Maandoverzicht: september 2022 (Dagmar)

Geplaatst door

September was een hele fijne spellenmaand met heel veel afspraken om spellen te doen: een spellendagje met Anton, Peter Hein en Wendy, een middagje spellenpret, een bezoek van mijn spelminnende vriendin B, een weekje vakantie met Niek en een spellenavond met collega’s. Er kwam dan ook 51 keer een spel op tafel. Québec, The Hunger, Queensland, Dodo, Metro en de nieuwe uitbreiding voor De Zoektocht naar El Dorado (Gevaren & Muisca) speelde ik voor het eerst. Over Queensland en Dodo schreef ik eerder deze maand al een recensie, dus die sla ik in dit overzicht verder over.

Peter Hein had ergens diep achteruit zijn spellenkast Québec opgesnord. Ik had nog nooit van dit spel gehoord en van het uiterlijk liep ik ook niet meteen warm. Maar Peter Hein bezwoer dat het leuk was en dus gingen we het spelen. Het spel beslaat de vier eeuwen waarin de gelijknamige stad is gebouwd en tot bloei is gekomen. Op een bord liggen alle te bouwen gebouwen al klaar en iedere eeuw is een deel daarvan bouwbaar. Daarvoor moet dan wel eerst een architect naar zo’n gebouw gestuurd worden door een speler. Vervolgens kunnen de spelers blokjes inleveren om het gebouw te gaan maken. Nu vragen jullie je vast af waarom je in hemelsnaam aan een gebouw van een andere spelers zou gaan bouwen. Nou dat zit zo: als je dat doet dan krijg je een bonusje. En die zijn vaak zo aantrekkelijk dat je best bereid bent om een handje te helpen. De blokjes die ingezet zijn, worden bovendien doorgeschoven naar de hoeken van het bord (ik weet niet meer hoe ze ons dat thematisch probeerden te verkopen). Er zijn vier soorten gebouwen en iedere soort heeft zijn eigen hoek. Aan het eind van iedere eeuw scoor je dan punten voor de blokjes in iedere hoek, waarbij de helft van de blokjes van de spelers die de meeste heeft in een hoek, doorschuiven naar de volgende hoek en daar nog een keer meetellen. Aan het eind van het spel zijn er dan ook nog punten te scoren voor de grootste groep aaneengesloten gebouwen per speler.

Québec is ruim tien jaar oud, maar voelt voor mij aan als een spel van twintig jaar oud. Het is namelijk een echte ouderwetse eurogame, of te wel een redelijk abstract spel met een simpele en degelijke vormgeving (een gewone pion, houten blokjes en veel karton) waar het thema er een beetje bij hangt. Maar net als veel spellen van twintig jaar geleden, levert dat een prima en uitdagend spel op dat ik met plezier gespeeld heb. Doordat je op verschillende manieren punten kan scoren (zonder dat het een puntensalade wordt), heb je een leuke puzzel hoe je die verschillende manieren balanceert. En daarbij moet slim inspelen op wat de anderen willen en doen.

Op Spellenpret speelde ik The Hunger, het nieuwe grote spel van Richard “ Magic” Garfield. In dit spel ben je een vampier die bij het vallen van de nacht uit zijn kist kruipt en op zoek gaat naar voedsel. Voor de zon op komt moet je natuurlijk weer terug gekeerd zijn op je startpunt. Op een bord staat de kaart van het gebied waar de vampier kan gaan zoeken naar mensen om de maag te vullen. Iedere ronde trek je drie kaarten van je deck die bepalen hoe ver je mag lopen. In je begindeck zitten alleen maar fijne kaarten, maar zodra je aan het snacken slaat, begint je deck te vervuilen met mensen die je niet of nauwelijks bewegingspunten opleveren (met een volle maag loop je toch net wat minder snel) en regelmatig ook nog andere vervelende eigenschappen. Je moet dus regelmatig bepalen of je gaat lopen of punten scoren door een mensen-snackje te nemen, maar dan weet je wel dat je deck steeds zwakker wordt. En daardoor is het heel belangrijk om goed te timen wanneer je weer terug begint te gaan. De terugweg gaat namelijk altijd langzamer dan de heenweg en het wordt alleen maar slechter. Als je te lang op pad gaat, dan is er zeker een flinke kans dat je niet op tijd terug bent.

Ik heb The Hunger met plezier gespeeld. Het is een leuke deckbuilder waarin je punten moet proberen te scoren, maar niet te hebberig moet worden omdat dan je deck zo vervuilt dat je niet meer op tijd thuis komt. Want als je niet terug komt, dan lig je er uit. Wat wel een beetje een nadeel is van The Hunger is dat er heel veel verschillende kaarten zijn met allemaal verschillende eigenschappen. De eerste keer dat je het spel doet, moet je dus veel informatie verwerken. Bovendien staan er op het bord ook nog symbolen bij locaties waar je iets bijzonders mag doen en zijn die best klein afgebeeld waardoor je ook goed moet kijken wat je op het bord gebeurt. Ik denk dus dat dit een spel is dat steeds leuker wordt als je het beter kent omdat je niet meer zo veel tijd kwijt bent met uitzoeken wat alles doet. Het smaakte mij in ieder geval naar meer.

