Spiel 2022: vrijdag (Peter Hein)

Geplaatst door
in de verte: hal 3

Hoewel ik op donderdag leuke spellen had gedaan, waaronder een onverwachte verrassing, had ik toch een wat onbevredigd gevoel. Mijn voorbereiding was misschien matig, maar ik vond dat ik wel erg doelloos op de beurs had rondgelopen. De tweede dag wilde ik toch iets gerichter te werk gaan en stelde voor om te beginnen in de hal waar de dag gisteren eindigde: hal 3. Sommige Spielgangers mijden deze hal zo veel mogelijk, omdat die gedomineerd wordt door de grote uitgevers. Liever gaan ze naar de kleinere jongens en meisjes in de verder gelegen hallen.

Nu brengen die vaak zeker zo interessante spellen uit, maar een kleine stand is op Spiel een groot nadeel. De meeste van die kleine uitgevers hebben maximaal drie tafels die zelfs op rustige dagen permanent bezet zijn. Dan moet je wel erg graag willen en veel geduld hebben.

Op vrijdag is aan tafels bij de grote uitgevers daarentegen geen gebrek. We begonnen bij Ravensburger, waar ik twee nieuwe spellen van alea had genoteerd: Puerto Rico 1897 en Council of Shadows. De meeste tafels in de stand waren voor spellen naar keuze die je bij de afhaalbalie kon lenen, voor Council of Shadows waren enkele tafels ingericht, waarvan er eentje leeg was.

In dit spel verkennen de spelers de ruimte om in verafgelegen planeten kolonies te stichten. Geen bijster origineel thema, met bijpassende (dominant paarse) vormgeving. Die acties stuur je aan door het spelen van kaarten, waarvan iedereen hetzelfde setje krijgt. In de eerste beurt legt iedereen er drie neer, waarna de speler om beurten de kaarten een voor een afhandelen. Vervolgens neem je de meest rechtse kaart weer in de hand en schuiven de andere twee een plekje op. In iedere volgende beurt leg je dan weer een kaart op de vrijgekomen plek.

Het interessante aan Council of Shadows is dat alle kaarten een bepaald verbruik hebben. Je totale verbruik houd je bij op een spoor langs de kant van het bord. Met je acties wil je uiteindelijk energie verkrijgen, dat op een parallel spoor wordt bijgehouden. Is je energieniveau eenmaal hoger dan je verbruik, dan stijg je een niveau en begint je energie weer op 0. Het verbruik kan alleen maar omhoog, dus je moet telkens meer energie krijgen om voorbij je verbruik te komen en een niveau te stijgen. Zodra iemand niveau 3 heeft bereikt wordt de ronde uitgespeeld en wint de speler met het hoogste niveau.

Wendy begon het spel met enige scepsis (het thema en uiterlijk waren niet helemaal naar haar smaak), maar na afloop waren we het er alle drie over eens dat dit een leuk spel was. We gebruikten niet eens alle regels, en zagen wel dat er veel meer manieren waren om dit spel te spelen dan wij deden. Ga je voor een hoog verbruik om vervolgens veel energie te krijgen of speel je juist zuinig, zodat er minder energie nodig is om niveaus te klimmen? Dat wilde ik wel graag te weten komen, zodat ik het spel uiteindelijk mee naar huis nam.

Na Council of Shadows waren we wel toe aan iets lichters. Puerto Rico 1897 leek daarvoor niet helemaal geschikt. Ik zag wel een uitbundig vormgegeven spel dat veel aan tafels om ons heen gespeeld werd en er eenvoudig uitzag. Het bleek om Super Mega Lucky Box te gaan, een titel die me niks zei. Het is een nieuw spel van de nieuwe koning van de toegankelijke bordspellen, Phil Walker-Harding. Het spelidee van SLMB doet sterk denken aan zijn spel Explorers. Iedere ronde draai je een kaart om, en alle spelers kruisen dat getal aan op een van hun bingokaartjes van drie bij drie vakjes. Heb je een rij of kolom af, dan krijg je een bonus. Is de de kaart vol, dan scoor je punten. Hoe vroeger dat lukt, des te meer punten.

Ondanks de simpele regels en de prettig korte speelduur moet je hier wel de nodige beslissingen nemen. Welke bingokaartjes kies je, welke bonussen probeer je te halen, of zet je juist in op het zo snel mogelijk afmaken van de kaartjes? Dat alles in een dik kwartier. Na een potje was voor zowel Wendy als mij duidelijk dat dit een geheide aanschaf was. Helaas was het al uitverkocht, maar dankzij Dagmar, die er zaterdag vroeg bij was, konden we toch beiden met een exemplaar naar huis.

