1-4 spelers
15-30 minuten
Auteur: Reiner Knizia
Uitgever:
Amigo
(2009)
Het spel …
Domino, wie kent het niet? Nou, Reiner Knizia in ieder geval wel. Zijn successpel Genius heeft duidelijke overeenkomsten. In Topas, een klein kaartspelletje van de goede doctor bij Amigo, is de link nog duidelijker.
Het spel wordt gespeeld met dikke kaartjes, onderverdeeld in twee helften. Op iedere helft staat een aantal edelstenen in één kleur, waarbij de kleuren van de twee helften nooit dezelfde zijn. Ben je aan de beurt, dan leg je een kaart neer, grenzend aan een of meer andere kaartjes. Het doel is om daarbij kleur aan kleur te leggen, en zo rijen van dezelfde kleur te maken. Je scoort een punt voor iedere edelsteen in de rij waarin je aanlegt, maar een rij mag maximaal zeven stenen bevatten. Met een beetje geluk en inzicht kun je zo voor beide helften punten scoren, of zelfs twee keer per helft.
Nadat je een kaart hebt gespeeld pak je een nieuwe kaart en vul je je hand weer aan tot drie. Het spel eindigt als iedereen zeven kaarten heeft gespeeld. De speler met de meeste punten wint.
… en de waardering
Topas is een doodeenvoudig legspelletje. In vergelijking hiermee is Genius nog een complexe hersenkraker. Maar gelukkig betekent dat niet dat het volledig hersenloos is. Het is soms een beetje puzzelen wat de beste plek is om je kaartje neer te leggen. Daarbij is het vaak minstens zo belangrijk om anderen van scoren af te houden als om zelf veel punten te scoren.
Een minpuntje is dat de startspeler een kleine achterstand heeft op de rest. Hij legt als eerste een kaart neer, zodat anderen meer keuze hebben voor het neerleggen van de eerste kaart, en dus meer kunnen scoren. Dat lost je eenvoudig op door iedereen een keer startspeler te laten zijn. Het spel is zo kort, dat je zelfs dan in een halfuur klaar kunt zijn.
Kortom, Topas is een echte vuller, en vooral geschikt als je even iets snel en simpels wilt doen ter afsluiting of afwisseling. Daar zijn slechtere voorbeelden van.