Gespeeld: mei 2025 (Peter Hein)

Geplaatst door

Met negen nieuwe spellen was mei een mooie spellenmaand. Veel daarvan liggen nog maar net in de winkel, maar ook enkele oudere spellen speelde ik (eindelijk) voor het eerst.

Ik twijfelde lang tussen twee spellen welke ik nu het leukste nieuwe spel vond, en ben uiteindelijk voor de grootste verrassing van de twee gegaan. Van Take 5! De bonte baron had ik niet bijster veel verwachtingen. Weer een variatie op een ruim 30 jaar oude klassieker die ik nog steeds wel regelmatig speel, zitten we daar op te wachten? Ook het lezen van de regels konden me niet voorbereiden op het grote speelplezier dat ik hiermee heb beleefd. In De bonte baron telt de waarde van de kaart alleen maar voor de volgorde waarin je de kaarten aanlegt en bepalen de kleuren van de afgebeelde koeienkoppen in welke rij of rijen je je kaart aanlegt. Omdat je vaak mag kiezen bij welke rij je de kaart aanlegt, is er nu ineens veel meer mogelijk om je tegenstanders met een vracht strafpunten op te zadelen. Minder chaos, meer leedvermaak. Ik vrees dat het reguliere Take 5! nauwelijks meer op tafel gaat komen…

Barrage is zonder twijfel een van de meest complexe spellen die ik ooit gespeeld heb. Je bouwt een infrastructuur met dammen en centrales om energie op te wekken met waterkracht. Maar als anderen ergens stroomopwaarts het water de andere kant op leiden komt jouw dam droog te staan en zijn al je inspanningen voor niets. Veel plannen en op je tegenstanders letten dus. En had ik al gezegd dat je altijd ingenieurs, geld en bouwmaterialen tekortkomt? Meestal heb ik na het eerste potje van een zwaar spel allemaal ideeën wat ik anders of beter had kunnen doen. Wat was er gebeurd als ik toen…? Dat ontbrak hier volledig. Na afloop had ik nog steeds geen idee wat er gebeurd was, waarom de uitslag was zoals hij was en wat ik anders had kunnen of moeten doen. Dat wekte niet bepaald nieuwsgierigheid op. Na een potje tast ik dus nog steeds in het duister, met een uitzondering: het zal waarschijnlijk wel bij dit ene potje blijven.

De grootste capybararage is geloof ik voorbij, maar vorig jaar was het nog erg genoeg dat zelfs Reiner Knizia deze reuzenknaagdieren in een spel verwerkte. In Capybara Cookie Club speel je zo snel mogelijk je hand leeg om zo weinig mogelijk koekjes kwijt te raken. Het spel doet erg aan Lama denken, met als belangrijkste verschil dat de kaarten behalve verschillende waarden ook verschillende diersoorten hebben. Ieder dier heeft een speciale eigenschap, waarmee je extra kaarten kunt kwijtraken, of je tegenstanders pesten. Als Lamaliefhebber heb ik me prima met dit spel vermaakt, al is de doos wel erg groot voor wat eigenlijk een heel eenvoudig kaartspelletje is.

Tegelijk met Cascadero kwam ook Cascadito uit. Deze dobbelversie in een klein charmant doosje kwam ik tegen bij Ducosim en na een proefpotje mocht het mee naar huis. Je doet hier met dobbelstenen op je eigen briefje wat je in Cascadero met speelstukken op het algemene bord doet: steden met elkaar verbinden en op die manier punten scoren. Dat maakt het veel meer een solospel, maar dat heb je eigenlijk bij al dit soort roll & write dobbelspelletjes. De nadruk ligt hier minder op het scoren van een reeks bonussen (zoals bijvoorbeeld in Clever en Rajas of the Ganges) en meer op het puzzelen om als eerste een bepaalde beloning te kunnen scoren. Erg vermakelijk, helaas zijn de scorebriefjes van het formaat postzegel en niet heel vriendelijk voor ouder wordende ogen.

