2-4 spelers
60-120 minuten
Auteur: B. Leijten, E. Den Ouden en T. Briejer
Uitgever:
Jumbo
(1985)
Het spel …
Midden jaren tachtig kon je met gespaarde Douwe Egberts-punten zowaar een heus spel kopen: het Grote Koffiespel. In die tijd was ik nogal weg van Monopoly (zoals de meeste kinderen), dus was ik erg verheugd om te zien dat de Sint zich door enkele sloten koffie had gewerkt en genoeg punten had gespaard om dit spel cadeau te doen.
Net als in Monopoly gooi je met dobbelstenen om je pion rond het bord te verplaatsen, en is het einddoel het verdienen van zoveel mogelijk geld. Het gaat er iets minder agressief aan toe dan in Monopoly, want de meeste inkomsten krijg je uit de bank, en niet van je medespelers.
Iedere speler krijgt aan het begin een lening van fl. 200.000,-, die tijdens het spel terugbetaald moet worden. Voor het verplaatsen van je pion mag je telkens kiezen of je met één of twee dobbelstenen gooit. Ruwweg bestaat het traject uit zes gedeeltes: logischerwijs heet het eerste vak Start, en het laatste Stop, waarna een pion weer op Start begint. Daartussen bevinden zich de koffiemarkt, de bank, de bewerkingen en de wereldmarkt. Op de koffiemarkt kun je ruwe koffie kopen voor $ 10.000,- per kaart van 5 ton. Met een speciale dobbelsteen wordt de koers van de dollar bepaald. Heb je geluk, dan betaal je slechts een riks voor een dollar. Heb je pech, dan kost een greenback je vier piek (een duidelijk overblijfsel uit de jaren tachtig). Passeert je pion de bank, dan moet je rente op je lening betalen. Na een paar keer het bord rond te zijn geweest, moet je de volledige lening aflossen, inclusief een laatste rentetermijn.
Na de bank volgen de bewerkingen. Er zijn vier verschillende: melangeren, branden, verpakken en distribueren. Hoe meer verschillende bewerkingen je je ruwe koffie laat ondergaan, des te waardevoller het eindproduct. Op de wereldmarkt kun je onderhandelen met je medespelers over koffie- en bewerkingskaarten, en je kunt er aandelen kopen. Aandelen kun je plaatsen op bewerkingsvakjes. Als je daar later op landt, zijn die bewerkingskaartjes gratis en moeten anderen aan jou betalen in plaats van aan de bank.
Na de wereldmarkt kun je ervoor kiezen je (gedeeltelijk) bewerkte koffie te verkopen. Afhankelijk van het aantal bewerkingen plaats je je pion op een van de vier banen. Hoe meer bewerkingen, des te langer de baan. Je gooit dan met een dobbelsteen om je pion vooruit te bewegen, net zolang je het eind bereikt. Het aantal worpen bepaalt het bedrag dat per koffiekaartje uitgekeerd wordt. Dit bedrag neemt toe met het aantal benodigde worpen. Vervolgens plaats je je pion weer op Start en begin je opnieuw.
Winnaar is degene die als eerste een miljoen gulden heeft verdiend, na aftrek van nog uitstaande leningen. Het spel kan ook beëindigd worden na een afgesproken tijdsduur, in welk geval de speler met het meeste geld wint.
… en de waardering
Door het financiële thema en het spelverloop doet het Koffiespel erg aan Monopoly denken. Het heeft echter genoeg verschillen om een leuke afwisseling op de eeuwige klassieker te bieden. Het is vrij simpel en hoeft niet idioot lang te duren. Bovendien doen alle spelers tot het eind mee, wat bij Monopoly bepaald anders is. Door de zeer hoge geluksfactor is dit niet een spel dat een liefhebber snel zal spelen, maar voor kinderen en gezinnen is het een leuk spel om onder het genot van -bijvoorbeeld- een kopje koffie te spelen.
Gisteren op de rommelmarkt gekocht. Het was nog helemaal nieuw. Het is een geweldig spel. Het heeft ook een beetje weg van “Shark” een aandelenspel. Leuk spel.
Dat zijn de leukste vondsten! Veel speelplezier gewenst.