Van een afstandje leek de nieuwe Puerto Rico sprekend op de oude, dus vroeg ik een spelend groepje of de verschillen groot waren. Ze verzekerden met dat het er wel erg veel op leek. Nu is Puerto Rico een van mijn favoriete spellen, maar een spel dat bijna identiek is gaat me gegeven de speelduur misschien wat te ver. Ik zou het graag nog eens proberen, maar Spiel leek me daar niet de beste setting voor. Wendy en Jurre hadden geen enkel bezwaar om niet nog een spel van een kleine twee uur te doen.

In plaats daarvan viel de keuze op nog een flip & write, ik bedoel roll & write: Dungeons, Dice and Danger. Tenminste, volgens de Duitse, Franse, Spaanse en Italiaanse regels gaat het om een ‘roll & write’ spel. De Engelstalige regels spreken van ‘A pencil and dice game.’ Ik heb daar hard om moeten lachen.

De titel van het spel verklapt het al een beetje. Iedere speler krijgt en vel met daarop een gangenstelsel met diverse kamers met monsters. Ieder vakje heeft een nummer van 2 tot 12. De actieve speler gooit vier witte dobbelstenen en een zwarte. Alle spelers maken twee paartjes, en kruisen twee vakjes met de gekozen waardes aan (de actieve speler mag de zwarte dobbelstenen gebruiken als die dat wil). Humor is een thema in dit spel. Er zijn vier verschillende kerkers met namen als ‘Annoyed Animals’ en ‘Clumsy Cultists’. In de eerste kunnen fans van Monty Python dat meest gevreesde aller monsters tegenkomen.

Ook dit spel viel bij ons alle drie in de smaak. Het ging mee in de tas en kwam diezelfde avond nog een keer op tafel.

We hadden inmiddels een paar uur bij Ravensburger doorgebracht en besloten een rondje op de beurs te maken. We kwamen uiteindelijk uit bij Hobby Japan, vaak wel goed voor wat leuke spellen. Dit jaar ging de grote belangstelling uit naar Cat in the Box. Dat was al binnen een kwartier na aanvang van de beurs uitverkocht. Deels omdat er maar weinig exemplaren beschikbaar waren, deels omdat het veel goede ‘buzz’ had. Iemand verzekerde me zelfs dat dit het spel was dat je deze jaargang van Spiel gedaan moest hebben. Omdat ik een groot liefhebber van slagenspellen ben, was ik extra benieuwd en kon mijn geluk niet op toen er precies op het moment dat wij aankwamen een tafel vrij kwam.

Wat volgde was een deceptie zoals ik ze zelden heb meegemaakt. Excuses voor mijn taalgebruik, maar wat een rukspel is dit. Het vernieuwende idee is dat er vier kleuren in het spel zijn, maar dat de kaarten pas een kleur krijgen op het moment dat je ze speelt. Tot die tijd zijn ze allemaal kleurloos. Bij het spelen van een kaart kies je de kleur, en leg je op een bordje een van je plastic speelstukken op het corresponderende vakje. Als iemand eenmaal een 8 heeft gespeeld en gezegd dat die geel is, kan niemand meer geel kiezen bij het spelen van een 8.

Erwin Schrödinger moet zich in zijn graf omdraaien dat zijn metafoor voor deze verspilling van karton en plastic gebruikt is. Want hoe origineel het idee ook is, het spelverloop zelf is te saai voor woorden. Met een hand hoge kaarten haal je gegarandeerd de meeste slagen. Dat hoeft niet per se goed te zijn, maar hier wel. Elke slag is een punt en je kunt bonuspunten krijgen als je je aantal slagen correct voorspelt. Een foute inschatting kost je alleen je bonus, maar die is bescheiden in vergelijking tot de punten van de slagen.

Omdat het contrast tussen de verwachtingen en de realiteit zo groot was, voelde ik al na een paar slagen een voor mij ongewoon grote ergernis opkomen. Zelden heb ik me zo bedrogen gevoeld. Mijn enige hoop was dat de uitlegger er een grote puinhoop van had gemaakt zonder dat we het doorhadden. Hij wekte echter de indruk dat hij het spel al tientallen keren had uitgelegd en wist wat hij deed. Ik vrees dus het ergste: deze kat zit niet in een doos, maar in de zak.

Naast teleurstellingen kom je op Spiel gelukkig ook altijd onverwacht leuke verrassingen tegen. Op donderdag was dat Expedition, vandaag was het Cryptid. Dit spel is alweer een paar jaar oud, maar was het afgelopen jaar genomineerd voor de Kennerspiel des Jahres. Heel slecht kon het dus niet zijn.

Verder dan dat wist ik niets van het spel. Doel is het vinden van de legendarische Cryptid, die zich ergens op het modulaire bord (denk aan een systeem zoals in Kingdom Builder) heeft verstopt. Ik dacht eerst met een coöperatief spel te maken te hebben, maar nee. Ieder speelt voor zich en probeert met logisch redeneren als eerste het juiste vakje aan te wijzen.

