Februari was een goed maand, in meer dan in opzicht. Het was zo’n zeldzame maand dat ik iedere dag minstens één spel heb gedaan. Bovendien speelde ik 12 nieuwe spellen. Helaas zaten daar vrij veel matige spellen bij en geen echte uitschieters. Dat geldt vooralsnog ook voor mijn beste nieuwe spel deze maand:
Norenberc
Dit is het nieuwe spel van Andreas ‘Hanzesteden’ Steding, bij White Goblin Games. Een nieuwe Hanzesteden hebben we hier niet te pakken, maar mijn eerste potje smaakte toch naar meer. De kern van Norenberc is het werven van handwerklieden van diverse pluimage. Daar heb je handelswaren voor nodig, die je bij verschillende gilden kunt verkrijgen. Handelswaren kosten geld en de prijs is iedere ronde weer anders. De truuk is dus om goedkoop in te kopen en duur te verkopen en op het juiste moment toe te slaan bij de gildeleden die je wilt werven. Het spel kent daardoor een beetje een boekhoudelement, maar is gelukkig niet gespeend van interessante keuzes. Een beetje zorgwekkend vond ik wel dat het regelmatig voorkwam dat iemand acties over had terwijl hij of zij deze ronde niets nuttigs meer had om te doen: te weinig geld om iets te kopen en verkopen was niet interessant omdat de prijs de volgende ronde hoger zou zijn. Ik vermoed dat de volgorde van de gildeleden die de prijs bepalen het spelverloop drastisch kan beïnvloeden, mogelijk niet altijd ten goede. We zullen zien, want ik wil het nog wel eens proberen.
Andere nieuwe spellen, in aflopende volgorde van hoe leuk ik ze vond:
Rattus
Ik had me er weinig van voorgesteld, maar dit was nog best leuk. Vlot te spelen en aardig wat mogelijkheden om het spel te beïnvloeden. Wel maak ik me wat zorgen over de wederspeelbaarheid met maar zes karakters en de balans tussen de karakters. En ik kan natuurlijk niks zeggen na twee potjes, maar de strategie om je te beperken tot één, hooguit twee karakters (vooral de koning en boer) en je blokjes zoveel mogelijk te concentreren in een paar gebieden leek wel erg sterk.
Regenwormen Barbecue
Weer een yahtzee-achtig dobbelspel van Knizia. Valt in dezelfde categorie als -duh- Regenwormen. Aardig voor de afwisseling, maar ik geef vooralsnog de voorkeur aan Sushibar, Risk Express of het Ra dobbelspel.
Sesame
Een al wat ouder kinderspel van Ravensburger. Uitstekend geschikt voor twee. Er zit een geheugenelement in, maar het laat kinderen ook kennis maken met het concept van push your luck. Na dit gespeeld te hebben besloot ik dat het tijd werd om de oudste aan Diamant bloot te stellen. Dat bleek een succes.
Dier op Dier – Het grote avontuur
Nog een kinderspel en alweer het derde spel geïnspireerd op Dier op Dier. Beter dan het kaartspel, maar ik geef nog steeds de voorkeur aan het origineel. De opdrachtkaarten doen wat afbreuk aan het concept.
Khan
Het lezen van de regels deden me vrezen voor een zouteloos abstract spel. Abstract is het zeker (waarom bedekten de Mongolen in vredesnaam hele stukken woestijn, steppe en bos met houten planken?), maar het bleek nog best aardig. Het deed me een beetje aan Elasund denken: gebieden claimen en daarbij soms over je tegenstanders heenbouwen. De kaarten moeten een beetje meezitten, maar in een spel van zo’n drie kwartier moet je daar niet te hard over zeuren.
Red November
Ik had veel positiefs over dit coöperatieve spel gelezen, maar mij viel het wat tegen. In de eerste plaats is het vrij chaotisch en vol kleine priegelregeltjes, in de tweede plaats kwam het wat zinloos over. Het doel van het spel is om je tijd vol te maken, maar tegelijk is tijd een resource die je gebruikt bij het uitvoeren van acties. Hoe meer tijd je inzet, des te groter de kans dat je naderend onheil (voorlopig) afwendt. Maar als je de tijd moet volmaken, waarom zou je er dan zuinig mee omspringen en de kans lopen dat een reparatie mislukt? Doe mij dan maar Pandemie of LotR.
Era of Inventions
Hier heb ik al eerder wat eerste indrukken opgeschreven. In mijn tweede potje leek de logische strategie wat minder onvermijdelijk, maar het werd er helaas nog geen leuk spel van. Geen van mijn medespelers was erg enthousiast, dus ik wijt het nog even niet aan knorrigheid van mijn kant.
Gladiator
Een dobbelspel van Knizia, met een goed uitgewerkt thema. Ik zou dit dus leuk moeten vinden, maar helaas. Het samenstellen van je gladiatorteams is een best aardige exercitie, maar het dobbelgeweld daarna is een beetje een sof. Hier geen interessante afwegingen of risicomanagement, maar gewoon sterren gooie. dat heeft de goede doktor wel beter gedaan.
Automobile
Zie hier. Ik heb er weinig aan toe te voegen (want nog niet vaker gespeeld).
Color-a-do
De zoveelste variant op pesten. De regels over hoe je kaarten mag aanleggen lijken strijdig met opmaak van de kaarten, dus ik heb mijn gezond verstand maar voorrang gegeven. Ook dan vrij suf. Het voordeel boven pesten is dat dit gegarandeerd niet eindeloos duurt. Al heeft het nog steeds die bloedirritante ‘laatste kaart’-regel. Die ik dus ook maar negeer.
Appeltjes plukken
Het spijt me voor de zoete jeugdherinneringen, maar dit is zelfs geen spel dat ik met mijn kinderen wens te doen. De tijd is alweer dertig jaar voortgeschreden en dit is in de jaren ’80 blijven hangen. Net als Risk beter om de herinnering te koesteren dan te willen herbeleven.
Hi Peter Hein,
Grappigbi dat jij bij Rattus juist gaat voor de strategie 'je blokjes zoveel mogelijk concentreren in een paar gebieden'. Ik doe zelf namelijk altijd het tegenovergestelde: de populatie zoveel mogelijk uitsmeren over Europa. Concentreren betekent namelijk dat de kans dat de Zwarte dood in een gebied toeslaat, vergroot wordt (+1, +2, +3, +4; het is allemaal raak, terwijl in gebieden met weinig populatieblokjes (zeg 2) een +4 en +3 bijvoorbeeld geen effect hebben). Ik vind zelf dan ook de koerier uit de Pied Piper uitbreiding een zéér ondergewaardeerde kaart. Samen met de Koopman uit het basisspel is dat één van de kaarten die me helpt spreiden… en winnen! 🙂