Bij nader inzien is een intrigerende roman van Voskuil, beroemd geworden met Het Bureau. Bij nader inzien moet ik soms ook mijn mening over spellen herzien. Het gebeurt zelfs regelmatig.
Een spel waarbij ik dat onlangs sterk had is Fabrieksmanager. Dat had ik kort na Spiel een keer gespeeld en ik vond het toen een dorre rekensom. Het thema, waarbij je in de rol kruipt van procesmanager in een fabriek, spreekt al niet echt aan, maar het spel bleek helaas net zo inspiratieloos.
Tenminste, dat dacht ik toen. Tijdens de afgelopen spellenbeurs van Ducosim besloot ik het nog maar een tweede kans te geven. Het was immers geen lang spel, dus zou het me geen uren kosten. Lage verwachtingen doen soms wonderen, want ik vermaakte me deze keer uitstekend. Het kan ook aan het vlotte spel van alle spelers gelegen hebben, maar het spel vloog voorbij, nauwelijks onderbroken door hinderlijke rekenpartijen van deze of gene. Het hielp ook dat ik won, niet in het minst tot mijn eigen verrassing. Een topper vind ik het nog niet, maar het is lekker pittig spel met een korte speelduur. Ten overvloede een noot aan Niek en Erwin: ik neem mijn woorden terug.
Een ander voorbeeld is Stenen Tijdperk. Dat vond ik best een aardig spelletje, maar het bood weinig nieuws en door de beperkte opties leek de wederspeelbaarheid niet hoog. Totdat je het spel wat beter gaat kennen. Het helpt echt om te weten wat voor kaarten er zijn, en hoe je die optimaal kunt benutten voor de bonussen aan het eind van het spel. Dat niet alleen, ook hoe je je tegenstander daarmee kunt dwarszitten. Normaal investeer ik niet zo in de hutten. Maar gisteravond spaarde Helen ernstig de kaarten met bonuspunten voor hutten. Die kreeg ik telkens niet te pakken, dus besloot ik zelf maar hutten te kopen. Leuke bonuspuntjes, maar belangrijker nog, ze gingen niet naar mijn tegenstander. Gelukkig scoorde ik wel vrij goed in mijn bonuscategorieën, waardoor ik een zeldzame overwinning boekte.
Gek toch, hoe winst of verlies je mening kan kleuren 🙂
Voor het Kolonisten kaartspel gold dat niet. Dat is een spel dat bij nader inzien toch minder leuk is dan ik altijd dacht. Na het onlangs weer eens gespeeld te hebben viel het me pas echt op dat als je het spel van haver tot gort kent, je -al dan niet bewust- precies weet welke kaarten de moeite waard zijn en welke niet. Dit heeft tot gevolg dat ieder potje zo’n beetje dezelfde kaarten gebouwd worden. Alleen voor de laatste puntjes wil je nog wel eens een ander stadsgebouw maken, maar de usual suspects liggen dan al lang op tafel. De zwakkere kaarten zitten je dan alleen maar in de weg in de zoektocht naar betere. Met deckbouwen omzeil je dit probleem natuurlijk, maar het probleem zou in het basisspel al niet moeten bestaan. Vroeger viel het me nooit zo bewust op. Ik bedoel, een spel als Magic bewees met iedere uitbreiding weer dat het nog vele malen erger kon. Misschien ben ik toch verwend geraakt door spellen als Race en Dominion? Wie weet is de nieuwe versie van het KvC kaartspel toch het overwegen waard.
Ik heb het KvC kaartspel de laatste tijd weer een paar keer op tafel gehad en herken je kritiek. Sommige kaarten zijn inderdaad beter dan andere. Dure ridders komen bij ons bijvoorbeeld bijna nooit op tafel (waarom zou je een ridder nemen als je ook een stad kan bouwen van ongeveer dezelfde grondstoffen).
Ik heb het spel echter wel met plezier gespeeld. Misschien hielpen de uitbreidingen daar wel aan mee. Afhankelijk van de landschappen die je trekt en de grondstoffen die je op voorraad hebt, maak je toch iedere keer wel andere keuzes.
Dit neemt echter niet weg dat het goed is dat het kaartspel herontwikkeld wordt. De informatie op het blog Catanism geeft een aardig kijkje op de aanstaande veranderingen. Ik vind het vooral interessant dat de uitbreidingen een soort ontwikkelingen in de tijd gaan worden. Nu maar hopen dat 999 de nieuwe versie ook uit gaat brengen in NL.
Hoera, een nieuwe Funkenschlag-bekeerling! Morgen het echte spel dan maar spelen?