Ik houd van heel veel soorten spellen en ben altijd nieuwsgierig naar nieuwe spellen. Doorgaans lonkt de volgende ontdekking altijd aan de horizon waardoor ik spellen die ik met veel plezier speel toch niet vaker speel dan een paar keer. Maar af en toe komt er een spel voorbij dat ik zo leuk vind, dat ik het een tijd lang heel veel speel, waar ik ook als ik het niet speel aan blijf denken en dat ik te pas en te onpas aan anderen probeer aan te smeren. Toen ik voor mezelf opschreef op welke spellen ik een dergelijke game-crush heb gehad, bleken dat er tien te zijn. In dit blogje stel ik je dus voor aan mijn tien spellenliefdes. En in alle gevallen kan ik zeggen dat het gezegde dat liefde niet roest klopt, al deze spellen zou ik zo weer willen spelen.
Mijn eerste game-crush was op Catan. En het was een dubbele verliefdheid op zowel het bordspel als het kaartspel. Ik had van mijn beste vriendin het kaartspel cadeau gekregen en ik was echt hoteldebotel van dit spelletje. Ik wist niet dat spellen zo ontzettend leuk konden zijn. Ik studeerde toen nog en had dus weinig geld. Maar ik wist dat mijn moeder ooit het Catan bordspel had gekocht en dat dat ongespeeld thuis in de kast lag. Bij mijn eerste bezoek thuis pikte ik dit spel snel in (mijn moeder had daar geen bezwaar tegen). Wij waren in onze vriendengroepen de eerste met Catan en we infecteerden iedereen met het Catan-virus en lange tijd was iedere afspraak met vrienden een goede reden voor één of meer potjes Catan, terwijl Niek en ik ondertussen met zijn tweeën het kaartspel grijs speelden. Mijn Catan-crush was ook meteen mijn toegangspoort tot de spellenwereld, ik ben sindsdien blijven spelen.
Nadat ik door Catan had ontdekt hoe leuk spellen konden zijn, wilde ik natuurlijk meer. En al snel ontdekte ik die andere klassieker met een C. Ik viel namelijk ook als een blok voor Carcassonne. Het had (en heeft nog steeds) iets magisch om tegeltje voor tegeltje een landkaart bij elkaar te puzzelen en punten te scoren voor mooi grote steden of lange wegen. En het fijne van Carcassonne is dat je het ook heel goed met zijn tweeën kan spelen.
De volgende grote gamecrush die ik opliep was voor Agricola. Ik speelde het voor het eerst bij Peter Hein. Ik was echt meteen verkocht. Ik vond het zo leuk om “vadertje en moedertje” te spelen op je eigen speelbordje en daar stukje bij beetje je boerderij tot ontwikkeling te brengen met die heerlijke houten beestjes die je zo schattig in weilanden kan zetten. Dit is dan ook een spel waarvoor ik niet wist hoe snel ik naar de spellenwinkel moest gaan om het zelf aan te schaffen. Toen de tweepersoons versie uit kwam heb ik die ook meteen gekocht en die speel ik (als ik eerlijk ben) tegenwoordig liever dan de grote broer omdat het net wat sneller gaat maar je nog steeds heerlijk met houten beestjes mag spelen.
Het volgende spel dat mijn spellenhart in vuur en vlam zette was Pandemie. Dit spel stond op mijn verlanglijstje voor Spiel 2008. Maar ik was niet de enige die het wilde hebben, want de Engelse editie was in no time uitverkocht. Gelukkig waren er nog wel Duitse dozen over en dus ging in met een Duitse Pandemie naar huis. Ik vond het verslavend leuk om samen met mijn medespelers die vier vervelende virussen onder controle te krijgen en om daarbij de verschillende combinaties van rollen uit te proberen. Ik had al meer coöperatieve spellen gedaan, maar het gevoel dat Pandemie je geeft over samen de strijd aan, geeft geen enkel ander spel me. Helaas houdt Niek niet zo van coöperatieve spellen en heb ik dit spel dus minder vaak kunnen doen dan me lief was. Ik heb sindsdien bijna alle Pandemie-varianten die uitgekomen zijn gespeeld (alleen die over de val van Rome niet) en ik vind het nog steeds een geweldig spelsysteem.
Met Dominion was het geen liefde op het eerste gezicht voor mij. Mijn eerste potje speelde ik op Spiel en ik snapte er toen niet zo veel van. Niek en ik speelden tegen Peter Hein en Eugène die het spel beide al snel door hadden en in manisch tempo kaarten aan het spelen waren. Ik kon niet zo goed volgen wat er gebeurde en het leek me maar ingewikkeld. Maar gelukkig haalde Peter Hein me over om het spel een herkansing te geven. En toen viel het kwartje wel en was ik verkocht en ging ik ook manisch mijn hand uitspelen. De basisset hebben Niek en ik echt grijs gespeeld. Regelmatig speelden we vijf potjes achter elkaar. En wat keek ik uit naar de uitbreidingen en wat was het leuk om die toe te voegen. Er zijn wel wat periodes geweest dat ik even klaar was met Dominion, maar er komt altijd weer een moment dat ik het spel weer op tafel zet en het weer een tijdje heel veel speel. Als ik één spel mee zou mogen nemen naar een onbewoond eiland, dan zou het Dominion zijn.
