Ik speelde deze maand mijn 500e potje Scrabble. Dat is een mooie mijlpaal om deze klassieker hier eens in het zonnetje te zetten. Scrabble is met afstand mijn meest gespeelde spel.
Scrabble is zo’n spel dat eigenlijk iedereen wel kent, zelfs mensen die niet van spellen houden. En daardoor wordt het spel in één adem genoemd met spellen als Monopoly, Risk, Mens-erger-je-niet, Ganzenbord, Stratego en Rummicub. Van die spellen die in veel gezinnen ergens in gedeukte dozen stof staan te vangen achterin een kast op zolder. Zo ook mijn exemplaar van Scrabble. Mijn ouders hadden dit spel ooit als kerstgeschenk gekregen van een zakenrelatie. De kerstkaart die er toen bij zat, zit nog steeds in de doos. Mijn ouders spelen alleen geen spelletjes en dus werd het spel in de kast gezet en vergeten.
Ik was inmiddels uit huis en had Niek leren kennen. En Niek speelde heel veel Scrabble met zijn oma en toen wij een setje werden, mocht ik ook meespelen. Ze hadden wel zo hun eigen huisregels. Zo mocht je een blanco van het bord pakken door de letter neer te legen waar de blanco voor lag. En ze waren heel coulant als het ging om vervoegingen van woorden. Lex is bijvoorbeeld een prima scrabblewoord, maar zij maakten daar rustig het niet bestaande Lexjes van. Tot mijn verbazing was oma zelfs zo fanatiek dat ze rustig scheldwoorden en schuttingtaal neerlegde (woorden die in het echt nooit uit haar mond zouden komen). Ik werd keer op keer afgedroogd door deze twee fanatieke Scrabblelaars. Ik vond dat frustrerend, maar begon langzaam de charme van het spel te zien.
En toen zag ik bij mijn ouders thuis dat weggestopte exemplaar van Scrabble staan. Ik heb het netjes gevraagd en het was geen bezwaar als ik dat spel inpikte. Scrabble groeide al snel uit tot een van de favoriete tweepersoonsspellen van Niek en mij. Ik ben heel vaak genadeloos ingemaakt, maar langzaam werd ik steeds beter. Op een gegeven moment begon ik zo waar zelfs af en toe te winnen. Niek is nog steeds beter dan ik ben, maar de verschillen zijn in de loop der jaren steeds kleiner geworden en ik weet hem inmiddels aardig partij te geven en win ook regelmatig.
Het enige nadeel van Scrabble is dat het niet makkelijk mee op vakantie kan. Het is een grote onhandige doos. Maar daar is gelukkig een oplossing voor in de vorm van een reiseditie. Toen ik onze reiseditie kocht, was dat een handzaam magnetisch exemplaar. Die is al weer heel wat jaar uit de handel en vervangen door een zeker twee keer zo groot, lomp geval waar je de letters in moet klikken. We hebben ze beide, maar spelen altijd met de magnetische versie.
Natuurlijk zijn er in de loop van de tijd wel wat letters kwijt geraakt en beschadigd geraakt. Maar doordat ik op tijd (voor hij echt helemaal niet meer te krijgen was) een tweede magnetisch exemplaar had gekocht én ik later nog op marktplaats magnetische exemplaren heb gekocht, hebben wij nog steeds een complete set letters. Mocht je nu ook op zoek gaan naar een tweedehands magnetisch reisexemplaar: let goed op dat je een Nederlandse editie koopt. Het eerste exemplaar dat ik vond, bleek namelijk een Engelse editie te zijn en daar heb je niet zo veel aan. De lettermix en letterwaardes zijn namelijk in iedere taal aangepast aan hoe vaak letters voorkomen in die taal (een Y komt bijvoorbeeld in het Engels veel vaker voor dan in het Nederlands en zal dus vaker in Engelstalige Scrabble-sets zitten en minder punten waard zijn).
Een belangrijke bron voor conflicten tijdens een potje Scrabble is natuurlijk welke woorden wél en welke niet zijn toegestaan. Nou kan je zelf met een woordenboek aan de gang gaan, maar daar staan niet alle vervoegingen van een woord in (dus wel het werkwoord lopen, maar niet loop, liep, gelopen, etc.). Fanatieke Scrabblelaars kopen daarom een zogenaamde Officiële Scrabble Woordenlijst. Ik heb drie edities in huis: een lekker dunne van 2002, een flink dikkere van 2007 en een nog dikkere van 2009. In deze woordenlijsten staan alle woorden van 2 tot en met 8 (in 2002 en 2007) of zelfs 9 (in die van 2009) letters. Ik heb geen recentere versies omdat ik de papieren boeken niet meer gebruik. Ik heb op mijn telefoon namelijk een app met de Van Dale officiële Scrabble woordenlijst. De app is uit 2011 en ik heb niet het idee dat hij sindsdien is geupdate met nieuwe woorden. Maar dat mag de pret niet drukken. Een app is zo veel handzamer om mee te nemen en zo veel makkelijker in gebruik dan die dikke boeken, dat we het nadeel van niet helemaal up to date zijn voor lief nemen.
En als we het dan over apps hebben, dan mag Wordfeud natuurlijk niet onbenoemd blijven. In 2010 is de Wordfeud app bedacht door de Noor Haakon Bertheusen. Wordfeud is Scrabble met de vakjes die de letterwaardes en woordwaardes vermenigvuldigen op andere plekken en met net een andere look. Het spel brak in 2011 in Nederland door en werkelijk iedereen en zijn moeder was aan het Wordfeuden. Ik heb het ook een flinke tijd gespeeld, maar toen was ik er wel weer klaar mee. Ik ben niet zo’n online speler en vind het gewoon leuker om aan tafel te spelen. De app staat dan ook niet meer op mijn telefoon. Niek is nooit opgehouden met Wordfeud spelen, al speelt hij het wel minder dan in het begin (toen had hij echt bizar veel potjes tegelijkertijd lopen).
Bij sommige spellen is het niet zo erg om ondersteboven te spelen, maar bij Scrabble is dat echt een handicap. Een must have voor fanatieke Scrabblelaars is daarom een draaitafel. Dat zijn twee houten stokjes die je in elkaar kan klikken. Je kan dan het bord hierop leggen. In het midden van het kruis zit een klein rond bobbeltje aan de onderkant en aan de uiteinden van de stokjes zitten wieltjes. Hierdoor kan je makkelijk het Scrabblebord draaien zodat de speler die aan de beurt is het bord recht voor zich heeft liggen zonder dat je het risico loopt dat alle letters gaan schuiven. Het is een beetje een suf ding, maar echt, het Scrabbelt een stuk lekkerder als je deze draaitafel gebruikt.
In de doos van Scrabble zitten twee dingen niet die je toch echt nodig hebt om het spel te spelen, namelijk pen en papier om de score bij te houden. Natuurlijk gaat dat prima met elk willekeurig stukje papier en elke pen die het nog doet. Maar voor de echte fanatiekelingen zijn er ook speciale scoreblokjes te krijgen waar je ook nog op een briefje kan bijhouden welke woorden zijn gelegd en hoe het bord er aan het eind uitzag. Ik vond het leuk om een scoreboekje met Scrabble-logo te hebben, dus wij hebben ook een hele tijd zo’n boekje gebruikt (ik had hem op Spiel voor een habbekrats in de stand van Heidelberger gevonden). Maar uiteindelijk was het best een groot blok. Op een gegeven moment hebben we hem dus vervangen door een klein notitieboekje waar we zelf kolommen in maken. Het leuke daarvan is dat je ook nog eens terug kan bladeren om je score te vergelijken met eerdere potjes of om te kijken hoe vaak je nou op een rij hebt gewonnen of verloren. We zijn al aan ons tweede boekje toe.
En als ik dan Scrabble in het zonnetje aan het zetten ben, dan moet ik natuurlijk ook even de maker noemen. Scrabble is in 1948 uitgevonden door Alfred Mosher Butts. Wie hier meer over hem en over het ontstaan van Scrabble wil weten, kan ik het boek Word Freak aanraden. In dit boek doet een journalist verslag van zijn queeste om een Scrabble-pro te worden. In het boek vertelt hij daarnaast over de geschiedenis van Scrabble.
En dan de hamvraag. Wat is het nou dat Scrabble zo’n ontzettend leuk en verslavend spel maakt. Voor mij is het dat het spel iedere keer anders is en dat je er steeds beter in wordt. Ieder potje trek je andere letters en ontstaat er een ander bord. Ik vind het leuk om met de letters die ik heb de beste score te halen gelet op de mogelijkheden op het bord. En dat is heel vaak niet het langste of mooiste woord. Vaak scoor je het meest met korte woordjes die je slim neerlegt zodat ze andere woorden verlengen of zo liggen dat ze ook met andere letters woorden vormen. Als je dan ook nog gebruik maakt van twee of drie keer letterwaarde of woordwaarde vakjes, dan kan het hard gaan. Het is een leuke uitdaging om dit soort kansen op het bord te vinden. Je moet ondertussen ook nog je letters managen om te zorgen dat je een kansrijke mix houdt. Het is soms heel lastig om de X, C, Y, Q, F of V weg te leggen (dit vind ik de lastigste letters), maar als je dat dan maar niet doet dan zit je op een gegeven moment met wel een hele giftige combinatie van letters waar je zeker niets meer mee kunt. Zodra je dus een moeilijke letter krijgt moet je gaan kijken hoe je die zo snel mogelijk weer kwijt raakt (maar daarbij wel voldoende punten scoort) om de kans groter te maken om makkelijke letters te krijgen. Wie weet lukt het dan zelfs wel om je woord helemaal uit te leggen en 50 bonuspunten te scoren. En dan moet je ook nog in de gaten houden dat je de andere speler geen schot voor open doel geeft door een makkelijk te verlengen woord neer te leggen vlak bij een twee keer of drie keer woordwaarde. Wat ik ook fijn vind aan Scrabble is dat je als de ander aan de beurt is, je vast kan nadenken over wat jij met je letters kan gaan doen. Hierdoor ben je de hele tijd bij het spel betrokken. En idealiter vind je dan twee opties zodat als de ander net op dat lekkere plekje gaat liggen dat je gevonden had, je al een alternatief hebt. En ten slotte kan het ook heel bevredigend zijn als je een heel mooi woord neer kan leggen, zelfs als dat niet veel punten oplevert.
Scrabble is dus al jaren een constante op de spellentafel thuis en op vakantie voor Niek en mij. Toen we in 2007 gingen trouwen, waren we er dan ook al snel uit. Op onze trouwkaart zou een Scrabblebord komen te staan. We hebben heerlijk samen zitten puzzelen om alle letters (behalve de Q, die vonden we toen zo lastig dat hij standaard niet mee deed) te gebruiken en er zo veel mogelijk woorden mee te vormen die met ons of onze trouwdag te maken hadden.
De Q is natuurlijk van Queen. Wist je dat Freddy Mercury ook een fanatieke scrabbler was?
Queen is zeker een mooi woord om je Q voor te gebruiken. Bij voorkeur dan ook nog op een royale drie keer woordwaarde natuurlijk.
En ik had inderdaad wel eens gelezen dat Freddy een liefhebber van Scrabble was. Jammer dat hij er nooit een liedje over had gemaakt.