Als liefhebber van slagenspellen was ik natuurlijk erg benieuwd naar Rebel Princess. Dit is weer een variant op hartenjagen, waar de regels ook eerlijk in zijn. Het bouwt daarop voort door variabele regels per speelronde te introduceren. Een idee dat ik al kende uit Cosmic Eidex, ook al zo’n chaotisch en leuk slagenspelletje. Daarbij krijgt iedereen een prinses met een speciale eigenschap, die je eens per ronde mag inzetten. Rebel Princess is minder geschikt voor mensen die niet zo bekend zijn met hartenjagen of andere slagenspellen, omdat ze de kleine extra regeltjes niet optimaal in hun voordeel kunnen gebruiken. Voor ervaren slagenspelers is dit wel een feestje, en voegt het leuke uitdagingen toe aan een geliefde maar inmiddels overbekende klassieker.

Sluwe Schotten is een nieuw spelletje van White Goblin met een vrolijke vormgeving. Met het plaatsen van kaarten rondom het speelbord probeer je punten te claimen in de aangrenzende gebieden. Ik weet niet helemaal meer wat er precies gebeurde, maar wel dat het allemaal wat ouderwets voelde. Leo Colvini is een van de auteurs, en hij bedenkt al zeker dertig jaar van dit soort simpele spelletjes met een zekere bluffactor. Niet onaardig, maar ik heb het gevoel dat ik dit al in heel veel varianten heb gespeeld, en dat geen van die varianten in de verzameling is gebleven.

Steam Power kocht omdat ik dacht dat het precies zou zijn wat ik zocht: (Age of) Steam vereenvoudigd tot de complexiteit van Ticket to Ride, maar toch een beetje met het Martin Wallace gevoel. Dat bleek ten dele waar, maar ook weer niet. In essentie is het precies wat ik verwachtte: spoortjes leggen tussen steden en dan blokjes vervoeren over jouw sporen. Je zit elkaar alleen veel minder dwars dan in AoS. Geen gedoe met beurtvolgorde en een krapte aan geld en de ingewikkelde plannen die je daaromheen moet maken. Dat miste ik hier toch wel een beetje, maar dan doe ik Steam Power weer tekort. Zo’n spel is het gewoon niet. Mijn medespelers, die niet zo van de idioot complexe spellen zijn, hadden daar totaal geen last van en vonden het een heel onderhoudend familiespel. En de spellen die het vaakst gespeeld worden zijn in zekere zin de beste spellen, dus wat dat betreft was de aanschaf een succes. En hoe vaak gebruik je nu een reuzenzakdoek als speelbord?

De meeste tweepersoonsspellen die tegenwoordig verschijnen (ook als ze met meer kunnen) zijn optimalisatiespellen waar je vooral met je eigen dingetje bezig bent. Af en toe is de een de ander te snel af bij een bepaalde bonus, maar daar houdt de interactie wel op. Stedenstrijd is wat dat betreft lekker ouderwets: je moet net zoveel letten op wat de tegenstander kan en doet als op je eigen positie. In principe kan het spel eindigen in een puntentelling, maar er zijn ook vier manieren waarop het spel voortijdig een winnaar kan opleveren. En in tegenstelling tot bijvoorbeeld 7 Wonders Duel is die mogelijkheid zeer reëel.  Na twee potjes heb ik het idee dat ik nog lang niet alles gezien heb wat er in dit spel te ontdekken valt. Misschien te intens voor sommigen, maar als je graag op het puntje van je stoel zit is dit een aanrader.

Totdat ik in de laatste week van mei De bonte baron speelde was Vlooot het leukste nieuwe spel van de maand. Vlooot herbergt eigenlijk twee spellen in zich. Het eerste is een bijna Kniziaans legspel. Om beurten plaatsen de spelers een viking op het algemene bord om daar grondstoffen te claimen of een gebouw te veroveren. Omdat je aan ieder eerder geplaatse viking mag leggen, moet je dus oppassen dat je anderen geen buitenkans geeft om dat ene gewilde plekje te bezetten. Het tweede is een lekkere solitaire puzzel. De tegeltjes die je op het hoofdbord verzamelt leg je op je eigen bord, en dat wil je zo efficiënt mogelijk doen om lekker veel punten te scoren. Deze combinatie van directe interactie en lekker zelf puzzelen werkt verrassend goed en zie ik graag op tafel verschijnen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *