Ach, het rekenspel. Vroeger speelde ik niks liever, tegenwoordig laat ik veel varianten liever aan me voorbij gaan. Wat ik met rekenspellen bedoel? Het type spellen waarbij je iedere beurt weer een puzzeltje op mag gaan lossen over hoe je je schaarse actiepunten/geld/grondstoffen etcetera zo kunt besteden dat je er de meeste punten mee verdient. De actiepunten van Kramer en Kiesling zijn de ultieme rekenspellen, maar ook spellen als Caylus, Agricola en Le Havre horen erbij. Stuk voor stuk pittige spellen met een meer dan gemiddelde speelduur, vooral als je last hebt van medespelers die moeite hebben met het concept van andermans tijdsbeleving (juist, de treuzelaars).
Een van de populairste rekenspellen is Funkenschlag. Daarbij heeft het rekenen een wel heel letterlijke vorm: de godganse tijd zit je uit te rekenen hoeveel je moet betalen voor al die grondstoffen, waarvan de prijs verandert afhankelijk van hoeveel je er koopt. Vervolgens mag je uitrekenen hoeveel dat op gaat leveren, wat je straks kunt besteden aan het bieden en wat je over moet houden voor het maken van verbindingen. Hele volkstammen van boekhouders spelen niks lievers, ik doe liever wat anders in mijn vrije tijd.
Een notoir ontwerper van het ‘betere’ rekenspel is Martin Wallace. Inderdaad niet mijn favoriete auteur. En als ik sommige van zijn populaire spellen (Age of Steam, Automobile, Brass) omschreven zie worden als uitgebreide spreadsheets waarvan het thema alleen maar goed lijkt te passen gaat mijn hart niet bepaald sneller kloppen. Spreadsheets zie ik op mijn werk genoeg.
En dan heb je daar Stoom, een echt Martin Wallace-spel. Zoals het hoort wordt er flink in gerekend: tellen wat je routes kosten, welke blokjes je via welke verbindingen kunt leveren en als je de geavanceerde versie speelt, ook bedenken wat je waarop wilt bieden, en ervoor zorgen dat je genoeg geld hebt.
Maar ik heb Stoom nu drie keer gespeeld en ga het alleen maar leuker vinden. Het echte rekenen zit alleen in het leggen van sporen en dat is zo triviaal dat het nergens over gaat. Het voornaamste denkwerk gaat zitten in het plannen van je strategie: waar wil je aanwezig zijn, wie moet je afsnijden, welk actiefiche moet je wanneer hebben, enzovoort. Leuk rekenwerk dus, zoals in bijvoorbeeld Caylus of Torres. Niet het moeizame en monotone gepuzzel van Le Havre of Funkenschlag.
Eigenlijk vind ik de basisversie van Stoom zo leuk dat ik helemaal nog geen zin heb om de geavanceerde versie te spelen, laat staan Age of Steam zelf. Dan wordt het rekenen weer vervelend, vooral omdat het nog belangrijker is om je beurten goed vooruit te plannen en (vooral) stomme fouten te voorkomen. En die zijn snel gemaakt, zo heb ik ook na mijn eerste potje ontdekt.
Dus doe mij maar het ouderwetse stoom in plaats van de moderne stroom.
Ach ja, je schrijft over Wallace en ik hap weer even. Blij te zien dat je een Martin Wallace spel begint te waarderen :-). Voor al zijn spellen geldt ook dat je ze drie keer moet spelen voor een goed oordeel. AoS of Steam in de standaard variant blijft toch de real thing. Brass, Automobile en AoS zijn voor mij allemaal top 10 spellen. Automobile is het meeste rekenen, ik zou je vooral Brass aanraden. Daar komt geen rekenen bij kijken. Als je geld op is, neem je gewoon een lening. Brass is wel het meest bijzondere, moet je beslist drie keer spelen om het in de vingers te krijgen. Het is kaartgedreven, heerlijke mogelijkheden voor planning en handmanagement, hoge verslavingsfactor. Brass zou ik je nu als eerste aanraden. groeten, Michiel