Is het echt al weer december? Ik kan er met mijn hoofd niet bij. Voor mijn gevoel is het net begin oktober ofzo en hebben we nog een heel stuk jaar te gaan. Maar dat klopt dus niet, de kerstvakantie begint zelfs al in zicht te komen. Maar voor het zo ver is, is het nu eerst de hoogste tijd om terug te kijken op november. De afgelopen november was een hele prima spellenmaand met flink wat spellendates (5 stuks).
De meest bijzondere daarvan was een spellenavond op mijn werk. Ik ben 16 jaar geleden gestart (samen met andere collega’s) met het organiseren van spellenavonden voor collega’s. Dat heb ik altijd met veel plezier gedaan. In de loop van de jaren is de avond enorm gegroeid met een enorme groeisprong na corona. Er komen nu iedere keer grote groepen collega ’s van alle leeftijden, van alle directies en met verschillende functies op de avonden om samen spellen te doen. Ik ben daar heel trots op. Niet iedereen houdt van borrelen en de spellenavond is voor veel collega’s een leuke manier om samen te komen en op een laagdrempelige manier nieuwe collega’s te leren kennen. Maar na 16 jaar vond ik het ook een mooi moment om het organiseren voortaan over te laten aan het groepje collega’s waar ik de avonden de laatste twee jaar mee heb georganiseerd. Ik kan dan voortaan gewoon zelf aanschuiven zonder me druk te maken over naamstickers (heel handig om mensen die elkaar niet kennen ook gezellig te laten samenspelen), pizza’s, drankjes en vuilniszakken (om de ruimte weer netjes achter te laten). Als dank voor mijn inzet voor het spelplezier van mijn collega’s werd ik enorm in het zonnetje gezet. Dat was tegelijkertijd heel fijn en een beetje ongemakkelijk (ik hoef niet zo nodig in de spotlight te staan).
Een ander leuk spellenmoment deze maand was toen Niek en ik De Vos in het Bos aan het spelen waren. We hebben in het doosje van dit spel een dobbelsteentje zitten om te bepalen wie er mag beginnen. Onze kater Robbie was gezellig op de tafel er bij komen zitten toen we aan het spelen waren. En ineens trok dat dobbelsteentje zijn aandacht. Hij pakte het in zijn bek en liet het vallen. Ik rolde de dobbelsteen toen weer zijn kant op en hij deed het kunstje nog een keer. En het is gelukt om het op beeld te krijgen. Robbie is dus een echte spellenkat, niet alleen speelt hij Scrabble, maar nu ook nog dobbelspelletjes. What’s next?
Ik heb in de afgelopen maand dankzij al die spelmomenten lekker veel spellen gedaan (56 stuks), waaronder een flinke stapel nieuwe spellen (8 stuks). Over Magic 8 ball, Exit Kids en de Magische Berg schreef ik al een recensie, dus die spellen sla ik in dit overzicht verder over. Maar dan blijft er nog genoeg interessants over. Ik behandel ze van leuk tot leukst (inderdaad, er zit geen slecht spel tussen).
Deductio is een deductie spel waar je zelf je eigen getal zo lang mogelijk geheim wilt houden terwijl je ondertussen probeert de geheime getallen van de andere spelers te achterhalen. Aan het begin van het spel krijgt iedereen een geheim getal (die staat op een kaart). Om de beurt moet je vervolgens één van de hintkaarts pakken (bijvoorbeeld “ik heb geen 3,8 of 11”, mijn getal is hoger dan 14 of “mijn getal is oneven”). Je mag daarbij niet liegen en als dat betekent dat je geen van de open liggende hints kan pakken, dan moet je ze allemaal pakken en zo neerleggen dat je aangeeft dat ze allemaal niet klopten. Iedere ronde komt er een hint bij, net zo lang totdat iemand je geheime getal raad.
Deductiespellen zijn niet zo mijn ding. Ik vind het te veel op werk lijken als ik zo hard moet nadenken om een code te kraken. Maar in zijn soort vond ik het echt een prima spel en heb ik het ook nog wel met een beetje plezier gespeeld. Het zit slim in elkaar en de vaart blijft er goed in. Dat laatste vind ik heel fijn. Sommige deductiespellen komen op een gegeven moment bijna tot stilstand omdat iedereen heel hard en serieus zit te denken en dan lekt mijn energie echt weg. Ik weet in mijn omgeving ook wel iemand die ik een groot plezier zou doen met dit spelletje, dus misschien ga ik hem zelfs wel kopen, maar dan dus om weg te geven.
Coffee Rush was een blinde Spiel aankoop. Toen ik Tangram City bij Korea Boardgames aan het kopen was, zag ik dat de doosjes Coffee Rush van de planken vlogen en dat de stapel flink aan het slinken was. Dit spel stond op mijn lijstje en ik had het graag eerst geprobeerd, maar ik schatte in dat het tegen de tijd dat wij het gespeeld zouden hebben uitverkocht zou zijn. En dus deed ik een blinde gok en nam het spel mee. In Coffee Rush ben je de uitbater van een hippe koffietent waar barista’s de lekkerste creaties voor je kunnen maken. De ingrediënten voor de verschillende drankjes staan op een vierkant bordje. In je koffiebar schuiven de koffieleuten aan en geven hun wensen door (in spellentermen: je legt kaartjes met daarop de naam van de koffiecreatie en welke ingrediënten je daarvoor nodig hebt voor je neer). Iedere speler heeft één of twee (bij twee spelers) barista’s (of te wel: pionnen) die op het bordje deze ingrediënten voor je bij elkaar gaan graaien. Als je aan de beurt bent, dan mag je een barista drie stapjes verzetten en pakt hij of zij alle ingrediënten waar hij of zij langs komt. De koffiebar waar je werkt is een beetje zuinig geweest bij het investeren in koffiekopjes, want daar heb je er maar drie van. Je stopt je ingrediënten in deze kopjes en probeert in ieder kopje een combinatie te verzamelen waarmee je de bestelling van een klant kan maken (bijvoorbeeld voor een koffie mokka heb je koffie, melk en chocola nodig). Als je genoeg klanten hebt geholpen kan je gaan upgraden waardoor je steeds meer ingrediënten kan gaan verzamelen. Je moet er daarbij wel rekening houden met het feit dat het geduld van de klanten snel op is, als je ze niet binnen vier beurten helpt, dan lopen ze weg en geven ze je een dikke negatieve review op de socials. Klanten die je daarentegen wel helpt, geven je een positieve review. Wie aan het eind van het spel per saldo de meeste positieve reviews heeft, wint.
Coffee Rush is echt een speelgoedspel met zijn kleine miniatuurkopjes, miniatuuringrediënten en mooie kaartjes met de verschillende drankjes die je kan bestellen. Heel veel poppenmoeders zouden zich heel prima vermaken met het spelmateriaal van Coffee Rush. Toen ik de regels las, vreesde ik dat dat ook de belangrijkste aantrekkingskracht van dit spel was want het klonk best suf om telkens drie stappen te doen en die ingrediënten te pakken. Maar daar had ik het mis. Het is namelijk zo simpel niet om te beslissen welke route je je barista laat afleggen. Zeker als de rij met klanten zo lang wordt dat je ze waarschijnlijk niet meer kan bedienen, dan wordt het spannend wat de beste zet is. Zodra je kan gaan upgraden, moet je bovendien kiezen welke upgrade (je kan kiezen uit vier verschillende) je wilt nemen. Hoe meer upgrades je krijgt, hoe meer je kan. Het spel komt daardoor steeds verder op stoom.
Fit to Print is een spel waarin je bij een krant werkt en iedere dag de voorpagina moet vullen met nieuws, foto’s en reclame. En daarbij gelden natuurlijk eisen. Zo mag je nooit twee artikelen uit hetzelfde genre naast elkaar zetten en wil je graag een bijpassende foto hebben. Fit to Print is een spel dat je speelt onder lichte tijdsdruk. De artikelen, foto’s en reclame liggen namelijk letterlijk voor het oprapen en alle redacteuren graaien tegelijkertijd in deze berg op zoek naar de pareltjes. De stukken die je wilt leg je apart. En zodra je denkt dat je genoeg stukken hebt om je pagina te vullen, stop je met graaien en begin je met puzzelen. En voor die beide klussen heb je een maximale hoeveelheid tijd. Als iedereen klaar is (of de tijd is afgelopen) worden de punten geteld. En dit doe je drie keer en wie dan de meeste punten heeft wint het spel.
Ik heb Fit to Print met plezier gespeeld. Ik vond dat je voldoende tijd had om de klus te klaren. Je moet er dan wel een beetje de vaart inhouden, maar je hoeft echt niet op topspeed door de stukken te graaien. Je bent eerst lekker aan het graaien en daarbij probeer je een beetje in te schatten wat je pakt en ga je op zoek naar de ontbrekende stukjes voor je voorpagina. En daarna ga je puzzelen en blijkt of je goed ingeschat hebt wat je kon gebruiken. Zowel lege vlakken op de voorpagina als items die je niet kwijt kan leveren daarbij minpunten op. Doordat je iedere ronde maar een beperkte hoeveelheid tijd hebt om de voorpagina te vullen, speelt het spel lekker vlot weg. Ik kijk er naar uit om dit spel vaker te gaan doen.
Ook Forest Shuffle heb ik blind gekocht op Spiel. Ik had er veel positiefs over gehoord, het zag er mooi uit en ik verwachtte dat het snel zou uitverkopen (wat ook is gebeurd). Ik heb het dan ook meteen gekocht toen ik het zag liggen. In Forest Shuffle ga je een bos aanleggen. Natuurlijk staan daarin bomen, maar rondom die bomen leeft nog veel meer, van planten en insecten tot grote roofdieren. Iedere kaart levert op zijn eigen manier punten op en het is de kunst om daar mooie combo’s in te vinden die elkaar versterken. Als je aan de beurt bent mag je altijd twee kaarten trekken of een kaart bouwen. En de kaarten die je bouwt kosten weer kaarten die je open in het midden neerlegt (en die de andere spelers dus weer kunnen pakken).
Het eerste potje Forest Shuffle was nog een beetje wennen. Er zijn zo veel verschillende kaarten dat het lastig was om door de bomen het bos te blijven zien. Maar het speelde wel lekker weg en na het eerst potje volgde al snel een tweede en een derde en inmiddels staat de teller op zeven potjes (en dan tel ik mijn online potjes op BGA niet eens mee). En hoe vaker ik dit spel doe, hoe meer mogelijkheden ik zie door bepaalde combinaties van kaarten te bouwen. Wat ik erg leuk vind aan dit spel is dat je ieder keer een heel ander bos voor je ogen ziet ontstaan. Als je het goed doet ontstaat er een mooi ecosysteem waarin alle kaarten elkaar versterken en dat is genieten.
En in november kwam dan eindelijk het langverwachte Ticket to Ride Legendes uit het Westen uit. En ik ben een mazzelkont. Ik speel het namelijk twee keer. Een keer met Niek (we hebben er nu zes potjes opzitten) én een keer met een groepje collega’s (met hen heb ik er nu één potje opzitten). Deze legacy variant van Ticket to Ride begint redelijk standaard. Je moet nog steeds kiezen tussen treinkaarten trekken, routes bouwen of nieuwe tickets trekken. Maar wat anders is, is dat je geen punten meer scoort door het bouwen van routes. In plaats daarvan krijg je aan het eind bonuspunten (in de vorm van geld) afhankelijk van hoeveel treintjes je nog over hebt (minder treintjes over, is meer geld). Dit vind ik een slim systeem om het bouwen van lange routes indirect te blijven belonen, maar tegelijkertijd het tussentijds punten tellen weg te halen. Verder zijn er gebeurteniskaarten toegevoegd die je speciale mogelijkheden geven. En als je dan aan het eind van het eerste potje komt, dan begint het grote ontdekken van wat er aan lekkere legacy-lagen aan dit spel is toegevoegd. En daar ga ik natuurlijk niets over verklappen.
Het eerste potje is nog redelijk standaard, maar aan het begin en eind van ieder potje mag je kaartjes lezen en doosjes openen. En dat is wat dit spel zo leuk maakt, maar waar ik verder natuurlijk niets over ga zeggen, behalve dat ik het erg leuk vind wat er voorbij komt. Je moet ieder potje toch weer even kijken wat de nieuwe mogelijkheden zijn en daar je strategie op aanpassen. Ik speel het spel met veel plezier met Niek, maar als ik eerlijk ben is het zelfs nog iets leuker als ik het met mijn drie collega’s speel. Dan zit je elkaar eerder in de weg en wordt er ook meer ontdekt.