Juni was een uitstekende spellenmaand. Niet alleen vanwege de hoeveelheid gespeelde spellen (69) of de kwaliteit ervan. Maar vooral doordat door de toegenomen vaccinatiegraad in mijn omgeving het weer mogelijk is om in kleine groepjes met mensen af te spreken om face to face spellen te doen (ik kreeg zelf afgelopen maand ook mijn tweede prik). En wat een genoegen is dat! Gelukkig gaat het vaccineren in hoog tempo door, dus als mutanten geen roet in het eten gooien, dan kunnen we in het najaar hopelijk weer helemaal los, met Spiel en Spellenspektakel als kersen op de taart.
Ik speelde deze maand 4 spellen voor het eerst. Over The Crew Missie Diepzee en Keer op Keer Kids schreef ik al recensies, dus die sla ik in dit overzicht verder over. Daarnaast zijn Niek en ik begonnen aan de Railroad Ink Challenge waarbij we proberen alle uitbreidingen één keer te spelen. Het eerste blogje hierover verscheen afgelopen maand en ik verwacht dat het volgende blogje (waarin ik wederom 5 uitbreidingen zal gaan bespreken) binnenkort gaat volgen.
Op mijn eerste spellendag deze maand kwam Saskia samen met haar exemplaar van De verdwenen ruïnes van Arnak op bezoek. Ik had van te voren wat uitlegfilmpjes bekeken, Saskia had de filmpjes gekeken én de regels gelezen en dus konden we snel van start. Als je De verdwenen ruïnes van Arnak ziet, dan kan het bijna niet anders of je hoort het beginmuziekje van Indiana Jones in je hoofd. Je gaat namelijk als archeologen een mysterieus eiland onderzoeken. Je vindt hier allemaal mystieke plaatsen die bewaakt worden door enge monsters. Het ziet er allemaal echt geweldig uit. Het is alleen een beetje jammer dat het thema tijdens het spelen al snel naar de achtergrond verdwijnt. Je bent namelijk vooral bezig met punten verzamelen en dat kan op heel veel verschillende manieren. Je doet dit met een mix van een werkverschaffingsspel met een deckbuilder. De eerste ronde zijn je opties nog beperkt, maar in de loop van het spel (dat vijf rondes duurt) kan je steeds meer doen en daardoor steeds meer punten scoren. Na het eerste potje met Saskia volgde onmiddellijk een tweede. En de dag daarna bestelde ik mijn eigen exemplaar van Arnak. Ik heb het spel daarna nog 3 keer gedaan en ieder potje verliep compleet anders dan het vorige. Ik speel het wel steeds beter (scoor meer punten), maar ik heb nog lang niet het gevoel dat ik dit spel helemaal doorgrond. En daardoor smaakt elk potje naar meer.
Mijn tweede spellendag was met Peter Hein en Anton. Peter Hein had Babylonia van Knizia meegenomen. Dit spel deed me erg aan Samurai denken, maar dan anders (laat het maar aan Knizia over om een spelidee te recyclen tot een heel nieuw spel). Babylonia speel je op een bord waar de rivieren Eufraat en Tigris staan afgebeeld. In dit landschap staan al een paar tempels (ze hadden een andere moeilijke naam, maar die ben ik weer vergeten) en steden. In je beurt mag je een aantal fiches op het bord leggen (of twee verschillende of zo veel boeren als je wilt). Hiermee omsingel je de tempels en steden en dit levert je punten op afhankelijk van het aantal juiste symbolen (zoals amforen of sterren) dat via jouw speelstukken met de betreffende stad is verbonden. De speler die de meeste speelstukken rond een tempel heeft als hij volledig omsingeld is, krijgt een speciale eigenschap (zoals meer tegels op je bordje mogen hebben om uit te kiezen). En de speler die de meeste speelstukken rond een stad heeft als hij volledig omsingeld is, krijgt deze stad. Vervolgens krijgen alle spelers net zo veel punten als ze steden hebben veroverd (laten we het “the gift that keeps on giving” noemen). En wie dan aan het eind van het spel de meeste punten heeft, wint natuurlijk. Dit genre spellen is niet helemaal mijn ding, het is me te abstract en droog. Dat neemt niet weg dat het absoluut een heel goed spel is en ik er wel wat spelplezier aan heb beleefd. Als ik iemand er een plezier mee doe om het spel nog eens te spelen dan vind ik dat prima. Maar zelf speel ik liever wat anders.
Ten slotte was het aan het begin van de maand schitterend weer en hebben Niek en ik dus een paar keer op het terras een potje Scrabble kunnen spelen. Eén potje daarvan was heel memorabel omdat ik werkelijk als een speer ging. Ik begon met twee keer mijn woord uit te leggen en nam dus meteen aan het begin van het spel al een riante voorsprong. En die heb ik niet uit handen gegeven maar alleen maar verder uitgebouwd waardoor ik op het eind boven de 500 punten eindige (met 543 punten om precies te zijn). Niek is van ons tweeën eigenlijk de betere speler en dus smaakte deze overwinning heel erg zoet.
Maar er was ook minder leuk nieuws op Scrabble gebied. De app met de Van Dale Scrabblewoordenlijst doet het niet meer sinds de laatste update van onze iPhones. Ik hoop dat ze hem weer gaan bijwerken (maar vrees van niet) want voor buiten-Scrabbelaars zoals Niek en ik is het echt heel fijn als je geen los Scrabble-woordenboek hoeft mee te slepen naar een terras.
Goed nieuws: de Scrabble woordenlijst app doet het weer. Dat scheelt een hoop gesjouw!