Dankzij een weekje meivakantie en een zonnige spellendag werd mei de tot nu toe meest productieve spellenmaand; in totaal kwam er 54 keer een spel op tafel. Vier waren er nieuw, de leukste van dat kwartet (die ik allemaal op dezelfde dag speelde) vond ik de Dwergen van Nidavellir.
Dit spel had ik al een tijdje in huis, maar een fysieke kennismaking was er helaas nog niet van gekomen. Op BGA heb ik het al diverse keren gespeeld, overigens alleen met twee of drie spelers. Dat laatste heeft mijn voorkeur, hoewel het met twee ook verrassend goed werkt. Het biedaspect is dan een stuk minder belangrijk, het gaat dan vooral om het kiezen en uitvoeren van de juiste strategie bij het kiezen van de helden. Ook nu weer bleek hoe zo’n slap aftreksel van spellen aan tafel het spelen op BGA is. Ik doe het nog steeds graag en zal er niet mee stoppen als het oude leven weer terug is, maar een vervanging voor een spel met goed gezelschap aan tafel is het niet. Ook mijn beide medespelers vonden het leuk, de scepsis na een minder goed bevallen online potje was zelfs helemaal verdwenen. Toch maar weer eens proberen bij het thuisfront.
De andere drie spellen, met de leukste voorop, waren:
Isle of Cats: een lollig puzzelspel met kaarten doorgeven en tetrisstukjes passend leggen. Het ruimtelijk aspect is gelukkig wat minder beperkend dan in andere spellen en ook het kiezen van de juiste kaarten is best interessant. Een stuk meer toeters en bellen dan Patchwork, maar wat mij betreft toch echt een stukje leuker. Daar had ik alles na vijf potjes wel gezien.
Gorinto: een abstract spel met onvervalste Kickstarteruitstraling (net als Isle of Cats overigens). Niet oninteressant, maar ik had de grootste moeite om de werking van de blauwe en oranje tegels te begrijpen. De correcte regels maakten het spel wat mij betreft wat onevenwichtig (ze zijn dan namelijk veel zwakker dan de andere kleuren), maar voor een echt oordeel zou ik het vaker moeten spelen.
Raja’s of the Ganges: The Dice Charmers: Dagmar was erg enthousiast over dit dobbel & krasspelletje, ik vond het op basis van één potje nogal overweldigend. De voortdurende kettingreacties met bonussen waren erg onoverzichtelijk, waardoor je vermoedelijk makkelijk iets over het hoofd ziet. De drukke en volgepropte scoreformulieren hielpen ook niet echt. Dit is misschien geschikt voor mensen die Clever veel te oppervlakkig vinden.
Een ander hoogtepunt deze maand was Brass: Birmingham. Dat had ik vorig jaar al een paar keer gespeeld, maar nu deed ik het voor het eerst met slechts twee spelers. In tegenstelling tot het origineel kan dit volgens de doos ook me twee. Nu hoeft dat niet per se een goed idee te zijn, maar de ervaringen die ik las waren positief. Dat kan ik alleen maar onderschrijven. In Brass ben je toch vooral bezig met het opbouwen van je eigen netwerk en strategie en moet je zorgen dat je slim inspeelt op kansen die anderen voor je overlaten, en voorkomen dat ze je blokkeren. Met twee werkt dat ook heel goed. Sterker, je hebt zelfs nog wat meer controle. Vooral bij de beurtvolgorde maakt dat een groot verschil. Het is nog steeds een afzichtelijk lang spel (exclusief klaarzetten en opruimen waren we 2,5 uur bezig), maar ik heb me geen minuut verveeld.
Nu het weer (eindelijk!) aangenaam genoeg is om buiten spelletjes te doen en ik binnen afzienbare tijd mijn volledige vaccinatie heb gehad, komt voorzichtig te hoop bovendrijven dat ik de komende maanden weer wat vaker verschillende spellen te doen. Ruim driekwart van de spellen in mijn kast heb ik dit jaar nog steeds niet gespeeld, dus er is veel werk te doen.
Wat je schrijft over Birmingham, kan ik alleen maar beamen. Dank nog voor je tips op BSM eerder dit jaar. We hebben weer eens een topspel in huis, dat we al best vaak hebben kunnen spelen.
De beurtvolgorde pakt met twee spelers inderdaad heel goed uit. Je kunt namelijk plannen op vier acties achter elkaar, wat een enorme versnelling kan geven aan je eigen spelletje. Als je daarbij dan ook nog – met wederzijds voordeel – gebruik kunt maken van kolen, ijzer of bier van de ander, dan onstaat een ware economische “take off”. Heel erg lekker is dat.