Over november heb ik niets te klagen. Ik heb veel spellen gedaan (met dank aan een middag Spellenpret en een spellendagje met Peter Hein, Anton, Roger, Wendy en Jurre) en veel spellen gekregen (ik was jarig). Ik speelde in totaal 57 keer een spel en daar zaten 13 nieuwe spellen tussen. Over Carcassonne de Mist, Clever Junior en Applejack schreef ik al een recensie, dus die sla ik in dit blogje verder over.
Wat ik deze maand ook oversloeg was het Spellenspektakel. Ik vond het vorig jaar echt te druk en van wat ik las over hoe het dit jaar werd opgezet, kreeg ik de indruk dat het zeker niet rustiger zou worden. Ik las achteraf veel verhalen van mensen die het ontzettend naar hun zin hebben gehad, maar las daarin toch ook dat het wel echt druk was geweest en op sommige momenten te druk. Ik heb dus geen spijt dat ik niet gegaan ben, maar vind het toch ook jammer dat ik de pret gemist heb (hoe tegenstrijdig dit ook zal klinken).
Maar voor ik begin aan de spellen die ik voor het eerst speelde, wil ik nog even stilstaan bij een spel dat ik voor het laatst deed. Het lukte deze maand namelijk om samen met mijn collega’s Pandemic Legacy Season 0 eindelijk uit te spelen. Deze Pandemic Legacy is voor mij echt onlosmakelijk verbonden aan onze eigen corona-pandemie. Toen het spel uit kwam (oktober 2020), waren we net aan de eerste corona-winter met strenge lockdowns en bezoekersrestricties begonnen. Mijn exemplaar van Pandemic Legacy Season 0 kon toen hij bezorgd werd dus onuitgepakt de kast in om daar te wachten op betere tijden. Dat wachten duurde bijna een jaar. In september 2021 was het eindelijk mogelijk om met mijn collega’s af te spreken om de doos aan te breken. Ze kwamen bij mij omdat we toen nog nagenoeg uitsluitend thuiswerkten en op kantoor afstand van elkaar moesten houden. We hebben daarna in oktober één keer op kantoor kunnen spelen, maar daarna begon de volgende corona-winter met alle beperkingen van dien waardoor we wéér niet verder konden spelen. In februari hebben we toen bij één van mijn collega’s thuis afgesproken om de draad weer op te pakken met een dubbel potje. En gelukkig waren we daarna van de ergste corona-restricties af en hebben we verder op kantoor kunnen spelen. Door alle inhaalvakanties lukte het alleen niet om heel regelmatig af te spreken waardoor er regelmatig best veel tijd tussen de potjes zat (regelmatig zelfs meer dan een maand). En dat was een beetje vervelend omdat deze Pandemic Legacy variant best complex is en we telkens weer de regels op moesten halen. Dat haalde wel een beetje de vaart uit het spel. Gelukkig lukte het wel om in dit najaar vaak af te spreken (de afgelopen maand zelfs elke week), waardoor het lukte om het spel uit te spelen. De hogere frequentie kwam ons speelplezier erg ten goede. We zaten namelijk beter in de regels en konden daardoor meer genieten van het spel en het verhaal dat we doormaakten.
Het eerste nieuwe spel dat ik gespeeld heb, was Kites. Over Kites was er veel goede buzz op en rond Spiel. Het is een spelletje waar je onder tijdsdruk zandlopers moet omdraaien (die stellen de vliegers voor) om zo te voorkomen dat ze leeg raken (of te wel neerstorten). Dat doe je door kaarten te spelen: als je de kaart met de oranje en gele vlieger speelt dan moet je de gele en oranje zandloper omdraaien. Doel is om de kaartstapel op te spelen zonder dat er een zandloper leeg raakt. Het is zaak om een beetje af te stemmen wie welke zandloper kan omdraaien, maar door de tijdsdruk is er niet altijd tijd om goed te overleggen. En dan moet je hopen dat speler die aan de beurt heeft de juiste kaart heeft om een zandloper die bijna leeg is snel om te draaien.
Dit is typisch een spelletje waarvan het nooit bij één potje blijft. Zeker als je verliest, wil je meteen nog een keer om te kijken of het nu wel lukt om te winnen. De regels zijn simpel, maar het is nog best een uitdaging om alle zandlopers continue gevuld te houden. Ik vond het een alleraardigst tussendoortje en heb het met plezier een keertje gespeeld.
Tijdens Spiel was er ook veel buzz over Cat in the Box. Ik heb het op Spiel niet kunnen spelen, maar Peter Hein lukte dat wel. En zijn oordeel was niet mals. En daarmee verdween het spel van mijn radar. Op Spellenpret had ik echter een kans om het te spelen en ik was na de controverse wel benieuwd. Cat in the Box is een slagenspel waar alle kaarten kleurloos zijn zolang je ze nog niet gespeeld hebt. Maar zodra je een kaart speelt, moet je aangeven welke kleur het is. Dit doe je door op een bordje te markeren dat jij net de groene 7 hebt gespeeld. Elke kleur/nummer-combinatie kan natuurlijk maar één keer geclaimd worden. Je kan ook beslissen dat je een kleur niet meer hebt, maar dan houd je dat ook bij en dan kan je later die kleur niet ineens alsnog spelen. Aan het begin van het spel moet je voorspellen hoeveel slagen je gaat halen en als je dat goed voorspelt, dan krijg je nog extra punten krijgen voor jouw fiches die je in een aaneengesloten reeks op het bordje hebt liggen waar bijgehouden werd welke kleur/nummer-combinaties waren gespeeld.
Het idee van de kleurloze kaarten waarvan je zelf bepaalt welke kleur ze aannemen is heel origineel. Daar moet een goed spel in zitten. Maar ik ben het met Peter Hein eens dat Cat in the Box dat spel niet is. Daarvoor kabbelde het spel te veel voort en was het belang van hoge kaarten hebben te groot. Wat mij betreft echt een gevalletje waarbij het idee beter was dan de uitvoering.
Wendy heeft op donderdag op Spiel het Koreaanse spel Expedition gekocht. ‘s Avonds in het hotel speelde de rest van onze groep al een potje terwijl ik toekeek. En wat ik zag beviel me wel. De volgende ochtend probeerde ik dus snel een exemplaar te kopen, maar ik was al te laat. Gelukkig kreeg ik nog wel een herkansing om het spel te spelen toen Wendy een avondje langs kwam. Expedition is een deckbuilder die wel een beetje aan Zoektocht naar El Dorado en Clank doet denken. Ook in dit spel moet je namelijk de juiste kaarten verzamelen om door een gebied te lopen en daar zaken op te rapen of graven (met de juiste kaarten). Wat dit spel bijzonder maakt is dat als je trekstapel op is, je terug moet naar het begin van het bord. Dat is dan ook het moment dat je nieuwe (hopelijk betere) kaarten mag kopen. En daarna probeer je het nog een keer en hoop je verder komen. Doel van het spel is om als eerste twee kostbare en lastig te bereiken artefacten te veroveren.
Het is echt jammer dat ik dit spel niet heb kunnen kopen. Het is namelijk echt een leuk spel, al is het ook een frustrerend spel. Het voelt net alsof je aan een elastiek zit, heel hard naar voren rent en net niet genoeg kracht hebt om je doel te bereiken. En dan moet je terug naar start en mag je het nog een keer proberen. Soms heb je best wat pogingen nodig om je doel te bereiken. En terwijl je aan het worstelen bent, hoop je maar dat niet iemand anders net voor je jouw begeerde locatie weet te bereiken.
Meadow Downstream is de eerste uitbreiding voor Meadow. In deze uitbreiding ga je het water op om vanuit je kano van het uitzicht te genieten. De uitbreiding bestaat uit een extra bord met daarop de rivier waar je door gaat varen en een deck kaarten. Een deel van dat deck komt op het rivier-bord te liggen, maar door de andere stapels worden ook een paar water-kaarten geschud. Het spel blijft verder grotendeels hetzelfde, maar er komt alleen iets bij. Met waterkaarten scoor je namelijk geen punten, maar vaarbewegingen om je kano over de rivier te bewegen. Op bepaalde punten in de rivier krijg je bonusjes (bijvoorbeeld een extra kaart) en hoe verder je komt hoe meer punten je aan het eind van het spel krijgt.