Dat is op een ingenieuze wijze bedacht waar ik alleen maar grote bewondering voor kan hebben. In de voorbereiding gebruik je twee kaartjes. Op de ene stat hoe je het bord moet samenstellen, op de tweede staat welke aanwijzingen de spelers krijgen. Iedere speler krijgt een boekje waarin die de aanwijzing kan vinden. Het resultaat: met iedere combinatie van kaartjes en spelersaantallen is altijd exact één plek waar de Cryptid ligt. Mind. Is. Blown.

Gelukkig staat op alle boekjes ook welke soorten aanwijzingen mogelijk zijn. Bijvoorbeeld ‘in het bos of in het water’, ‘binnen drie vakjes van een wit bouwwerk’ enzovoort. Je moet dus niet alleen deduceren op basis van de zetten van anderen, maar ook je eigen zetten zo plannen dat anderen daar zo weinig mogelijk informatie uit halen.

Maar goed, dat hadden we allemaal dit potje nog niet door. Zo kon het gebeuren dat ik al snel had afgeleid wat de aanwijzing van een van de andere spelers was. Dat combineerde gelukkig met mijn eigen aanwijzing, zodat ik in de tweede ronde kon deduceren wat de plek moest zijn. Het oplossen van een puzzel is altijd een bevredigende ervaring. Mijn beide dochters zijn ook groot fan van dit genre (Tricoda/Code 777 komt thuis regelmatig op tafel), dus dit leek me een uitstekende aanschaf. De Duitstalige aanwijzingen leken me alleen een kleine hindernis, dus die stelde ik nog even uit.

Bij dezelfde stand was onze blik ook gevallen op WolfWalkers: My Story. Dat kwam vooral door de vrolijke vormgeving, maar het spel bleek ook nog de moeite. In dit tweepersoonsspel leggen de spelers om beurten een kaart in een raster dat uiteindelijk uit vijf bij vijf kaarten bestaat. Net als in bijvoorbeeld Codex Naturalis of Point Salad hebben beide zijden van een kaart een functie. Op de ene kant staan een of meer symbolen, op de andere kant een manier om punten te scoren met die symbolen. Dat kan zijn voor (combinaties van) symbolen op kaarten in dezelfde rij, een patroon van symbolen in je raster of een voorwaarde voor het aantal symbolen.

Een leuke puzzel, die alleen na een tijdje wel onoverzichtelijk begint te worden. Welke kaarten heb je nog nodig om dat patroon af te maken? En heb je wel net zoveel beren als houthakkers? Je blijft tellen. Het spel is daarmee droger dan het thema van twee bevriende meisjes die allemaal avonturen beleven en de bijpassende vormgeving doet vermoeden. Een spel om nog wel eens te spelen, maar niet per se voor de collectie.

Tussendoor waren we bij de wandelingen over de beurs nog aangeschoven bij de Portugese uitgever MEBO Games, waar voldoende ruimte was aan de tafeltjes. Hercules zag er interessant genoeg uit. Uiteraard probeer je als eerste de twaalf werken van deze halfgod te voltooien. Om beurten gooien de spelers twee dobbelstenen en vervolgens combineert iedereen de dobbelstenen op een manier naar keuze: je mag ze optellen, van elkaar aftrekken, vermenigvuldigen of delen. Als je daarmee een getal van 1 tot 12 kunt maken, neem je bij dat getal jouw blokje van het bord en krijg je een kaart die bij die berekeningswijze hoort.

Zodra je pion, die begint op vakje 0, na een beurt kan verplaatsen schuif je hem zo ver als je kunt. De speler die met zijn pion als eerst een vakje bereikt krijgt de daarbij horende godenkaart. Spelers die langer wachten missen die bonuskaart, maar kunnen later grotere sprongen in één keer maken (als je er bijvoorbeeld voor kiest de 1 lang geblokkeerd te houden), wat ook een leuke bonus oplevert.

Helaas kwam het spel niet goed uit de verf. Wendy wist de dobbelstenen elke ronde zo te manipuleren dat ze telkens een stapje kon doen en alle twaalf de godenkaarten opraapte. Jurre en ik gingen voor de grote sprongen met extra punten, maar dat bleek minder succesvol. Samen hadden we maar net zoveel punten als Wendy in haar eentje. Desondanks was ons oordeel unaniem: dit was geen topper.

Het was weer een mooie spellendag, die ik afsloot met een groot dilemma. Ik had Gloomhaven gezien voor 100 euro en zou de me rest van de avond afvragen of ik het moest kopen. Ik wilde mijn mede-Spielgangers niet eindeloos vervelen met deze kwestie, maar het kan zijn dat ik het me een of twee keer heb laten ontvallen.

Eén reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *