2-6 spelers
30 minuten
Auteur: Pierre Jacquot
Uitgever:
Pro Ludo
(2004)
Het spel …
Racespellen zijn er in veel soorten en maten. In de meeste spelen racewagens een hoofdrol, maar spellen met wielrenners zijn niet ongewoon. Het bekendste spel met wielrenners (in Nederland althans) is zonder twijfel Demarrage, een oudje van Jumbo. Een ander oud wielrenspel is Der Ausreisser. Dit verscheen in de jaren 90 bij FX Schmid, dit jaar verscheen er een nieuwe oplage bij PS Games onder de titel De Pedaalridders.
In tegenstelling tot veel andere racespellen (zoals Demarrage) spelen in de Pedaalridders dobbelstenen geen rol. Alles gebeurt met kaarten, waarvan er twee soorten zijn: snelheidskaarten in de snelheden van 39 km/u tot en met 50 km/u, en speciale kaarten (tegenwind, sprint en bergen).
Een speler begint in de gele trui en speelt een snelheidskaart voor zich uit. Met de klok mee speelt nu iedereen telkens een kaart uit. Is zijn snelheid hoger, dan neemt hij de gele trui over. Is zijn snelheid even hoog of niet meer dan twee km/u minder, dan blijft hij in het kielzog van de koploper. Is het verschil echter meer dan twee km/u, dan loopt hij een minuut achterstand op voor iedere kilometer per uur die hij langzamer rijdt. Eenmaal op achterstand zul je sneller moeten rijder dan de koploper om dit goed te maken.
De actiekaarten brengen wat meer verrassingen in het spel, waarbij vooral de bergkaart veel tactische mogelijkheden biedt. Een etappe eindigt als de stapel op is. De drager van de gele trui krijgt een punt, de andere spelers net zoveel strafpunten als hun achterstand in minuten. Wie na een vooraf afgesproken aantal etappes de meeste punten heeft, wint het spel.
… en de waardering
Van wielrennen heb ik nooit iets begrepen. Mij lijkt het altijd simpel een kwestie van zo hard mogelijk fietsen, maar kenners verzekeren mij dat iets als tactiek een bijna even belangrijke rol speelt. In De Pedaalridders is het eigenlijk net zo: op het eerste gezicht lijkt het er alleen om te gaan zo hoog mogelijke snelheidskaarten te pakken, met andere woorden: een vreselijk grote geluksfactor. Na een paar keer spelen kom je er achter dat het allemaal niet zo eendimensionaal is. Je moet goed nadenken wanneer je de gele trui overneemt, wanneer je de bergkaarten speelt, en zo meer. Vooral als je meerdere etappes speelt, middelt de geluksfactor aardig uit, omdat iedereen wel eens veel goede of juist slechte kaarten trekt.
Waar De Pedaalridders vooral in schittert is de sfeer. Als je je een beetje inleeft in de rol van een wielrenner, die demarreert, stuk gereden wordt of een tempobeul in de bergen blijkt, kun je veel plezier aan dit spel beleven. De niet onbelangrijke regel dat als je vergeet een kaart te pakken, je pech hebt en het met minder kaarten moet doen, zorgt voor veel leedvermaak en dus extra lol. Oorspronkelijk was deze regel iets minder streng. Zou de vertaler van de regels, een voorstander van een strikte toepassing hiervan, hier een rol hebben gespeeld?
De Pedaalridders is een aanrader voor liefhebbers van wielrennen en sfeervolle kaartspelletjes.
Pedaalridders is een grappig, sfeervol kaartspel. Goede (= hoge) kaarten hebben, helpt, maar met alleen goede kaarten kom je er niet. De sfeer is tijdens dit spel ook altijd top omdat iedereen (zelfs mensen die niets met wielrennen hebben) als vanzelf wielerjargon (of varianten daarop) gaat uitslaan. En niets menselijks is mij vreemd, dus ja, ook ik geniet van de zure gezichten als iemand vergeet een kaart bij te trekken en dus de rest van het spel minder kaarten op handen heeft.