erg dwars waardoor er nauwelijks grondstoffen in het spel kwamen of de verkeerde combinatie van grondstoffen of zo iets). Deze slechte ervaring zorgde er voor dat ik een beetje huiverig was om het spel weer op tafel te zetten. Dit bleek volkomen onterecht te zijn, het spel valt namelijk reuze mee wat betreft complexiteit en speelde dit keer wel lekker vlot door. Ik heb me kostelijk vermaakt. In het spel moet je de ruimte gaan ontginnen en daarvoor met je ruimteschepen bouwen die je naar de uithoeken van de ruimte stuurt om daar op planeten ruimtebasissen te bouwen (extra bron van grondstoffen en overwinningspunten). Je kan ook handelsposten oprichten bij vreemde volkeren die je mooie voordelen opleveren (en niet onbelangrijk: overwinningspunten). Dit spel is extreem hysterisch uitgevoerd.
Op het bord staan gewoon bescheiden scheepjes, maar elke speler heeft ook nog een groot plastic-fantastic ruimteschip dat je gebruikt om bepaalde ontwikkelingen bij te houden (wapens, aandrijfsystemen, vrachtruimte en roemringen). Al deze upgrades klik of klem je aan het schip (al is het verstandig om de aandrijfsystemen niet meer te klikken want het plastic is in de loop van de tijd uitgehard en heeft de neiging om te breken). Verder gebruik je het schip om te bepalen hoe ver je mag varen. Tijdens je beurt schud je namelijk met het schip en kijk je daarna welke gekleurde bolletjes (rood, blauw, geel of zwart) in de uitlaat van het schip zitten en die geven aan hoe hard je schip gaat. Maar pas op: als er een zwart bolletje tussen zit dan wordt er een gebeurteniskaart voorgelezen. Je ontmoet dan bijvoorbeeld een handelaar en mag kiezen hoeveel grondstoffen je hem geeft en het kaartje vertelt dan wat je terug krijgt. Dit is elke keer anders, dus het is een leuk gokje om te bepalen hoeveel je afgeeft. Ook kan je ruimtepiraten tegenkomen (dan moet je vechten en daarom wil je invsteren in wapens) of schepen in hulp (die je kan helpen) en afhankelijk van de uitkomst krijg of verlies je roem, grondstoffen of uitbreidingen van je schip. Ik ben nu helemaal enthousiast over dit spel en hoop het snel nog eens te kunnen spelen. Zonde dat het zo lang stof heeft staan verzamelen. Dat laat ik niet nog eens gebeuren.
Het zesde nieuwe spel dat ik speelde was Karuba. Op bordspel.com is recent een recensie van dit spel geplaatst en dat had mijn interesse gewekt. Ik wist dat Peter Hein het spel in de kast had staan dus ik had hem gevraagd het mee te nemen. Het spel doet een beetje aan cities denken. Alle spelers hebben een bordje voor zich liggen en hebben een identieke set met vierkante tegels. Op de tegels staan weggetjes. Het doel van het spel is schatzoekers de weg naar een schat te laten vinden (de schatzoeker en schat plaats je zelf op de randen van het bord). Een speler trekt een willekeurige tegel, de andere spelers zoeken vervolgens dezelfde tegel op en dan mag je kiezen. Leg je hem op je bord om zo een weggetje te creëren tussen schat en schatzoeker óf laat je een schatzoeker net zo veel stapjes lopen als er uitgangen van weggetjes op het kaartje staan. Het spel beviel zo goed dat we het meteen twee keer hebben gedaan. Het is een leuk puzzel/race-spelletje dat er ook nog eens mooi uitziet. Ik denk er sterk over om dit spel volgende week mee te gaan kopen op Spiel.
Het laatste nieuwe spel dat ik speelde was ook weer een oudje, namelijk Manhattan. Dit is de Spiel des Jahres winnaar uit 1994. De vormgeving is heerlijk nineties, met als confronterend detail een afbeelding van de twintowers op de zijkant van de doos. In het spel moet je skyscrapers gaan bouwen. Ieder ronde bouw je (verder aan) vier skyscapers. Iedere speler heeft een set met speelstukken van verschillende hoogte. Elke ronde kies je er vier. Vervolgens kies je uit je hand een kaart die een locatie aangeeft waar je mag bouwen. Je mag altijd een nieuwe toren bouwen, maar je kan ook verder bouwen aan een bestaande toren, maar dat mag alleen als je er zelf de meeste verdiepingen aan hebt gebouwd aan het eind van je beurt. Vervolgens worden de verschillende steden gewaardeerd en krijg je punten voor torens, de hoogste toren en voor wie per stad de meeste torens heeft. Ik vond dit een heerlijk elegant spel. De regels zijn simpel, maar je staat continue voor lastige keuzes waardoor op het bord een leuk kat en muis spel ontstaat waarbij meerderheden en hoge torens regelmatig van eigenaar verwisselen.
En dat waren ze! De maand is nog steeds jong en met drie dagen Spiel in het vooruitzicht kan het niet anders dan dat ik deze maand nog heel wat nieuwe spellen ga ontdekken. Ik ben benieuwd!