Meadow Downstream is een lastig te beschrijven uitbreiding. Aan de ene kant verandert er niet zo veel door. Je plaatst nog steeds elke ronde een fiche, pakt een kaart en speelt een kaart. En om een kaart te spelen moet je nog steeds voldoen aan een aantal voorwaarden en is het soms een hele uitdaging om dat voor elkaar te krijgen. De water-kaarten werken exact hetzelfde, ze leveren alleen geen directe punten op, maar indirecte via de rivier. Na één potje kan ik nog niet zo goed inschatten hoe veel impact dat heeft op de spelbeleving. Ik vermaakte me er in ieder geval prima mee en meer kaarten met de prachtige illustraties van Meadow is altijd een plus.
Clever 4 Ever is het vierde deel in de succesvolle Clever-reeks. En iedere nieuwe variant wordt weer een beetje moeilijker. Dat is niet gek, de simpelste ideeën zijn gewoon al gebruikt. In deze variant krijg je weer vijf nieuwe manieren om punten te scoren via het afkruisen van getallen. Variërend van een soort raster-idee voor blauw tot tetrissen bij grijs. In Clever 4 Ever wordt verder een nieuwe bonus geïntroduceert, namelijk zilverpoetsen. Dit is de mogelijkheid om de waarde van één van de dobbelstenen op het zilveren schaaltje met één te verhogen of verlagen. En dat kan heel handig zijn.
Het is even wennen, zo’n nieuwe variant met zo veel nieuwe methoden waarop er afgekruist wordt. Maar als je het eenmaal doorhebt, dan zit het heel goed in elkaar en is het een nieuwe uitdagende puzzel om zo veel mogelijk punten en bonussen bij elkaar te schrapen. Dit is geen Clever-variant voor beginners, maar de doorgewinterde Cleveraar zal hier weer met veel plezier zijn tanden in gaan zetten.
Squid Game was één van de grootste hits op Netflix in 2021. Maar voor wie er toch niet over gehoord heeft (of dit stukje in de verre toekomst leest als Squid Game weer in de vergetelheid is verdwenen), Squid Game is een Koreaanse serie waarin een grote groep mensen meedoet aan een wedstrijd waarin kinderspelletjes zoals Annemaria Koekoek gespeeld worden. Het zijn alleen nogal dodelijke varianten van de kinderspelletjes, als je af gaat, wordt je namelijk op gruwelijke wijze gedood. Ik houd niet zo van bloedvergieten en heb deze serie dus aan mijn neus voorbij laten gaan. Liefhebbers van de serie kunnen nu zelf hun geluk beproeven in een bordspelvariant. Iedere speler begint met een groep fiches die personen voorstellen en die gaan zes verschillende simpele spelletjes spelen. En ook hier geldt: af is dood en dus terug in de doos.
Veel merchandise spellen zijn het spelen niet waard. Dat kan van Squid Game het bordspel niet gezegd worden. Het is best een vermakelijk spelletje voor een keer. En dat komt niet in de minste plaats omdat de fiches van jouw tegenstanders net zo snel sneuvelen als die van jou en je daar flink wat leedvermaak om kan hebben. De geluksfactor is flink hoog, maar bij elk van de zes spellen kan je net genoeg invloed uitoefenen om het spel geen groot geluksfestival te maken.
Peter Hein had op Spiel het derde deel van de Muse serie gevonden, Muse Renaissance genaamd. Met deze set krijg je niet alleen een mooie stapel nieuwe fraaie kaartjes, maar ook een nieuwe manier van spelen aangereikt. Deze variant doet erg aan Dixit denken. Je krijgt namelijk een kaart met plaatje en twee kaarten met een manier om het plaatje te omschrijven (bijvoorbeeld, met een vrucht of door een liedje te hummen). Je mag zelf kiezen welke manier je gebruikt. Daarna trek je er vijf kaarten bij, die schud je samen met de eerste kaart en daarna moeten de andere spelers proberen te raden welke kaart je hebt proberen te omschrijven.
Meer Muse-kaarten is voor de fan al genoeg reden om deze uitbreiding te willen hebben. En daar komt dan nog de nieuwe manier van spelen bovenop. Die is iets minder leuk dan bij Dixit doordat het ok is als iedereen de kaart raad, terwijl je bij Dixit het zo moet doen dat een paar mensen het raden. Dat is uitdagender en dus leuker. Maar iets minder leuk, is nog steeds leuk. Ik heb een beetje spijt dat ik deze uitbreiding op Spiel gemist heb.
Fun Facts is een nieuwe partygame waarin het meer draait om de lol en verhalen en anekdotes delen, dan om de score. In dit spel moeten alle spelers het antwoord op een vraag in het geheim opschrijven. Denk aan vragen als “Hoe vaak kijk jij gemiddeld een film per week” of “Hoe lang duurt of duurde jouw langste vriendschap”. Vervolgens legt de starspeler zijn fiche (met op de achterkant zijn of haar antwoord) neer en leggen de andere spelers met de klok mee hun fiche op de plek die zij denken in de rij in te nemen. De startspeler mag daarna nog de reeks aanpassen en daarna wordt gekeken hoe goed de spelers het gedaan hebben. Voor elk fiche dat in de goede volgorde ligt, scoor je een punt. En dan zit er vast een ranking in het spelregelboekje waarin je kan lezen hoe goed jullie het gedaan hebben, maar die hebben we niet geraadpleegd.
Fun Facts is een leuk spel om met mensen die je een beetje kent te spelen. Met volslagen onbekenden zal het spel niet leuk zijn, want als je niets over je medespelers weet, dan is het vrij lastig inschatten hoe graag ze (op een schaal 1 tot en met 100) naar Zweinstein willen of hoe vaak ze gemiddeld een film kijken per week. Het is leuk als de reeks blijkt te kloppen, maar misschien nog wel leuker als er verrassende fouten inzitten omdat die vragen om een toelichting en je daardoor je vrienden/collega’s/familie/voetbalelftal (of met wie je ook maar speelt) beter leert kennen.
Rainbow is een nieuw tweepersoons kaartspelletje van 999 games. In dit spel moet je proberen met kaarten een regenboog af te maken en als dat lukt, dan krijg jij de kaarten en als het mislukt gaan ze naar de andere speler. Dat werkt zo. Beide spelers trekken drie dubbelzijdig gekleurde kaarten die je zo vast houdt dat je zelf alleen de voorkant van je eigen kaarten en de achterkant van die van je tegenstander kan zien. Als je aan de beurt bent dan mag je één kaart spelen en daarna nog extra kaarten maar dan moet je eerst een reeds eerder geplaatste kaart omdraaien. Het helpt dan om een goed geheugen te hebben want dan weet je de achterkant van de kaarten die de andere speler heeft neergelegd. Als er na jouw beurt alleen maar verschillende kaarten liggen, dan gaat het goed. Als er zelfs zes verschillende kaarten liggen, dan gaat het beter want dan win je die kaarten. Maar als er dubbele kleuren tussen zitten of een zwarte kaart, dan verlies je en dan gaan de kaarten naar de andere speler. Wie aan het eind van het spel de meeste kaarten heeft, wint het spel.
Regenbogen staan tegenwoordig voor zo veel meer dan het moment waarop zon en regen bij elkaar komen. Ik kan mensen met regenboog-angst gerust stellen: van het spelen van dit spel, word je geen homo (waar bovendien helemaal niets mis mee is) en word je ook niet toleranter of inclusiever in je denken (dat is dan wel weer jammer). Dat gebeurt overigens ook niet als je over een regenboog-zebra of regenboog-trap loopt of als je een regenboog-armband om doet. Het is daarom jammer dat dit spel niet leuker is dan het is, want dan was het een mooie speelse manier geweest om op plekken waar dat niet zo goed kan (Qatar ofzo), toch even de regenboog te laten shinen en daarmee tolerantie en inclusiviteit te promoten. De reden dat ik dit spel niet zo leuk vind, is dat het erg leunt op het geheugen. Ik vind er gewoon niet zo veel aan om te onthouden welke twee kleuren op een dubbelzijdige kaart staan en ik ben er ook niet zo goed is. Ik probeerde daarom een cruciaal stukje informatie te onthouden of mijn kaarten zo te spelen dat mijn tegenstander in de fout zou kunnen gaan door een kaart om te draaien. Soms lukte dat en dat is dan nog best even leuk. Maar vaker was het een gokfestijn en dat is toch weinig bevredigend. Gelukkig kan je als je op speelse wijze een regenboog op tafel wilt leggen altijd nog terugvallen op Lama. Dat is wel een leuk spel en biedt net zo veel regenboog.
De uitbreiding waar ik al tijden naar uit kijk is Wingspan Azië. Als het goed is, ligt hij begin december in de winkel. Iets anders waar ik al een tijd naar uitkeek, was de Wingspan Nesting Box. Dat is een grote doos waarin al het spelmateriaal van Wingspan past. 999 Games brengt deze niet uit en dus had ik de Engelse versie van Stonemaier Games besteld. Omdat waarschijnlijk niemand de Nesting Box koopt die niet ook alle uitbreidingen van Wingspan koopt, zat in de eerste printrun van de Nesting Box ook meteen de Azië uitbreiding (maar dan alleen het spelmateriaal en niet de doos). Dit verhoogde de toch al stevige prijs nog wat meer, maar mijn hebzucht was groter. De Nesting Box is inmiddels bij me bezorgd en ik kon het niet laten om de uitbreiding vast te proberen. Het interessante van deze uitbreiding is dat hij ook als speciaal tweepersoons spel gespeeld kan worden (naast dat er een variant in zit die je met zes of zeven spelers kan doen of dat je de kaarten toe kan voegen aan je andere kaarten om daar gewoon Wingspan mee te doen). Er komt dan een extra bordje op tafel en iedere keer dat je een vogel plaatst, mag je op dat bordje een speciaal fiche leggen. Op het bordje staan de verschillende leefgebieden en daarin vakjes met bijvoorbeeld een voedselsoort of nesttype. Je moet je fiche in het juiste leefgebied en dan op een vakje dat past bij de door jou gespeelde vogel te leggen. De einde ronde doelen sluiten vervolgens aan op dit bordje (de speler die bijvoorbeeld de meeste fiches aan de rand van het bord heeft liggen, wint het einde ronde doel). En verder krijg je extra punten voor je grootste groep aaneengesloten fiches aan het eind van het jaar. Dat is het. Naast natuurlijk alle nieuwe, mooie vogelkaarten met interessante nieuwe acties. Zo zitten er meerdere push your luck acties bij, zoals dat je tot maximaal drie vogelkaarten mag opendraaien en deze onder je vogel stoppen, als de som van de spanwijdtes niet hoger is dan 110 cm. Durf je dan nog een tweede vogel open te draaien als je eerste vogel al boven de 50 cm zit. Ook zijn er nieuwe kaarten waarbij een vogel naar het bordje van een andere (!) speler vliegt en jij als dank daarvoor iets lekkers krijgt.
Onze eerste twee potjes bevielen me heel goed. De nieuwe vogelkaarten (die je ook gewoon door het gebruikelijke spel kan schudden om op de normale manier te spelen) zijn wederom schitterend geïllustreerd en er staan heel veel nieuwe acties op. De keerzijde daarvan is dat je de eerste keer best veel tijd bezig bent met lezen. Bij deze tweepersoons-variant zit ook een quick starter kit die je door de eerste vier beurten heen loodst. Niek en ik hebben deze de eerste keer gebruikt omdat ik nieuwsgierig was hoe het zou werken. En ik moet zeggen dat ik het een goed systeem vind om mensen die het spel niet kennen op weg te helpen. De eerste keer dat mensen Wingspan doen is het vaak aan het begin lastig om te verzinnen wat je moet doen en hoe het werk. Met zo’n quick starter ervaar je hoe het spel werkt en heb je daarna een mooi beginnetje om het verder uit te bouwen. Dat maakt het vast makkelijker voor newby’s. Ik vond het heel leuk om vast de Engelse versie te spelen, maar kijk nog steeds uit naar de Nederlandse editie. Dat speelt toch net wat sneller en ik vind het ook leuker als je de Nederlandse vogelnamen leert kennen. Maar daar moet ik dus nog even geduld voor hebben.