2-5 spelers
90-120 minuten
Auteur: Acchitocca
Uitgever:
QWG (2007)
Het spel …
Met het winnen van de Nederlandse Spellenprijs voor hun eerste spel, Caylus, maakte het QWG-label een vliegende start. De heren van Quined Games en White Goblin Games worden er alleen maar ambitieuzer van en hebben nu een eigen exclusieve lijn van spellen voor liefhebbers opgezet: de Master Print Edition, waarvan het artwork verzorgd wordt door Mike Doyle, spellengek annex grafisch artiest. Leonardo da Vinci, dat op de vorige editie van Essen zijn primeur beleefde, werd het eerste spel in deze reeks.
Leonardo da Vinci volgt een principe zoals we dat in veel spellen gezien hebben: iedere speler beschikt over een aantal mannetjes (leerlingen en hun meester in dit geval) die je in kunt zetten om verschillende resources te verkrijgen: materialen, extra leerlingen, noem maar op. Bekende spellen die dit mechanisme ook gebruiken zijn bijvoorbeeld Morgenland, Caylus en De Kathedraal.
In Leonardo da Vinci is het de bedoeling om uitvindingen te maken in je laboratorium. Voor het voltooien van een uitvinding heb je de juiste materialen nodig en moet je leerlingen aan het werk zetten in je lab. Is een uitvinding af, dan krijg je geld. Geld is uiteindelijk waar het om gaat, maar je hebt het tijdens het spel ook nodig om acties te bekostigen. Alleen de speler die ergens de meeste leerlingen heeft geplaatst mag deze actie gratis doen, de rest moet betalen.
Het spel duurt zeven rondes, waarin achtereenvolgens leerlingen ingezet worden en de acties uitgevoerd. Na de zevende ronde volgen er nog twee extra rondes, waarin er alleen aan uitvindingen gewerkt mag worden. Na de negende ronde worden er nog bonussen uitgekeerd aan de spelers die uitvindingen in verschillende categorieën gedaan hebben, waarna het geld geteld wordt. De speler met het meeste geld wint.
… en de waardering
Leonardo behoort tot een spellengenre waar ik wel van houd (zie mijn waarderingen van eerder genoemde spellen). Goed uitgewerkt bieden dit soort spellen altijd interessante keuzes over waar je je mannetjes (leerlingen in dit geval) neer moet zetten. Maar bij weer een nieuw spel in dit soort verwacht je toch wel iets eigens, iets wat je in andere spellen niet ziet. Dat mis ik helaas bij Leonardo. Het meeste heb ik andere spellen al eens gezien en daarbij voelt Leonardo ook een stuk mechanischer.
Een extra nadeel vind ik bij Leonardo de beperkte mogelijkheden. Omdat iedereen een beter lab en meer leerlingen wil, zijn deze vakken altijd overbevolkt. Je kunt bij het kiezen van de privileges aan het begin van het spel (eigenlijk het leukste spelonderdeel in mijn beleving) wel extra leerlingen of een beter lab kiezen, maar daar ben je er nog niet mee. Ook in dat geval wil je wel extra robots of nog meer leerlingen, omdat je er met maar heel weinig begint.
Die beperkte keuzemogelijkheid werkt frustrerend. Niet alleen omdat het leuker is om meer potentiële strategieën te hebben, maar ook doordat de spelers elkaar daar zo bij in de weg zitten dat je ook nog eens flink moet betalen, al heb je nog zoveel leerlingen ingezet. Heb je te weinig geld, dan kun je dus maar weinig acties uitvoeren. Armere spelers worden dus armer, en rijke rijker. Dat ligt misschien meer aan de speler dan aan het spel, maar frustrerend is het wel.
Al met al heb ik een gemengd gevoel bij Leonardo. Het biedt zeker interessante keuzes over waar je je leerlingen moet plaatsen. Tegelijkertijd kan het spel je soms danig tegenwerken en kan het daar weinig toegevoegde waarde ten opzichte van die andere spellen tegenover stellen. Samenvattend vind ik Leonardo een degelijk spel, dat ik alleen niet zo snel zelf op tafel zal leggen.