Het volgende spel dat de magic touch had was Splendor. Dit spel lijkt zo gewoon, maar heeft dat beetje magie waardoor ik er een super crush op had. Dat komt gedeeltelijk door die heerlijke verzwaarde poker-fiches die zo zalig in je hand liggen. Het is een beetje raar, maar die fijne fiches zorgen echt voor meer speelplezier. En dan heeft het spel zelf de perfecte speelduur en complexiteit om even snel één of meerdere keren op een doordeweekse avond te spelen, zelfs als je moe bent van een dag hard werken. Van dat soort spellen kan je er niet genoeg in je kast hebben staan.
Het spel met de meest veelzeggende titel op dit lijstje is Keer op Keer. OMG wat hebben Niek en ik dit spel veel gespeeld. Een dag niet gekeeropkeerd is een dag niet geleefd, dat idee. En op één been kan je niet lopen, dus hoppakee, na het eerste potje volgde nog een tweede en vaak nog een derde en soms nog een vierde. Juist doordat Keer op Keer redelijk licht en luchtig is, kregen we er geen genoeg van. Perfect spelplezier voor het eind van een lange werkdag.
Mijn volgende crush had ik op Azul. En ook dat werd veroorzaakt door de magische combinatie van heel fijn spelmateriaal (de plastic blokjes liggen gewoon lekker in de hand), een fijne speelduur en een goede balans tussen makkelijk speelbaar maar toch ook veel uitdaging om het spel slim te spelen. Het is vast niet makkelijk om een ingewikkeld spel te bedenken, maar ik denk dat het nog veel moeilijker is om een toegankelijk spel te maken omdat elk element in het spel dan raak moet zijn. Ook de vervolgen op Azul staan hier allemaal in de kast en zijn allemaal zeer de moeite waard, maar het origineel blijft toch mijn favoriet.
En de volgende gamecrush was een heftige, er vlogen geen vlinders door mijn buik maar vogels. Inderdaad ik heb het over Wingspan. Dit spel kreeg zo veel goede pers dat ik in mijn lunchpauze toch maar even naar de spellenwinkel ging om het aan te schaffen. En ik was die pauze niet de enige die speciaal voor Wingspan kwam, de stapel slonk waar je bij stond en ik las al snel dat het spel overal uitverkocht was. Niek en ik waren in no time compleet verslingerd aan Wingspan. De combinatie van een goed spel, het mooie spelmateriaal en de leuke vogelweetjes zorgden er voor dat we het spel op tafel bleven leggen. Onze crush op Wingspan heeft meer dan een jaar geduurd en koelde toen pas langzaam weer wat af.
En dan komen we nu bij mijn huidige gamecrush, namelijk die op Gizmos. Ik schreef er al over in mijn recensie dat ik (en inmiddels Niek ook) helemaal verslaafd ben aan Gizmos. Ook dit is weer een spel dat lekker in de hand ligt (heerlijk graaien in de knikkerbak), wat niet te lang duurt, dat niet heel ingewikkeld is maar waar genoeg uitdaging en variatie zit om het keer op keer te willen spelen. En als ik niet offline aan mijn Gizmos-fix kom, dan kan ik het nu ook nog online op BGA spelen. De toekomst zal uitwijzen hoe lang deze crush gaat duren.
Ik speel van kinds af aan al spellen.
De start naar de ‘betere’ bordspellen begon bij mij ook met Catan. Dat zal wel het kaartspel zijn dat mijn neef mee had uit Duitsland. We kochten daarna het Duitse kaartspel met alle uitbreidingen. Die hebben we later vervangen door de Nederlandse maar niet meer met alle uitbreidingen. Tegen die tijd hadden Carcassonne en Agricola (en andere spellen) onze tafel al bereikt.
Van het bovenstaande lijstje ontbreekt enkel Gizmos.
Heerlijk al die spellen, maar we worden wel kritischer. Niet alles hoeft mee naar huis, er moet wel een meerwaarde zijn.
Leuk om te lezen en deels herkenbaar. Mijn eerste game-crushes waren ook het kaartspel van de kolonisten van Catan en Carcassonne, Die werden echter opgevolgd door Leeuwenhart en Lost Cities. Daarna volgden ook Agricola, Dominion, Splendor en Azul. Daarna kwam de Clever-serie en de laatste is Next Station London.
Oe! Dat zijn heel terechte crushes wat mij betreft. Dank voor je reactie!
Mooi artikel Dagmar! Twee van mij eerste game-crushes waren ook Carcassonne en Kolonisten van Catan – Het Kaartspel voor Twee Spelers. Verder waren/zijn dat oa Stenen Tijdperk, Puerto Rico, Star Realms, Port Royal en Clever.
Dank voor je compliment en het delen van jouw game-crushes. Dat zijn allemaal spellen die ik ook met plezier speel.