Gespeeld: juni 2025 (Dagmar)

Geplaatst door

Juni was een geweldige spellenmaand. Niet alleen hadden Niek en ik de eerste drie weken van de maand vrij, we waren een week daarvan ook nog mee met de bordspellencruise van All Games on Deck. Het was een hele gezellige week waarin we bovenop de standaard cruise-activiteiten (optredens, plaatjes bezoeken, lekker eten, relaxen) heel veel spellen hebben gedaan. Toen we thuis kwamen waren we nog twee weken vrij en ook in die periode hebben we flink doorgespeeld. Dat deden we vooral thuis, maar ook op locatie. In het laatste weekend van onze vakantie vielen namelijk zowel de Spellengek Spellendag (ter gelegenheid van ons 25 jarig bestaan) als de 999 Games Persdag waar wij voor waren uitgenodigd. Jullie zullen begrijpen dat het daarna wel even schakelen was om weer aan het werk te gaan. Acht uur achter een computer zitten zonder met een dobbelsteen te gooien of een kaart te spelen is dan wel echt even afzien.

Ik speelde deze maand 94 keer een spel en daar zaten 16 nieuwe tussen. Over Forest Shuffle: Exploration (een uitbreiding) schreef ik al een recensie, dus die sla ik in dit overzicht verder over. Daarnaast speelde ik bij 999 Games een spel waar we nog even niets over mogen zeggen (zie ook Rogers maandoverzicht), dus ook die sla ik over. In augustus horen jullie er vast meer over… De andere nieuwe spellen bespreek ik in alfabetische volgorde.

Op de 999 Games spellendag lagen verschillende spellen die binnenkort uitkomen klaar om geprobeerd te worden. Een daarvan was BombBusters. Dit spel is genomineerd voor de Spiel des Jahres en dan weet je dat het dus wel goed zit. BombBusters is een coöperatief spel waarin je genummerde fiches moet omdraaien. Je moet er als groep daarbij voor zorgen dat het een fiche met een rood nummer als laatste wordt omgedraaid. Iedereen heeft een aantal fiches en zet die oplopend op een rijtje neer. In je beurt moet je of bij een ander een fiche aanwijzen en zeggen welk nummer dat is. Als je het goed had gezegd, dan mag je zelf een fiche met dit nummer omdraaien en draait de andere speler het nummer ook om. Als alternatief mag je nog alle fiches met een nummer omdraaien als je er daarmee zorgt dat alle fiches van dat nummer daardoor bekend worden. In het begin van het spel moet je een beetje gokken wat ergens staat, maar hoe meer fiches omgedraaid worden, hoe meer informatie er is hoe gerichter je te werk kan gaan.

Ik heb  BombBusters met plezier gespeeld. In het begin tast je nog een beetje in het duister, maar er wordt steeds meer duidelijk. Het is een leuke puzzel die je met elkaar aan het oplossen bent. In het spel zitten heel veel verschillende scenario’s die je in oplopende moeilijkheidsgraad kan spelen. En daarbij komen schijnbaar ook nieuwe regels en nieuw materiaal tevoorschijn. Ik loop daar wel warm voor. Het is helaas alleen een spel dat het best tot zijn recht komt met vier spelers. Ik speel vooral met twee spelers en dan is mijn vaste medespeler ook nog iemand die niet van coöperatieve spellen houdt. Ik zou dit spel dus heel graag vaker willen doen, maar het is de vraag of dat er van gaat komen.

De ontdekking van de cruise was voor mij Bonsai. Mede-cruisereizigers Wendy en Martijn tipten ons dit spel nadat ze het zelf hadden gespeeld. In de woorden van Wendy “je wordt er zen van”. Meer aanmoediging had ik niet nodig. En we hadden nog geluk ook, toen wij het spel geleend hadden, hadden ze net even tijd om de regels uit te legen en een potje mee te spelen (dank!). In Bonsai ga je met zeshoekige tegels je eigen bonsai-boompje bouwen. Maar om dat te doen moet je daarvoor eerst de tegels verzamelen. In je beurt mag je altijd of een kaart trekken (en daarmee krijg je de tegels en andere behulpzame zaken) of bouwen. Op de tegels staan stukjes stam, stukjes blad, bloemetjes en vruchtjes. Alles wordt op een eigen manier gewaardeerd en via de kaarten kan je nog extra bonussen krijgen.

