Nineties Challenge deel 6

Geplaatst door

In het kader van “Hoe komen we de lockdown door”, hebben Niek en ik besloten dat we alle spellen gaan spelen uit onze spellenkast die zijn uitgegeven in de jaren ’90. In deze serie blogjes zal ik verslag doen van wat we daarbij tegenkomen!

Heersers der Woestijn

In de nineties waren de meeste spellen naar huidige maatstaven redelijk simpel uitgevoerd en kwamen er nog maar weinig gedetailleerde plastic speelstukken voor. In veel dozen vind je bijvoorbeeld veel standaard houten blokjes en pionnen. Een uitzondering hierop is Heersers der Woestijn (Durch die Wüste in het Duits). In dit spel namelijk geen vierkante blokjes maar prachtig gedetailleerde pastelkleurige kamelen! Dit spel was Insta-waardig, lang voordat Instagram was uitgevonden. In dit spel bouwen plaatsen de spelers elke beurt twee kamelen op het bord waarmee je je eigen kuddes uitbreidt. Op deze manier probeer je strategische plekken te bezetten, de grootste kuddes per kleur te krijgen en stukken bord te omsingelen. Op deze manier schraap je punten bij elkaar en wie dat het beste doet, wint het spel.

Heersers der Woestijn vind ik echt een briljant spel. Het is zo simpel, maar spannend van de eerste tot de laatste zet. Het is simpel omdat je maar twee kamelen mag plaatsen, maar spannend omdat je er maar twee mag plaatsen en er zo veel plekken zijn waar je graag een kameeltje zou willen zetten. Iedere keus die maakt, betekent dat je op andere plekken nu niet kan zetten. En dan moet je daarbij ook nog goed in de gaten houden wat de andere speler doet en die op strategische momenten blokkeren. Zeker met twee spelers geldt immers dat het net zo lonend is om te voorkomen dat de ander scoort, dan om zelf te scoren. Dit spel is goed voor tijdloos speelplezier.

Tikal

Van de Masker-serie is Tikal mijn favoriete spel en de enige die nog in mijn kast staat. Java en Mexica hebben al lang geleden een ander onderkomen gevonden. In dit spel ga je in het oerwoud op zoek naar tempels en schatten en laat je een spoor van vernieling na (het hele bos wordt omgehakt). Het spel is een heerlijk simpel actiepunten spel. Eerst leg je een nieuwe tegel aan met daarop oerwoud, schatten, een overwoekerde tempel of een vulkaan. Daarna heb je tien actiepunten te besteden waarmee je mannetjes in het spel brengt die snel naar de schatten en tempels rennen om die in te pikken en uit te graven. Als een vulkaan getrokken wordt, wordt het spel even onderbroken voor een telronde waarbij iedere speler eerst nog even tien actiepunten mag uitgeven en daarna punten scoort voor de tempels waar hij als enige de meeste mannetjes heeft en voor zijn schatten. Wie aan het eind van het spel de meeste punten heeft, wint het spel.

Ik vind Tikal nog steeds een leuk spel, maar het duurt misschien net te lang. Aan het eind van het spel heb je je mannetjes op een gegeven moment allemaal op het bord staan en kan je een flink aantal tempels niet meer verder uitgraven en ben je dus wel zo’n beetje uitgespeeld. Het werkt allemaal prima met twee spelers, maar ik denk wel dat het met wat meer spelers misschien net wat leuker was omdat er meer strijd is over de tempels.

Samurai

Het eerste wat opvalt aan Samurai zijn de prachtige, glanzende zwarte speelstukken. Ze lijken wel van het ebbenhout gemaakt dat als voorbeeld diende voor het haar van Sneeuwwitje. Maar ze zijn toch echt van plastic. In Samurai gaan de spelers de strijd aan om de macht in Japan. In de verschillende steden en dorpen worden één of meerdere van de zwarte speelstukken geplaatst. De spelers plaatsen in hun beurt tegels om deze dorpen heen waarmee ze invloed uitoefenen op de speelstukken. Soms richt een tegel zich tot één specifiek figuur, soms op allemaal. Zodra een stad of dorp helemaal omsingeld is, wordt bepaald welke speler de meeste invloed heeft op ieder van de figuren. Deze speler krijgt deze speelstukken. Aan het eind wint met twee spelers, de speler die van de meeste soorten speelstukken de meerderheid heeft  (met meer dan twee spelers wordt de winnaar met een echte Knizia-waardering bepaald waarbij of de speler wint die in twee soorten de meerderheid heeft óf een speler die in één soort de meerderheid heeft en die vervolgens van de andere soorten de meeste speelfiguren verzameld heeft).

Samurai is iets te abstract en droog naar mijn smaak. Het spel ziet er prachtig uit, het werkt allemaal geweldig, maar ik vind er gewoon niet zo veel aan. Ik speel liever een spel waar wat meer gezelligheid in zit als je het speelt.

