Dit wordt het laatste maandoverzicht dat ik schrijf. En nee, ik stop niet met Spellengek en ik stop ook niet met het maandelijks schrijven over welke nieuwe spellen ik voor het eerst gedaan heb. Ik ga vanaf volgend jaar alleen dezelfde naam voor mijn maandoverzichten gebruiken als Peter Hein en Roger nu al doen, of te wel Gespeeld.
Maar terug naar het hier en nu voor mijn laatste maandoverzicht. December was een hele goede spellenmaand waarin 66 keer een spel op tafel kwam dankzij twee spellendagen en de kerstvakantie. Aan het begin van de vakantie had ik een groot deel van de spellen die op mijn “shelf of shame” staan op het bureau in de spellenkamer gezet als incentive om eens flink wat van deze titels te gaan spelen. En dat is ruimschoots gelukt. De vakantie was te kort om alles te spelen, maar mijn stapel ongespeelde spellen is een stuk kleiner geworden. En voor ik weer aan het werk ga, zijn er vast nog wel een paar gespeeld. Ik heb deze maand in totaal negentien nieuwe spellen gedaan, dus ga er maar even goed voor zitten. Over Ankh’or, Kasteel in de Steigers en Clever Deluxe schreef ik al een recensie dus die sla ik in dit overzicht verder over, maar dan blijft er nog genoeg over. De andere spellen behandel ik in alfabetische volgorde.
3 Chapters is een bijzonder spel waarin je drie rondes speelt die allemaal net anders zijn. In de eerst ronde ga je de kaarten met daarop genummerde sprookjesfiguren draften waar je de andere twee rondes mee speelt. De tweede ronde bestaat uit een soort slagenspel. Het draait alleen niet alleen om het halen van de slagen, maar ook om welke andere kaarten in de slag zitten. Zo scoor je bijvoorbeeld ook punten als je de kaart met Doornroosje weet te spelen in dezelfde ronde als dat de prins gespeeld wordt. Of je scoort punten voor bepaalde symbolen die op de andere gespeelde kaarten staan (paddenstoelen bijvoorbeeld) In de derde ronde scoor je ten slotte je eigen hand (misschien heb je wel én Doornroosje én de prins of heb je zelf heel veel paddenstoelen verzameld). 3 Chapters is een heel origineel kaartspel en daardoor moet je het eerste potje even ervaren hoe het werkt om er wat gevoel bij te krijgen. En dat was in mijn geval een warm gevoel. Ik heb nog geen idee hoe ik dit handig moet spelen, maar het fascineert me genoeg om dat graag te willen gaan uitzoeken. Je kan het spel ook met twee spelers doen, maar dat was wel echt minder leuk dan met meer.
Cascadia Rolling Rivers is de roll & write spin off van Cascadia. De looks en symbolen uit het bekende en geliefde tegellegspelletje komen allemaal terug, maar het is een heel ander spel. Elke ronde worden er vier algemene dobbelstenen gegooid en daarnaast gooien alle spelers twee eigen dobbelstenen met daarop dieren en een paar symbolen. Vervolgens kiest iedereen een diersoort en mag hij of zij zo veel dieren van deze soort op een briefje bijschrijven als er gegooid zijn. Iedere ronde liggen er ook vier kaarten open. Op deze kaarten staan bepaalde combinaties van dieren en als je die kan inleveren dan krijg je het landschap dat op die kaart staat. Deze vul je vervolgens weer in op een ander briefje en daar kan je punten mee scoren. Er zitten vier verschillende varianten op het scoreblok en daarvan hebben we er nu twee gespeeld. Wat ik knap en leuk vind is dat die varianten echt heel verschillend waren waardoor het was of je twee verschillende spellen speelde. En beide varianten vond ik ook leuk om te doen en ik ben dan ook benieuwd naar de andere twee varianten.