 Het bleef niet bij dit ene potje Bonsai op de cruise, hij kwam nog twee keer op tafel en voor we naar huis gingen had ik hem bij organisator en eigenaar van spellenwinkel De Koperen Pion besteld (met cruisekorting). Bonsai is een heerlijk spelletje waar je inderdaad lekker zen je eigen Bonsai mag gaan bouwen. Het is gewoon heel bevredigend om een mooi boompje te maken. Als dat lukt, dan zijn voor mij de punten al bijna bijzaak. Bijna, maar niet helemaal en dus moet je bij het pakken van de kaarten niet alleen letten of je de juiste tegels krijgt om de allermooiste bonsai-boom te bouwen, maar moet je ook nog de kaarten zien te krijgen die veel punten opleveren voor jouw boom. En daarbij kan je elkaar soms nog wel echt in de weg zitten.  

Bonsai beviel ons zo goed dat ik snel een webshop heb gezocht om de beide uitbreidingen te kopen. De uitbreiding Wabi Sabi bestaat uit verschillende elementen. De belangrijkste daarvan zijn de nieuwe sets met nieuwe opdrachtfiches. In het basisspel zitten vijf sets en met Wabi Sabi krijg je er een aantal nieuwe sets bij. Deze sets zitten nu standaard bij ons in de roulatie. De andere delen van de uitbreiding spraken ons wat minder aan dus die heb ik nog niet geprobeerd.

Het laatste spel dat we op de bordspellencruise speelden was (hoe toepasselijk) Captain Flip. In dit spel ga je de bemanning van een zeiljacht samenstellen. Als je aan de beurt bent dan trek je een tegel uit de zak en kijkt wat je getrokken hebt. Als je tevreden bent met wat je getrokken hebt, dan plaats je de tegel op je zeiljacht. Als je niet blij bent, dan flip je de tegel (of te wel: je draait hem om) en krijg je het bemanningslid dat op de achterkant staat. Als dit bemanningslid je nog minder aanstaat dan de eerste optie, dan heb je pech, als je de tegel flipt, zit je aan de achterkant vast. Ieder bemanningslid heeft zo zijn eigen speciale acties en/of manieren waarop hij punten oplevert (ik kan me niet herinneren dat er vrouwelijke bemanningsleden in het spel zaten, maar het kan zijn dat ik die gewoon niet getrokken heb).

Ik vond Captain Flip een verrassend leuk spelletje. Het speelt lekker vlot weg en iedereen is lekker aan het puzzelen om de juiste bemanning op de juiste plek te krijgen. Er zit geen interactie in het spel, maar je bent toch bij elkaar betrokken omdat je hoopt dat iemand precies die bemanningsleden trekt (of flipt) die hij of zij niet kan gebruiken.

In het Pinsterweekend hielden de Spelletjesvrienden uitverkoop en daarbij gingen een paar spellen waar ik al vaker hebzuchtig naar had gekeken met grote korting van de hand. Of te wel: ik sloeg mijn slag. Een van mijn aankopen was Dinoparadijs (of in het Engels: Gods Love Dinosaurs). In dit spel ga je tegel voor tegel een landschap bouwen waarin verschillende dieren leven. Deze dieren staan er al op en planten zich op bepaalde momenten voort. In het geval van de roofdieren en dino’s doen ze dat niet op een lege maag. De roofdieren eten de prooidieren op en de dino’s op hun beurt weer de roofdieren. Je scoort punten door je dino’s zo happy mogelijk te houden maar om dat te doen moet je dus een gezond ecosysteem hebben met voldoende aanwas van prooidieren die door de roofdieren opgegeten kunnen worden zodat die weer in de buikjes van de dino’s kunnen belanden.

Ik heb Dinoparadijs met plezier gespeeld. Het is een lekkere euro-game waarin je je korte termijn winsten moet afwegen tegen de lange termijn gevolgen en daar een goede balans in vinden. Je kan wel je dino’s een rondje heel erg laten schransen, maar als je ecosysteem daarna helemaal leeg is, dan blijven hun buikjes de volgende ronde leeg en gaan ze dood. Dat schiet niet op.

Ik ben een groot fan van Zoektocht naar El Dorado. Ik heb dan ook alle uitbreidingen. Inmiddels is ook een zelfstandig speelbare variant uitgekomen, namelijk Zoektocht naar El Dorado: Gouden Tempels. Dit is hetzelfde spel dat eerder al in onder ander het Duits en Engels bij Ravensburger verscheen, maar dan met een andere vormgeving (lees hier de recensie van Peter Hein). Ik was dan ook blij dat deze aan boord van de spellencruise was zodat ik hem eens kon uitproberen. In deze variant moet je op drie verschillende plekken op het bord een edelsteen ophalen en daarmee terug naar het startpunt racen om daar de poort naar El Dorado te openen. Verder is het spel redelijk hetzelfde gebleven.

Ik heb deze variant met veel plezier gespeeld. Het blijft een leuke uitdaging om je hand zo samen te stellen dat je zo snel mogelijk over het bord kan racen. Maar ik vind deze variant wel net wat minder leuk dan het origineel doordat de spelers elkaar veel meer uit de weg kunnen gaan. Je moet drie edelstenen ophalen op het bord en je mag zelf weten in welke volgorde je dat doet. Met drie spelers kan dan dus iedereen een andere kant op lopen en zit je elkaar niet in de weg. Met vier zullen twee spelers elkaar in de weg zitten en de twee anderen ongehinderd hun eigen weg gaan. Ik ben dus blij dat ik deze variant gespeeld heb zodat ik weet dat ik hem niet in huis hoef te halen omdat hij voor mij te weinig toevoegt aan het origineel. Zeker met twee spelers ga je minder interactie hebben en dat vind ik een stap terug.

Vorige maand kocht ik Faraway. Ik was zoals ze dat zeggen een beetje laat op dit feestje. Maar wat ik dan wel goed deed was dat ik er meteen de uitbreiding Volkeren uit de Diepte bij kocht. Zoals Peter Hein in zijn recensie uitstekend verwoord is dit een hele kleine uitbreiding die niets toevoegt maar toch onmisbaar is. Faraway is bij ons, eerst een paar keer zonder en sindsdien altijd met de  uitbreiding, op dit moment hét spel dat we uit de kast trekken als we nog even een kort spelletje willen doen. Ondanks dat we het nog maar iets meer dan een maand in huis hebben, hebben we het inmiddels 25 keer gespeeld. Dat lijkt me duidelijk genoeg over hoe leuk dit spel is.

Een van de spellen die klaar lag op de 999 persdag was Genius 3D. En wij van Spellengek zijn wel van de Kniziaatjes en schoven daar dus als eerste aan. Genius 3D lijkt heel erg op Genius met als grote verschil dat je ook de hoogte in kan. Of te wel: het is een abstract spel waarbij je telkens een tegel aanlegt met daarop twee vakjes. Je scoort vervolgens punten voor aangrenzend liggende vakken in dezelfde kleur. Het maakt hierbij in de 3D variant niet uit op welk niveau een tegel ligt.

Genius is gewoon goed en Genius 3D lijkt zo sterk op het origineel dat het net zo leuk is. Het grote verschil lijkt te zijn dat je in Genius een andere speler kan blokkeren door er voor te zorgen dat die niet goed punten meer kan scoren in de kleur waarin diegene het slechtst is (voor de winst is namelijk het aantal punten in je slechtste kleur bepalend), maar dat je in Genius 3D niet kan blokkeren doordat iemand de hoogte in kan gaan. Dit verschil maakt dat de uitdaging net anders is.

Ik ben fan van de illustraties van Meadow. Toen ik zag dat hetzelfde team een nieuw spel had gemaakt dat er net zo mooi uit zag (Pergola) was mijn interesse dan ook snel gewekt. Ik heb nog even de eerste reviews op Boardgamegeek afgewacht en toen die best positief waren, heb ik het spel meteen besteld. In Pergola ga je een tuin creëren. Dat doe je door de verschillende bloemen en bijtjes (en vlinders, lieveheersbeestjes en ballonnen) op een bordje te plaatsen. Het spel bestaat uit een vast aantal beuren waarin je telkens de keus hebt uit vier schepjes waarop staat welke onderdelen je in je tuin mag plaatsen. Aan het eind van het spel heeft elke plant en elke diersoort zijn eigen manier van waarderen en wie dan de meeste punten heeft wint het spel.

Ik heb Pergola inmiddels meerdere keren gespeeld en ben heel blij met mijn aankoop. De grootste regeldrempel in dit spel is dat je moet weten op welke manier alles gewaardeerd wordt, maar dat staat netjes op een bordje dus je hoeft het niet uit je hoofd te leren. De regels zijn verder simpel: pak een schep en bouw wat er bij die schep hoort. Door de prachtige illustraties ontstaat er zo vanzelf een heel lieflijk tableautje voor je neus. Als ik een kritische noot moet kraken, dan is het dat het misschien te weinig uitmaakt wat je doet. Alles wat je doet levert meestal 1, 2 of 3 punten op en dus liggen de eindscores altijd dicht bij elkaar. Ik stoor me hier niet aan. De verschillen zijn dan klein, maar je moet toch nog steeds zorgen dat ze in jouw voordeel uitvallen. 

Rhino Hero: Super Battle is een stapelspel waarin je een gebouw moet bouwen. Als je aan de beurt bent dan kies je een kaart waarop staat hoeveel hoge en lage muurtjes je moet bouwen en of je een aap moet plaatsen. Nadat je de muurtjes geplaatst hebt, leg je daar een plafond/vloerdeel op. En daar hang je dan eventueel nog een aapje aan. Als laatste gooi je met een dobbelsteen die bepaalt hoeveel verdiepingen je eigen mannetje naar boven mag lopen. En zo bouw je samen een gebouw, net zo lang totdat het instort. De speler die op dat moment zijn mannetje het hoogst had staan, wint het spel.

Een schommelend schip is niet de beste plaats om een bouwspel te spelen kan ik je verklappen. Op het moment dat we dit spel speelden was er aardig wat deining en dus lukte het niet om echt hoog te bouwen. Dat is jammer, want daar zit de lol van dit soort spellen in. Als je van dit soort spellen houdt (denk ook Menara en Villa Paletti) dan is Rhino Hero vast ook je ding. Ik ben niet zo’n stapelaar en hoef deze dus niet nog eens te doen.

Een ander spel dat ik bij de Spelletjesvrienden sale kocht was Spellbook. Dit is een spel van Phil Walker-Harding en dat is toch wel een van mijn favoriete spelauteurs die keer op keer interessante familiespellen aflevert (denk aan Berenpark, Cities of Sushi Go). In dit spel leg je een set met toverspreukkaarten op tafel. Iedere spreuk kan je op drie niveaus activeren door de juiste fiches te verzamelen. Hoe meer fiches je verzamelt, hoe beter de spreuk is en hoe meer je er in de rest van het spel aan hebt. In je beurt mag je altijd twee fiches blind trekken of één fiche pakken uit een aantal openliggende fiches. Op deze manier verzamel je de fiches om je spreuken te maken. Het spel heeft nog wat extra elementen, maar het gaat te ver om die nu helemaal uit te leggen.

Ik heb Spellbook met veel plezier gespeeld. Er zitten drie verschillende sets in met toverspreukkaarten en daarvan hebben we er nu twee geprobeerd. Je kan de sets ook nog mixen. Dit spel gaat dus niet snel repetitief worden. Je maakt in dit spel de afweging tussen een goedkope spreuk maken en er dan van profiteren of doorsparen voor de betere versie. Dat duurt langer, maar dan heb je meer profijt. Als de andere speler alleen snel doorspeelt, dan kan het zijn dat je te langzaam op gang komt als je voord de lange weg gaat. Het spel is dan al voorbij voordat je motor is aangeslagen.

Super Miauw is een kleine deckbuilder waar je moet proberen zo snel mogelijk een kat en een superheldencape moet zien te krijgen. Je begint je beurt met wat geldkaarten en als je aan de beurt bent, dan trek je er twee van en die kan je gebruiken om een nieuwe kaart te kopen. Je hebt daarbij de keus uit geldkaarten, kattenvoer, de cape of een muis. Met het kattenvoer kan je dan later weer een kat krijgen. De muis laat je een kaart van een andere speler jatten. In plaats van een kaart kopen mag je ook een kaart vernietigen. En zo speel je net zo lang door tot iemand in een beurt zowel een kat als cape opendraait.

Het spel zag er mooi verzorgd uit. Zo gebruik je de doos als vuilnisbak waar je letterlijk de kaarten die je wilt vernietigen in gooit. Dat vond ik een leuke vondst. Maar voor de rest vond ik het spel te weinig om het lijf hebben om echt te boeien.  

Niels (van Instagram kanaal Move the Robber) had Trio meegenomen op de All Games on Deck Cruise. Dit is een vlot kaartspelletje. Iedereen krijgt een hand met genummerde kaarten die je oplopend in je hand zet. Op tafel komen ook nog een aantal genummerde kaarten te liggen. Elk nummer komt drie keer voor. Je moet proberen die drie kaarten achter elkaar open te draaien. Je doet dat door bij je medespelers hun hoogste of laagste kaarten op te draaien, kaarten uit het midden van de tafel op en te draaien en/of je eigen kaarten op te draaien.  Als je beurt fout gaat (je draait een ander nummer open dan er lag), dan wordt alles weer terug gedraaid en is de volgende speler aan de beurt. Als iemand drie trio’s heeft, dan is diegene de winnaar.

Ik ben geen fan van memory-spelletjes, maar deze viel me alles mee. Met een beetje geheugen en een beetje geluk kom je in dit spel een heel eind. Het spelletje speelde lekker vlot weg en we hadden allemaal lol om onze eigen en andermans fouten. Dit is een prima spellensnackje.

Is Wilmot’s  Warehouse een spel of een geheugentrainer? Ik weet het niet. In dit coöperatieve spel ga je vierkante tegels in een raster plaatsen. Op de tegels staan wat abstracte vormen waar je van alles in kan zien en dat is precies de bedoeling. In onze eerste tegel zagen wij een spijkerbroek. Die kwam centraal op het bord te liggen. Daarna trek je om de beurt een tegel, bespreek je met elkaar wat daar op staat en waar die moet komen te liggen en daarna leg je hem dicht neer en is het de uitdaging om te onthouden waar dat was. En op deze manier verzin je een heel verhaal aan de hand van de vijfentwintig tegels die je plaatst. Bij ons moest de spijkerbroek in de was, daarna in de droger, dat zorgde voor een stroompiek. De wasmachine stond onderaan de trap, boven aan de trap was de tv waar iemand met een 3D bril op naar een programma zat te kijken over de komeet de dino’s had gedood en de opkomst van de zoogdieren daarna. En de rest van het niet zo boeiende verhaal zal ik jullie besparen. Het gaat er in dit spel namelijk niet om om een goed verhaal te bedenken, maar om een functioneel verhaal te bedenken dat je helpt onthouden waar alles tegels liggen. Nadat alle tegels geplaatst waren, kregen we een stapel met kaartjes waarop dezelfde symbolen stonden en die moesten we dan op de juiste plek neerleggen. Hoe sneller en beter je dat doet, hoe hoger je score is. In ons potje was dit vooral bijzaak omdat we er vooral lol in hadden om te ontdekken hoeveel we hadden onthouden met zijn allen.

Na afloop zei Niek: Wilmot’s Warehouse heeft alles in zich wat mij tegen staat aan coöperatieve spellen. En daar bedoelt hij mee dat anderen jou gaan vertellen wat je moet gaan doen. Ik zie dat anders. Voor mij was het meer een gezamenlijke brainstorm waarbij weliswaar iemand de actieve speler is die de tegel trekt en plaatst, maar waarbij iedereen mee mag denken. Samen bedenk je een verhaal om te onthouden waar wat ligt. En dat werkt! Normaal kan ik echt niet de plek van vijfentwintig tegels onthouden, maar nu weet ik twee dagen later zelfs nog grote delen te reconstrueren. En dat vind ik best bijzonder om te ervaren. Ik zou dit best nog eens willen proberen, maar gelet op het gebrek aan enthousiasme van Niek, hoef ik hem niet in huis te halen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *