En toen was het eindelijk september en dus eindelijk vakantie. En niet zo maar vakantie, maar de langste vakantie sinds ik ruim 20 jaar geleden ben gaan werken. Dat komt doordat onze zomervakantie (BGG@SEA) laat viel en Spiel vroeg. Ik heb beide vakanties dus maar aan elkaar geplakt waardoor ik in totaal 6 weken vrij ben. En dat voelt als een ongekende luxe. Met zo veel vrij en een bordspellencruise als vakantie, zal het niemand verbazen dat er veel spellen op tafel verschenen. In totaal speelde ik 65 verschillende potjes en daar zaten negen spellen tussen die ik voor het eerst speelde. Ik heb in een vorig blogje al mijn eerste indrukken gedeeld van de zeven spellen (Botany, Space Base, Tiny Epic Galaxies, Fantasy Realms, Undergrove, Let’s Go! To Japan en The Gang) daarvan die ik op de cruise speelde, dus die sla ik in dit blog verder over.
En dan blijven er nog twee spellen over. De eerste daarvan is het Castles of Burgundy Roll & Write spel. Ook hier moet je weer gekleurde gebieden vullen en scoor je daar op verschillende manieren punten voor. Het lijkt dus heel erg op het origineel, maar dan zonder alle kartonnen fiches maar in plaats daarvan een velletje waar je lustig op kan gaan afkruisen. Een ook hier komt het einde weer veel te snel en had je nog van alles willen doen.
Ik vond dit een verrassend leuk roll & write spelletje dat lekker vlot wegspeelde. Het weet de kern van het bordspel echt goed te vangen in een turbovariant. Ik vind het ook leuk dat er op het blok verschillende blaadjes zitten zodat je ook nog een beetje variatie kan hebben tijdens het spelen. Aanrader dus voor liefhebbers van het bordspel.
En het tweede nieuwe spel dat ik speelde was Kwakzalvers van Kakelenburg het Duel. Dit is een speciale tweepersoonsversie van de gelijknamige deckbuilder (lees hier de recensie van Peter Hein). Ik heb het originele spel één keer gedaan en vond er niet zo veel aan doordat de geluksfactor best hoog is doordat je afhankelijk bent van wat je trekt. En die geluksfactor is gebleven in de tweepersoonsvariant. In deze variant moeten spelers patiënten naar zich toe trekken. En hoe goed je dat doet hangt weer af van de fiches die je uit de zak trekt. Ook in deze variant zitten daar de gevreesde knalerwten tussen die je ketel kunnen laten ontploffen als je te veel risico neemt. Tussen de verschillende rondes kan je nieuwe fiches kopen die er voor zorgen dat je ketel steeds meer op stoom komt en de patiënten sneller toestromen.
Ik geloof dat de Kwakzalvers-spellen niet helemaal mijn ding zijn. Het idee is leuk, maar de geluksfactor is me te hoog. Als je veel knalerwten trekt (en daar ben ik dus een kei in), dan sta je al met drie-nul achter. Als je dan ook nog de pech hebt gehad dat jouw ketel is ontploft dan krijg je ook nog een betonnen blok aan je been doordat je die ronde minder geld hebt om nieuwe fiches te kopen. Dat werkt wel een tijdje door. Maar ondanks deze frustratie, heb ik me toch meer vermaakt met deze kwakzalvers-variant dan ik had verwacht en ben ik zelfs voorzichtig geïnteresseerd in een herkansing. Dat is een gevoel dat ik na het origineel nooit gehad heb. Deze duel-variant doet dus iets goed.
Mijn man slaagt er telkens in al zijn goede fiches te trekken, terwijl mijn ketel inderdaad al gauw ontploft. toch blijf ik dit een leuk spel vinden, ook al sta ik altijd heel snel achter.