Ik speelde deze maand de nieuwste uitbreiding van Dominion (Rising Sun) voor het eerst. Deze uitbreiding is niet in het Nederlands uitgebracht en er zijn ook geen berichten dat dat gaat gebeuren en dus heb ik de Engelse versie gekocht. In deze versie komen een paar elementen terug die we al eerder zagen, namelijk de Duration-kaarten, Gebeurtenis-kaarten (Events) en de Schulden. Maar er zit ook iets echts nieuws in, namelijk schaduw-kaarten. Deze kaarten leg je bij het schudden onderop je trek stapel en je mag ze op elk moment pakken en spelen. Als je dat niet doet dan trek je ze uiteindelijk gewoon. Het is best lekker om een paar schaduw-kaarten klaar te hebben liggen die je altijd kan pakken voor die beurten waarin je geen actiekaart trekt. Of je kan er een klaar leggen die in een specifieke situatie heel fijn is en als die situatie komt dan tover je de kaart van onder je trekstapel te voorschijn. De schaduw-kaarten zijn dus best een leuke twist. Verder zijn Prophecies nieuw. Van een apart deck trek je elk spel één en daarop leg je een aantal fiches. Bepaalde actiekaarten zorgen er voor dat de fiches van de kaart gehaald mogen worden en als dat gelukt is dan wordt de kaart actief. Ik ben zelf niet zo’n fan van de extra horizontale kaarten (het wordt te veel) en dit is een nieuwe variant er van. Van mij had deze kaartsoort dus niet gehoeven. Na twee potjes ben ik nog niet laaiend enthousiast over deze set. Het is prima, maar als je geen last hebt van completitus (wat ik wel heb), dan kan je deze prima negeren.
Peter Hein had The Castle of the Devil (of te wel: Kutschfart zur Teufelsburg) meegenomen naar de spellendag die we op de op één na laatste dag van het jaar hielden. The Castle of the Devil is een spel waarin alle spelers een geheime rol hebben. Iedereen behoort tot een van twee rivaliserende groepen die beide proberen bepaalde artefacten in hun bezit te krijgen. Je weet alleen niet wie wie is en dus ook niet wie je vrienden zijn. Hier moet je achter zien te komen door kaarten met elkaar te ruilen en door met elkaar te vechten. Als je een gevecht wint dan mag je een voorwerp van iemand afpakken of kijken welke rol diegene heeft. Ik vond het een behoorlijk vaag spel en deed in het begin maar wat. Maar grappig genoeg werd op een gegeven moment toch wel duidelijk in welk team ik zat. Ik ben geen groot fan van geheime rollen spellen en dit spel is geen uitzondering op de regel. Ik vond dat het te lang duurde voordat ik genoeg kennis had om een bewuste keus te maken in plaats van maar wat proberen in de hoop dat het wat opleverde.
Op Spiel was Cat Packs uitverkocht voor ik het kon kopen. Daar baalde ik een beetje van en daarom besloot ik het spel online bij de uitgever te bestellen. Ik moest nog een aantal weken wachten voor het weer leverbaar was, maar het werd keurig voor de kerstvakantie bezorgd. In dit spel ga je met prachtig geïllustreerde kaarten met katten er op een soort raster vullen. Je moet dat zo doen dat de randen van de kaarten die aan elkaar raken dezelfde kleur hebben en dat er sterretjes ontstaan op de plekken waar vier kaarten elkaar raken. Veel kaarten leveren daarnaast nog iets anders leuks op, bijvoorbeeld middelen om meer kaarten te bouwen. Ik ben echt fan van de katten tekeningen op de kaarten in dit spel. Alle kaarten zijn met veel liefde en humor geïllustreerd. Jammer genoeg vind ik het spel het niveau van de illustraties niet halen. Ik kan er nog niet helemaal mijn vinger achter krijgen, maar ik heb het gevoel dat dit spel te kort duurt. Je moet eigenlijk een soort van motortje opbouwen, maar je krijgt de tijd niet om dat te doen. In ieder potje gebruik je ook echt maar een heel beperkt aantal van het totale aantal kaarten. Ergens klopt er dus iets niet voor mijn gevoel. Jammer want deze mooie illustraties verdienen een groot publiek maar dat gaan ze via dit spel niet bereiken.
Galileo Galilei is een pittige euro waarvan me vooral het mechanisme waarmee je acties selecteert is bijgebleven. Dit doe je namelijk met een klein telescoopje en de twee acties die je ziet, voer je uit. Een daarvan staat op een los tegeltje en dat tegeltje pak je altijd op en schuif je weer aan het begin van de rij. Daardoor veranderen de combinaties van acties waar je uit kan kiezen continu en dat vond ik wel een leuke vondst. Je kan deze tegels ook nog met een actie upgraden waardoor je acties later in het spel steeds beter worden. Met je acties kon je van alles en nog wat verzamelen en daar haalde je op verschillende manieren punten mee. Zoals gezegd: Galileo Galilei is een pittige euro en ik had mijn eerste potje vooral nodig om te ontdekken hoe alles werkt. Ik heb mijn spellen graag wat lichter en luchtiger, maar als je van het zware spul houdt, dan is dit zeker geen verkeerd spel. En dat mechanisme waarmee je je acties kiest zou ik graag nog eens terugzien in een wat simpeler spel.
Het fijne van de kerstvakantie is dat je eindelijk de tijd hebt om rustig eens in de regels van wat complexere spellen te duiken. In mijn geval dus de regels van Hamburg. En dat was wel even een klusje en daar kwam nog een flinke stapel stanswerk bij ook. In Hamburg ga je bouwen aan Hamburg. Je kan nieuwe gebouwen maken, parken aanleggen of lekker bouwen aan de muur. Dit alles doe je met kaarten. Maar dat bouwen is niet gratis, daar heb je geld en mannetjes voor nodig. En ook daarvoor kan je de kaarten inzetten. En dus moet je heel vaak kiezen, je wilt dat ene gebouw bouwen, maar je hebt die kaart ook nodig om aan geld te komen. Wat doe je dan? Dit het is een leuk soort kiezen. Het eerste potje moesten we nog erg wennen aan alle mogelijkheden en alle symbolen die op de kaarten staan, maar het tweede potje ging al beter. En hoe beter we het snappen, hoe leuker het spel wordt. Ik ben het dus helemaal met de recensie van Peter Hein eens: dit is een erg leuk spel.
Roger had I’m stuck in the lift meegenomen naar ons spellendagje. Dit is een Aziatisch spelletje dat hij op Spiel had gekocht. In dit spel moet je van te voren opschrijven op welke verdieping je uit de lift wilt stappen. Het is een beetje rare lift waarbij je dat getal niet gewoon intikt op het display, maar waar alle spelers aangeven hoeveel verdiepingen ze omhoog willen en de lift legt dan in een keer die hele afstand af. Als je op de door jou gewenste verdieping staat, scoor je punten. We speelden dit spel met zijn vijven en dan is het volgens mij puur geluk als de lift op jouw verdieping stopt. Ik vond er dan ook niet zo veel aan.
Op de laatste dag van het jaar speelde ik nog de grote nieuwe release van 999 Games: Intarsia. In dit spel ga je een houten parketvloer van een prachtig patroon voorzien. Elke beurt plaats je een vloerdeel en betaal je daarvoor met kaarten. Je pakt daarna weer kaarten terug maar wel ééntje minder dan je had en verplicht in andere kleuren dan je uitgaf. Je probeert vervolgens opdrachten te vervullen voordat de andere speler(s) het doe(t)(n). Ik moet zeggen dat ik me prima vermaakt heb met dit spel. Het ziet er prachtig uit en je bent lekker aan het puzzelen. Ik snap alleen niet dat het middelste stukje van de houten patronen van een soort knopje zijn voorzien dat uitsteekt boven de vloer. Het ziet er niet alleen lelijk uit, maar thematisch lijkt zo’n opstaande knop midden in de vloer me ook niet handig. Roger was in zijn recensie van dit spel wat kritisch over de herspeelbaarheid van Intarsia met twee spelers. In mijn eerste potje had ik hier nog geen last van, maar ik zie wel dat dit spel het risico in zich heeft dat iedereen iedere keer min of meer hetzelfde gaat doen. Maar om dat te ervaren zal ik het spel eerst nog een paar keer moeten spelen en vooralsnog lijkt dat me geen straf.
In the Footsteps of Darwin mag je beesten en oude mannen gaan verzamelen op een bordje. De oude mannen leveren voordeeltjes op en dat is handig, Maar daar gaat je verzamelaars-hart niet sneller van kloppen, dat gebeurt namelijk van de dieren. Je wilt graag een mooie verzameling opbouwen waarbij alle diersoorten en alle werelddelen goed vertegenwoordigd zijn. De dierentegels liggen op een centraal bordje en je mag een beestje pakken van de rij/kolom waar de boot (The Beagle) net staat. Vervolgens vaart de boot een aantal stapjes verder (afhankelijk van welke plek je de tegel pakte). De tegel die je pakt leg je op je eigen bordje neer. Op dit bordje staat een raster van verschillende groepen dieren (zoogdieren, amfibieën, etc.) en continenten en je legt je gepakte dier op de juiste plek neer. Je scoort punten als je rijen en kolommen weet vol te maken of als je tegels kan stapelen. Na een vast aantal rondes is het spel afgelopen. Ik vond dit een heel plezierig familiespelletje. Het speelt lekker vlot weg, maar je hebt toch echt wel wat te kiezen. Er zit wel een zekere geluksfactor in, als je met smart zit te wachten op een amfibie uit Zuid-Amerika zal je altijd zien dat die nooit tevoorschijn komt. Maar gelukkig kan je dan eigenlijk altijd wel wat anders leuk. De mooie dierenplaatjes (met onder andere mijn jeugdliefde de reuzenpanda) maken het speelplezier af.
Letter Jam is een coöperatief woordspelletje. Idealiter speel je het met zes spelers, maar als je met minder bent dan speel je met dummy-spelers. Niek en ik deden het spel met zijn tweeën en hadden dus vier dummy’s aan tafel zitten. Dat is niet het ideale aantal. In dit spel zet iedereen een letter voor zijn neus neer op zo’n manier dat de andere spelers de letter wel zien, maar jij hem niet. Vervolgens maakt iemand een woord met de letters die diegene kan zien. Je zegt dit woord niet, maar legt genummerde fiches neer bij de letters zodat het woord wordt gespeld. Als speler zie je dus alle letters behalve die van jezelf en kan je hopelijk raden welke letter er voor jou staat. Vaak kunnen er op een plek natuurlijk meer letters staan en dan kan het zijn dat je meer woorden nodig hebt om te weten welke van deze letters er voor je staat. Als het goed gaat weet je aan het eind van het spel welke letters je voor je hebt en maak je daar een woord mee. Als dat alle spelers lukt, dan hebben jullie samen gewonnen. Niek en ik zijn niet zo ver gekomen. Ondanks (of misschien wel dankzij) onze enorme Scrabble ervaring hadden we niet alle letters achterhaald. Maar we hebben op zich wel plezier in dit spelletje gehad. Ik denk dat met meer spelers het nog leuker is.
Mountain Goats is een spelletje dat duidelijks schatplichtig is aan Can’t Stop. Ook in dit spel wil je je pion (een schattig houten geitje) op verschillende genummerde sporen naar boven sturen. Ook in dit spel gooi je met vier dobbelstenen om dat te doen. Maar hier hoef je geen twee setjes te maken van de dobbelstenen, maar kan je ze ook vier keer los spelen of zelfs met zijn allen samen. Als je geitje bovenaan het spoor komt, dan scoor je een puntenfiche. En het fijne is, dan mag je vervolgens lekker bovenaan het spoor blijven staan en iedere keer als je weer dat getal activeert, dan krijg je weer zo’n fiche. Dit feest gaat door totdat een andere speler ook boven aan het spoor komt en je genadeloos weg stuurt zodat je weer onder aan het spoor moet beginnen. Je kan nog bonuspunten scoren door een fiche te verzamelen van alle sporen die er zijn. En natuurlijk wint de speler die de meeste punten heeft dan uiteindelijk het spel en mag zich G.O.A.T. noemen (dit is niet waar, maar had dat natuurlijk wel zo moeten zijn). Ik vond Mountain Goats een verrassend leuk dobbelspelletje. Het lijkt qua gevoel heel erg op Can’t Stop maar is anders genoeg om echt een eigen spel te zijn. Van dit soort tussendoortjes kan je er niet genoeg in je kast hebben en dus ging ik voor de bijl en heb de bestelling inmiddels geplaatst.
Parks Roll & Hike is de roll & write versie van Parks. In dit spel ga je ook weer wandelingen maken in de prachtige nationale parken van Amerika. De route die je gaat afleggen staat op een bordje en iedereen houdt in een heel schattig dagboekje zijn vorderingen bij. Elke ronde worden er een aantal dobbelstenen gegooid die aangeven wat je kan gaan doen. Of beter gezegd: in welk vak van je dagboek je mag gaan afvinken. Elk vak levert op een andere manier punten op dus daar moet je keuzes in maken. Alles doen lukt namelijk niet. Parks Roll & Hike is een vrij licht spelletje en is misschien wel mooier dan dat het leuk is. Ik heb het met plezier gespeeld maar het heeft denk ik niet genoeg variatie om heel lang te blijven boeien.
Bij de Black Friday sale van White Goblin had ik Starship Captains op de kop getikt. Alles aan dit spel straalt Star Trek uit en dat is en blijft toch mijn favoriete scifi franchise. In dit spel ga je met je eigen ruimteschip (die verdacht veel op de Enterprise lijkt) lekker cruisen door de ruimte. Op de brug staan drie bemanningsleden en een stagiair die je aan het werk kan zetten. De stagiair kan alleen repareren, de andere bemanning kunnen (afhankelijk van hun training, te herkennen aan de kleur van hun uniform) het schip laten vliegen, nieuwe technologie aansluiten of ruimtepiraten uit de lucht schieten. En daarnaast kan je ze inzetten op de planeten waar je naar toe kan gaan om daar missies uit te voeren. Het eerste potje voelde heel kort aan waardoor we het gevoel hadden meer niet dan wel te kunnen doen. In ons tweede potje speelden we beide slimmer en konden daardoor meer doen. En dat verhoogd natuurlijk ook de speelvreugde. Kortom, deze speelse Star Trek parodie is ons goed bevallen.
Things in Rings is een heel bijzonder communicatiespelletje. Op tafel worden drie overlappende lussen neergelegd die ergens voor staan en vervolgens worden er woorden in deze lussen gelegd op de plek waar ze horen. Dit klinkt wat vaag, maar een voorbeeld maakt het duidelijker. Denk aan een lus die staat voor “is groter dan een mens”, een lus die staat voor “kan gevaarlijk zijn” en “het woord begint met een klinker”. Een speler weet waar de lussen voor staan en de andere spelers moeten daar achter zien te komen door woorden te spelen. Als ze een woord op een verkeerde plek leggen, dan moeten ze een nieuwe kaart trekken. Maar als het woord op de goede plek ligt, dan zijn ze een kaart kwijt. Het doel is om als eerste je hand leeg te spelen. Ik vond dit een heel grappig spelletje. Het is echt een leuke uitdaging om te achterhalen welke omschrijving bij welke lus hoort. Hoe meer woorden er liggen, hoe duidelijker het zou moeten worden, maar soms ook helemaal niet. Ik heb me hier prima mee vermaakt.
Trapwords is ook een communicatiespel, maar dan vermomd als een kerkerkruiper. Je speelt het in twee groepen tegen elkaar. Van iedere groep krijgt één speler een woord dat hij of zij moet omschrijven op zo’n manier dat andere spelers het raden. Maar voordat je dat mag gaan doen, mag het andere team een aantal woorden opschrijven dat de hintgever niet mag gebruiken. Het lastige is dat de tipgever dit lijstje niet te zien krijgt, maar wel af is als de tipgever een woord van dit lijstje gebruikt. Dit levert een leuke dubbele uitdaging op waarbij je als tegenstander een lijstje probeert te maken met woorden die de ander vast gaat gebruiken als hij of zij de woorden omzeilt die diegene denkt dat zijn opgeschreven. En een tipgever die probeert in te schatten of het andere team de voor de hand liggende woorden heeft opgeschreven of voor andere woorden is gegaan. Dit spel smaakte naar meer. Zonde dat dit spel zo lang op mijn “shelf of shame” heeft gestaan.