Ra

Ik houd meestal niet zo van veilingspellen, maar voor Ra maak ik graag een uitzondering. In dit veilingspel van Reiner Knizia heb je een aantal biedstenen die je in kan zetten. Elk getal zit maar één keer in het spel dus je hebt nooit een tiebreaker nodig. In je beurt mag je meestal kiezen om een extra tegel open te draaien (waardoor het kavel waarop geboden wordt steeds aantrekkelijker wordt) of de veiling initiëren. Eén van de briljante vondsten in dit spel is dat de biedsteen die gebruikt is om een veiling te winnen, onderdeel uitmaakt van het volgende kavel. De biedstenen die je op deze manier wint mag je niet meteen weer in zetten, maar gebruik je in de volgende ronde. Je moet dus niet alleen opletten welke tegels je scoort en wat dat betekent, maar ook nog een beetje in de gaten houden dat je de volgende ronde met een op zijn minst acceptabel setje biedstenen aan de start verschijnt. Bij het bieden en het starten van een veiling moet je ook goed in de gaten houden welke biedstenen iedereen heeft. Als je zelf lage stenen hebt, dan open je bijvoorbeeld eerder een veiling omdat je weet dat je met je lage stenen nooit de hoofdprijs binnen gaat hengelen. Als je hoge stenen hebt dan wil je eigenlijk wachten om een enorme slag te slaan. Maar de ronde is ook direct afgelopen als een bepaald aantal Ra-tetgels is opengedraaid. Als je dus te lang wacht, kan het zijn dat je zelfs met je hoge biedstenen achter het net vist.

In ons potje ging ik voor de tussentijdse tellingen en Niek voor de monumenten waarmee je aan het eind van het spel enorm kan scoren. In de laatste ronde pushte ik mijn geluk net te veel door te lang door te gaan met tegels trekken toen ik nog als enige in het spel was. Ik trok namelijk een Ra tegel en zag de hele buit die klaar lag door de gootsteen verdwijnen en boorde mezelf daarmee 10 punten door mijn neus. Zoals verwacht scoorde Niek gruwelijk aan het eind van het spel, maar het was nét niet genoeg om de overwinning binnen te slepen. De eindstand was namelijk 51 tegen 52, in mijn voordeel. Biedspellen zijn meestal niet zo leuk met zijn tweeën, maar Ra is echt de uitzondering. Dit spel is een terechte klassieker.

Boonanza

Ik was eerlijk gezegd erg verbaasd dat Boonanza op de lijst stond die ik met behulp van BGG had uitgedraaid met spellen die in de jaren negentig zijn uitgekomen en die je met twee spelers kan spelen. Ik wist niet dat het kon en er leek me ook geen zak aan. Maar hij stond op de lijst en dus gingen we het proberen. Het eerste probleem waar we tegen aan liepen was dat volgens mijn 999 versie Boonanza helemaal niet met twee spelers te spelen is. Ik heb toen op BGG gekeken bij de downloads en vond daar in de Engelse regels wel een variant voor twee spelers. Het tweede probleem was dat ik voor die variant Garden Beans en Cocoa Beans uit het spel moest verwijderen, maar in mijn set zitten geen Cocoa beans.  Het derde probleem waren de regels. Ik begreep ze niet helemaal, als ik het speelde zoals ik dacht dat het zou moeten, dan leek me er geen zak aan omdat het hele handel-element leek te verdwijnen. We hebben een paar rondjes gespeeld en het was net zo suf als ik vreesde. We hebben het spel dus niet uitgespeeld. Voor Boonanza geldt echt: the more the merrier en met twee spelers ben je dan gewoon met te weinig om het spel goed uit de verf te laten komen. Afknapper dus, terwijl ik Boonanza oprecht een leuk spel vind, maar dus niet met twee.

Lost Cities

Lost Cities kan je met recht de oermoeder noemen van een familie spellen die inmiddels bestaat uit meerdere generaties en die zich nog steeds blijft uitbreiden (met Keltis als meest succesvolle kleindochter). Ondanks haar leeftijd kan Lost Cities echter nog steeds heel goed meekomen en ligt het niet voor niets nog steeds in de winkel. Lost Cities is zo’n heerlijk spel met simpele regels maar vol lastige keuzes. Beide spelers hebben een hand met 8 kaarten waar je elke beurt één van speelt en er vervolgens weer één trekt. Kaarten die je speelt kan je óf voor je neerleggen (voor iedere kleur een rijtje dat ook nog oplopend moet zijn) óf afleggen (met voor iedere kleur een eigen aflegstapel). Bij het aanvullen van je hand kan je óf de bovenste kaart van één van de aflegstapels pakken óf de bovenste kaart van de gesloten trekstapel. Op deze manier probeer je zo lang mogelijke rijtjes kaarten te maken. Aan het eind van de ronde tel je namelijk de waarde van je kaarten op en trek je twintig punten van dit getal af. Vervolgens vermenigvuldig je je score dan nog als je aan het begin van de ronde weddenschapskaarten hebt gespeeld. Je kan nog bonuspunten scoren als je een rijtje maakt dat minstens 8 kaarten lang is. Wie na drie rondes de meeste punten heeft verzameld, wint het spel.