Metrolijn is een nieuw flip & write spelletje waarin je metrolijnen gaat aanleggen (lees ook vooral even de recensie van Peter Hein). Op een briefje staan de lijnen al getekend, je moet ze “alleen” nog even aanleggen. Iedere ronde bepaalt een kaart hoeveel delen van een lijn je mag afkruisen en voor iedere lijn staat aangegeven hoe vaak je er aan mag bouwen. Dat klinkt heel makkelijk, maar dat is het niet. De verschillende metrolijnen kruisen elkaar namelijk regelmatig. En als je bij het bouwen van de ene lijn een andere lijn kruist die op het punt waar de lijnen elkaar kruisen al gebouwd is, dan moet je meestal stoppen met bouwen (er zijn een paar kaarten waarbij je wel door mag bouwen). Je moet dus een beetje proberen te plannen in welke volgorde je de verschillende lijnen bouwt om er voor te zorgen dat je de lijnen af kan bouwen met het aantal bouwsessies dat je hebt. En dan moet je ook nog proberen om de lijnen eerder af te bouwen dan de andere spelers omdat je dan extra punten scoort.

Ik houd erg van roll/flip & write spellen en Metrolijn is zeker geen uitzondering op deze regel. Wat een leuk puzzelspelletje is dit. Het valt niet mee om lijnen af te bouwen en je moet af en toe maar een lijn op offeren om een andere wel af te kunnen maken, zeker als je daardoor sneller bent dan de andere spelers. Wat ook leuk is aan dit spel is dat het blok meteen al bestaat uit vier verschillende soorten blaadjes zodat je lekker veel variatie hebt.

Gevaren & Muisca is de tweede uitbreiding die verschijnt voor het populaire spel De Zoektocht naar El Dorado. Dit is modulaire uitbreiding waarvan je de verschillende onderdelen aan het spel toe kan voegen. Zo zijn er nieuwe borden waarop je bijvoorbeeld doodshoofd (gevaar) symbolen tegenkomt. Op zo’n vakje mag je nooit je beurt eindigen. Je moet dus altijd nog net een vakje verder kunnen lopen om veilig gebied te bereiken. Op één bordje staan drie rijen doodshoofdsymbolen en dan moet je dus echt even timen hoe je er over heen komt. Een ander nieuw terreintype dat op de borden staat is het moeras. In het moeras liggen krokodillen die aangeven hoeveel symbolen je moet hebben om de tegel te mogen betreden. Het maakt dan niet uit welk symbool je gebruikt. De Muisca uit de titel verwijst naar de stam die in het gebied woont waar je door heen trekt. De stamleden staan op kaarten die je net als andere kaarten kan kopen en aan je deck kan toevoegen. Het handige is alleen dat je ze (als je ze trekt) niet meteen hoeft te spelen maar dat je maximaal twee van deze kaarten apart mag leggen om later te gebruiken. De meest inpactvolle module is de tempel-module. Als je hiermee speelt dan leg je op vier plaatsen op het bord een tempel aan de rand. Alle spelers moeten alle tempels bezoeken om daar een offer brengen (een kaart van een bepaalde kleur vernietigen). Je mag pas over de finish gaan nadat je alle vier de tempels hebt bezocht. En naast deze modules zitten er nog een paar in de doos die het spel telkens net een beetje anders maken.

Ik vind Gevaren en Muisca een leuke en slimme uitbreiding. Je ziet er weer echt het vernuft van Knizia in: hoe voeg je variatie toe zonder het spel moeilijker te maken. Het makkelijkst zou immers zijn om nieuwe terreinsoorten toe te voegen waarvoor je een nieuw symbool nodig hebt om er over heen te mogen reizen. Maar dat maakt het spel moeilijker. In plaats daarvan komt er wel een nieuwe terreinsoort (het moeras) maar daar zijn alle kaarten jokers. Dat vind ik slim bedacht. Ook de doodshoofdsymbolen zijn interessant omdat ze je dwingen in één keer een groter gebied te doorkruisen. Dat maakt het spel uitdagender zonder dat het complexer wordt. En dat geldt eigenlijk voort alle modules. Met deze uitbreiding voeg je dus flink wat mogelijkheden voor variatie aan een spel toe dat toch al bomvol variatie zit. Ik kan liefhebbers van El Dorado deze uitbreiding dan ook van harte aanbevelen.

Eén reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *