2-5 spelers
30 minuten
Auteur: Steve Finn
Uitgever: White Goblin Games (2022)
Het spel…
Ouder worden betekent dat je regelmatig geconfronteerd wordt met covers van hits uit je jeugd. Met spellen gebeurt hetzelfde. Soms is het alleen een kwestie van een andere naam en/of vormgeving, soms wordt er met wat kleine aanpassingen een nieuwe draai aan gegeven.
Lang leve de koning geeft zo’n draai aan het onder kenners geliefde juweeltje Biblios, dat weer eerder verscheen als Scripts & Scribes. De achtergrond heeft zich verplaatst van een ernstig klooster dat zo uit een roman van Umberto Eco afkomstig lijkt naar een jolige sfeer aan het 18e-eeuwse Franse hof. De jonge koning is onkundig en beïnvloedbaar, aan de spelers de taak hem voor hun karretje te spannen, zodat ze mooie en lucratieve baantjes kunnen regelen voor zichzelf en hun familie.
In twee fases verdelen de spelers onderling verschillende kaarten: geldkaarten, koningskaarten en regeringskaarten. De laatste zijn er vijf kleuren (zes als je met vijf spelers bent) en hebben verschillende waardes. Per kleur scoren de twee spelers die daarin de hoogste waarde hebben een aantal punten. Aan het begin zijn dat drie punten voor de eerste plaats en één voor de tweede, maar met de koningskaarten kun je die score verhogen of verlagen.
In de eerste fase draaien de spelers om beurten kaarten om en verdelen die. Je draait er een meer om dan het aantal spelers. Een kaart houd je zelf, een leg je opzij voor de tweede fase en de rest leg je open op tafel voor de andere spelers. Omdat je per kaart moet besluiten waar deze komt te liggen voor je de volgende kaart omdraait, komt hier een zeker risicomanagement bij kijken.
In de tweede fase worden de opzij gelegde kaarten geveild, waarbij je de eerder verzamelde geldkaarten inzet. Na de laatste veiling worden voor iedere kleur de punten verdeeld en de speler met de meeste punten wint.
…en de waardering
Biblios vond ik al een leuk spel en hetzelfde geldt voor Lang leve de koning. Ik vind het systeem van kaarten verdelen in de eerste fase nog steeds briljant. Je weet niet welke kaarten je gaat draaien, dus elke keer moet je je bij een redelijke kaart afvragen of er nog iets beters komt of juist niet. Groot is de vreugde dan wel frustratie als je een goede kaart kunt nemen of aan de anderen moet laten. Daarbij weet je niet precies wat de anderen verzamelen. Soms blijken een paar puntjes genoeg om een kleur te claimen, een andere keer haal je met een hoge score slechts de tweede plaats.
De draai die het spel aan Biblios geeft is tweeledig. Je kunt het spel nu ook met vijf doen en als je met meer dan twee speelt krijgt ook de tweede plaats per kleur nog punten. Dat laatste maakt het wat minder een alles-of-niets gevecht. Dat vind ik persoonlijk een verbetering, zodat het me geen moeite kost dit spel warm aan te bevelen.