Ik speel Lost  Cities met veel plezier, maar Niek is er net wat minder over te spreken. Hij vindt dat  de geluksfactor wie welke kaarten op welk moment trekt te groot (lees: hij vindt dat hij altijd pech heeft). Ik kan niet ontkennen dat er een zekere geluksfactor in het spel zit, maar denk dat het uiteindelijk belangrijker is wat je doet dan wat je trekt. Bovendien speel je drie rondes en middelt het geluk zich dan ook heel behoorlijk uit. Ik vind de kaarten van dit spel ook nog steeds heel mooi. In essentie is dit natuurlijk een super abstract spel met getallen in de hoofdrol. Maar de kaarten vertellen het verhaal van een archeoloog/schatzoeker die op zoek gaat naar verloren beschavingen en eerste (de lage nummers) kleine overblijfsels van deze cultuur vindt en later (de hoge nummers) de grote monumenten die de beschaving heeft nagelaten. En dat is een verhaal dat mij aanspreekt waardoor ik het leuk vind om naar de kaarten te kijken en dit spel voor mij net wat meer glans heeft dan bijvoorbeeld Keltis (wat duidelijk een doorontwikkeling is van het rijtjes in kleuren maken).

El Grande

En het laatste spel van onze Challenge was er helaas ook weer één waarvan mijn verwachtingen niet al te hoog gespannen waren omdat ik het een spel vind dat niet geschikt is voor twee personen. El Grande is een meerderheden spel waarin je invloed probeert te vergaren in de verschillende regio’s van Spanje. Iedere beurt bestaat uit twee fases. In de eerste fase spelen de spelers om de beurt een invloedkaart die bepaalt hoeveel mannetjes ze naar hun persoonlijke voorraad mogen halen én in welke volgorde de spelers aan de beurt zijn. Als je vroeg aan de beurt wil zijn moet je een hoge kaart spelen en krijg je maar weinig mannetjes pakken. Als je veel mannetjes wilt krijgen, dan moet je genoegen nemen dat je pas later in een ronde aan de beurt komt. In de tweede fase mogen de spelers in de volgorde die bepaald is door de invloedskaarten een machtkaart kiezen. Op een machtkaart staat altijd hoeveel mannetjes je uit je persoonlijke voorraad op het bord mag zetten én een speciale actie die je eenmalig mag uitvoeren. Na elke drie rondes volgt een telling waarbij iedere regio wordt gewaardeerd en de speler die daar de meeste mannetjes heeft, punten scoort. Naast regio’s kan je ook nog mannetjes in El Castillo gooien. Dat klinkt heel akelig (voor de mannetjes), maar is eerder een soort paard van Troje. Aan het begin van iedere telronde beslist iedereen namelijk naar welke regio zijn of haar mannetjes uit El Castillo worden gestuurd, nadat El Castillo zelf is gewaardeerd. Van deze mannetjes heb je dus twee keer plezier en de tweede keer misschien nog wel het meest als je via El Castillo de macht in een regio weet over te nemen.

El Grande is echt een geweldig leuk meerderhedenspel. Ik speelde het recent nog op Boardgamearena (het spel is ontwikkeld en wordt nu getest voor het voor iedereen beschikbaar komt). We speelden toen met vier of vijf spelers en dat was echt een feestje. Met twee spelers valt een hoop van het speelplezier in het water. Allereerst is een meerderhedenspel met twee spelers minder interessant omdat je mannetjes zo verdeeld dat je overal staat. Met meer spelers loont het om meer te focussen en sommige regio’s maar te negeren omdat je niet overal kan winnen. En juist daardoor is er meer strijd. Ten tweede moet je met meer spelers vaak kiezen voor je persoonlijke voorraad aanvullen en dan helaas een mindere actie krijgen (omdat je later mag kiezen) of weinig mannetjes krijgen maar dan wel een goede actie. Met twee spelers kan je gewoon én veel mannetjes pakken én een goede actie kiezen. Dit haalt dus ook een interessant aspect van het spel weg. Omdat we het spel met twee spelers maar een slap aftreksel vonden, hebben Niek en ik de korte variant gedaan (waar je maar zes in plaats van negen rondes speelt). Het werkte allemaal op zich wel, maar het spel miste de pit van een echte pot met volle bezetting. Van mij mag dus ook hier van de doos afgehaald worden dat dit spel met twee speelbaar is.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *