De Kolonisten van Catan – De Val van Rome

Geplaatst door

3-4 spelers
90-120 minuten
Auteur: Klaus Teuber
Uitgever: 999 Games (2006)

Wat geef jij dit spel?
[Aantal: 2 Gemiddelde: 4.5]

Het spel …

Volgens goede traditie komt er ieder jaar een nieuw zelfstandig spel in de Catan-familie uit. Afgelopen najaar was dat De Val van Rome. Ik heb wel wat met het thema en afgaande op de beschrijvingen dat er aardig wat nieuwe elementen in zaten was ik erg benieuwd.

Achtergrond van het spel is de tijd van de grote Volksverhuizingen. De spelers beheren ieder twee barbarenstammen. Deze trekken al plunderend door het Romeinse Rijk, dat opgedeeld is in vijf provincies. Plunder je een stad, dan krijg je daarvoor een fiche. Die fiches leveren inkomsten op, maar verzwakken meestal ook de kracht van je stam. Heb je in minstens drie provincies een stad geplunderd, dan mag je ook steden gaan veroveren. Met het veroveren van steden consolideer en vergroot je je grondstoffenopbrengst. Tot die tijd verdien je ze alleen met je rondtrekkende stammen, waardoor je inkomsten nogal instabiel zijn.

Iedere veroverde stad is een punt waard. Verder scoor je nog bonuspunten als je aan bepaalde voorwaarden voldoet en net als in het basisspel zijn er met ontwikkelingskaarten ook wat bonuspunten te verdienen. Het spel eindigt aan het eind van de ronde waarin iemand tien punten haalt. De speler met de meeste punten wint het spel.

… en de waardering

De Val van Rome is direct herkenbaar als een Catan-spel, maar heeft genoeg elementen om het een duidelijk eigen karakter te geven. Nog veel meer dan het basisspel is De Val van Rome een strategisch spel. Je moet een keuze maken voor welke bonuspunten je gaat en daar je strategie op afstemmen. Daarbij is het van belang op het juiste moment over te gaan van het plunderen op het veroveren. Wat het juiste moment is, hangt af van je gekozen strategie. Met gewoon maar wat rondtrekken, hier en daar een stad plunderen en een keertje gaan settelen zul je het spel niet winnen.

Verder moet het dobbelen om grondstoffen hun aanspreken die vinden dat de geluksfactor die daarin schuilt veel te groot is: de actieve speler dobbelt net zo lang tot hij vier verschillende getallen heeft gegooid. Beurtenlang geen ‘6’ gooien is er dus niet meer bij.

Dit zijn positieve punten, maar helaas is er ook slecht nieuws. Het belangrijkste minpunt vind ik de excessieve speelduur. Anderhalf uur ben je zeker zoet en als je erg trage medespelers hebt kun je daar zo een uurtje bij optellen. Nu hoeft dat niet erg te zijn (Zeevaarders plus Steden en Ridders duurt zeker zo lang), als je in die tijd maar lekker bezig bent. In De Val van Rome is dat helaas niet het geval. Je hebt maar twee barbarenstammen, waardoor je in het begin maar weinig grondstoffen krijgt en dus weinig kunt. Het eerste uur ben je voornamelijk bezig met het opbouwen van je positie en probeer je met die paar grondstoffen die je iedere beurt kunt besteden er het beste van te maken. Het spel speelt daardoor erg taai en moeizaam. Het gebrek aan grondstoffen heeft ook tot gevolg dat er nauwelijks geruild wordt, wat de interactie fors beperkt.

De Val van Rome is misschien meer strategisch en statistisch ‘eerlijker’ (wat dat dan ook mag zijn) dan het basisspel, het gooit ook twee elementen overboord die dat basisspel juist zo goed maken: de compacte speelduur en de interactie door het ruilen. Voor mij pakt het saldo negatief uit. Ik heb voldoende plezier aan De Val van Rome beleefd, maar als ik twee uur een Catan-spel ga doen speel ik liever Steden en Ridders of Sternenfahrer.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *